178
op het feit, dat de provinciale planning van
de wettelijke verkaveling niet werd door
kruist. Het nadere beleid ten aanzien van deze
materie is in studie.
Het verslag besteedt verder aandacht aan
werkgelegenheid, cultuurtechnisch onder
zoek, civieltechniek, bedrijfsinrichting, open
luchtrecreatie en ruimtelijke ordening. Het
zou ons te ver voeren op deze plaats nader op
al deze facetten van het beleid in te gaan.
Een jaar cultuurtechniek
wordt in het tweede hoofdstuk onder de loep
genomen. Hieruit lichten we hetgeen over de
stand van de ruilverkavelingen wordt meege
deeld. 11 ruilverkavelingen met een gezamen
lijke oppervlakte van 33.230 ha kwamen ge
reed, waarmee de totaal gereedgekomen op
pervlakte per 31 december 1963 steeg tot
199.310 ha. Aangenomen werden 12 ruilver
kavelingen met een totale oppervlakte van
52.750 ha, waardoor per 31 december 1963
in uitvoering waren 357.070 ha. Aangevraagd
was een oppervlakte van 1.214.400 ha, waar
van aan het eind van het jaar in voorbereiding
waren 417.200 ha.
Ook de oppervlakte die door de ruilverkave
lingsovereenkomsten wordt bestreken ver
toonde een flinke stijging. Voor 1550 ha werd
in 1963 de akte gepasseerd. In voorbereiding
waren op het eind van het jaar 27.810 ha,
d.w.z. dat daarvoor de overeenkomst bij de
C.D. was ingediend voor het aanvragen van
de goedkeuring door de C.C.C. In 1963 wer
den in uitvoering genomen, d.w.z. goedge
keurd door de Minister van Landbouw en
Visserij, overeenkomsten omvattende een
oppervlakte van 5710 ha, terwijl per 31 de
cember 1963 totaal in uitvoering was een op
pervlakte van 8970 ha. Op deze datum waren
totaal gereedgekomen, d.w.z. dat de akte ge
passeerd was, ruilverkavelingsovereenkom
sten omvattende een gebied van 10.320 ha.
De in uitvoering zijnde oppervlakte is in het
verslagjaar bijna verdubbeld.
Dit hoofdstuk bevat verder paragrafen over
Investeringen, Water- en Wegenbouw,
Landbouwbedrijfsgebouwen, Uitvoeringsas
pecten, Procedures inzake de toepassing van
de Ruilverkavelingswet en het werk in de ver
schillende provincies. Belangstellenden naar
al deze facetten raden we aan het verslag zelf
ter hand te nemen daar het onmogelijk is al
hetgeen in de 110 bladzijden van het verslag
vermeld staat in dit korte bestek samen te vat
ten.
Resultaten van samenwerking
besteedt in de eerste plaats aandacht aan het
kadastrale ruilverkavelingswerk. Hieruit stip
pen we aan dat in verband met het aflopen
van het werk in de herverkavelingsgebieden
het ruilverkavelingsbureau St. Maartensdijk
werd opgeheven. De resterende werkzaam
heden zullen door het bureau Middelburg
worden uitgevoerd. Na beëindiging van de
herverkaveling Schouwen-Duiveland, waar
een proef werd genomen met een nieuw sys
teem kadastrale boekhouding, waarbij de leg
ger werd vervangen door een kaartsysteem,
zullen aan deze herverkaveling door de kadas
trale ruilverkavelingsdienst ca. 168 manjaren
zijn besteed. De proeven met mechanisatie
van de ruilverkavelingsboekhouding werden
voortgezet, terwijl voor de verzekering van de
punten van de meetkundige grondslag en
grenspunten proeven werden genomen met
het gebruik van geplastificeerde palen met
gietijzeren kop die in de grond geschroefd
worden. Overwogen wordt de mechanisatie
van berekenings- en kaarteerwerk door aan
schaffing van elektronische apparatuur in
de vorm van een elektronische planimeter en
dito coördinatograaf aan het Centraal Teken
en Opleidingsbureau van het Kadaster.
40.000 ha ruilverkavelingen werden gevlogen.
Voor 12 ruil- en herverkavelingen met een
oppervlakte van 33.700 ha werd de akte ge
passeerd, terwijl voor 9 gebieden met een
grootte van 9.200 ha de renteberekening
plaats vond. Voor 72.000 ha werden de lijst
van rechthebbenden en de uitkomsten van de
schattingen en voor 9.000 ha het plan van
toedeling ter visie gelegd.
Dit hoofdstuk behandelt verder de land
schapsverzorging in samenwerking met het
Staatsbosbeheer, de voorlichting in samen
werking met de Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst. Opdrachten aan derden als Cultuur
technische Maatschappijen, Stichting Bodem-
kaartering, Geologische Stichting, Proefsta
tion voor Akker- en Weidebouw, Landbouw
Economisch Instituut, werkzaamheden van
het Instituut voor Cultuurtechniek en Water
huishouding en Internationaal Instituut voor
Landaanwinning en Cultuurtechniek.
Provinciale problemen en objecten
worden in het vierde hoofdstuk behandeld.
We noemen hiervan Waterschappen en ruil
verkavelingen in Groningen, Ruilverkaveling
en Openluchtrecreatie in Friesland, Ruilver
kavelingsrente en pachtverhoging in Hum-
melo-Keppel in Gelderland, Landbouw en