Of een object zichtbaar is of niet hangt in principe van vier factoren af: 161 de schaduw van de liniaal juist op de plaats waar de punt van pen of potlood zich be vindt. In glimmende materialen worden licht bronnen die op het plafond zijn aangebracht gereflecteerd, hetgeen verblinding, althans hinder, kan veroorzaken. Het behoeft ten slotte geen betoog dat ten aanzien van de waarneming van kleuren en vooral kleine kleurverschillen de spectrale samenstelling van het licht zeer belangrijk is. Men kan hier uit concluderen, dat bij tekenkamerverlich- I. De keuze van de verlichtingssterkte. 1de grootte; 2. het contrast ervan met de achtergrond; 3. de beschikbare waarnemingstijd; 4. de verlichtingssterkte. Deze vier factoren zijn onderling afhankelijk in die zin dat b.v. een tekort in één opzicht gecompenseerd kan worden door een andere B. Tekenkamer Gemeentewerken Den Haag. Een tekenkamer met fluorescentieverlichting die samen gesteld is uit inbouwarmaturen met roosterafscherming. De lichtlijnen zijn in een akoestische plafond geplaatst. ting in principe drie factoren aan de orde moeten komen: 1. De verlichtingssterkte. II. De ruimtelijke lichtverdeling. III. De lichtkleur. Deze drie factoren zullen wij aan een nadere bespreking onderwerpen. factor. Een voorwerp dat slechts contras teert, is beter zichtbaar naarmate het groter is, of naarmate de verlichtingssterkte hoger is. Een klein voorwerp daarentegen kan men beter waarnemen, naarmate het sterker met zijn achtergrond contrasteert of alweer, ster ker wordt verlicht. Belangrijk is nu dat bij tekenwerk grootte en contrast inherent

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 5