164
Franse, Engelse of Amerikaanse herkomst
zijn, waarden aangeven die vergelijkbaar zijn
met de aanbevelingen voor zeer fijn werk in
de industrie. In principe beveelt men die
niveaus aan, die de grens van het lichttech-
nisch kunnen benaderen. Het is daarom op
medische en biologische gronden volkomen ge
motiveerd voor tekenkamers in principe een
verlichtingssterkte van 7501500 lux aan te
bevelen en wel als algemene verlichting. Wie
dit een hoge verlichtingssterkte vindt, be
denke dat vele bureaulampen, voorzien van
een gloeilamp van b.v. 100 W op een afstand
van ca. 50 cm eveneens een verlichtings
sterkte geven van ongeveer 1500 lux, maar
dan op een zeer beperkte oppervlakte. Een
dergelijke uitsluitend plaatselijke verlichting
is overigens om kwaliteitsredenen verwerpe
lijk, zowel lichttechnisch als economisch.
De verlichtingssterkten die momenteel voor
zeer fijn werk worden toegepast, vormen in
wezen de topprestaties van de verlichtings
techniek en zo kan men begrijpen waarom de
aanbevelingen in de loop der jaren regelmatig
worden verhoogd. Technische bezwaren kan
men tegen deze aanbevelingen dan ook niet
inbrengen, hoogstens financiële. Vergeleken
met het daglicht zijn deze aanbevelingen rela
tief laag; de verlichtingssterkte b.v. vlak ach
ter een groot raam is meestal minstens 2000—
3000 lux. Voor het realiseren van relatief
hoge verlichtingssterkten als algemene ver
lichting komt in principe alleen de fluores
centielamp in aanmerking.
,,TL"-lampen hebben, afgezien van de na-
triumlamp, het hoogste rendement van alle
moderne lichtbronnen. De specifieke licht
stroom bedraagt ca. 5075 lumen/Watt, ter
wijl gloeilampen slechts ca. 15 lumen/Watt
produceren.
Om een verlichtingssterkte van ca. 1000 lux
te realiseren is bij een verlichtingsrendement
van ca. 30 °/c een geïnstalleerde lichtstroom
nodig van 3000 lumen/m2 vloeroppervlak. Dit
betekent dat bij gebruik van ,,TL" lampen
40 W/lengte 1,25 m/kleur wit 1 lamp per m2
vloeroppervlak nodig is; bij gebruik van de
zelfde lampen in de kleur wit de luxe 1,5
lamp per m2 vloeroppervlak. Uiteraard is dit
een zeer globale regel; het verlichtingsrende
ment in een ruimte hangt af van o.m. het ar
matuur-rendement en de lichtverdeling van
het armatuur, van de onderlinge verhouding
van lengte en breedte en hoogte van de ruimte
en tenslotte van de reflectiefactoren van wan
den en plafond. Afhankelijk van de invloed
E. Tekenkamer Douwc Egberts N.V., Joure.
In een gedeelte van een bestaand gebouw is een teken
kamer ingericht voor ca. 15 tafels, archief en documen
tatie. De ruimte was 15 m lang, 11 m breed en 5 m
hoog. Op ca. 3 m hoogte is een open, houten rooster-
plafond aangebracht. Dit rooster is ca. 20 cm hoog. In
totaal zijn in dit rooster lichtbanen geprojecteerd, be
staande uit lichtgoten, waarin steeds 4 rijen „TL"
lampen naast elkaar zijn geplaatst. De onderlinge af
stand tussen de lichtlijnen bedraagt 1,70 m. zodat een
goede gelijkmatigheid wordt bereikt. Iedere lichtgoot
is 42,5 cm breed. Toegepast zijn „TL" lampen 65 W
kleur wit-de-luxe/34. De verlichtingssterkte in bc-
drijfstoestand bedraagt ca. 1000 lux. De lampen zijn
aan de onderzijde afgeschermd met kunststof roosters.
Een groot deel van het licht gaat rechtstreeks naar het
werkvlak, doch er is ook een belangrijk deel dat naar
boven wordt uitgestraald en via het in een lichte kleur
geschilderde plafond van de ruimte wordt gereflec
teerd.
Hierdoor wordt ook het rooster verlicht, zodat de hel
derheidscontrasten tussen de lichtlijnen en het rooster
zelf acceptabel zijn.
De tekentafels bevinden zich steeds tussen twee rijen
lampen, zodat een goede lichtinval optreedt zonder
storende schaduwen of spiegelingen.
Deze tekenkamer is een voorbeeld van een kwantitatief
en kwalitatief goede verlichting.