6.
Ver effening driehoeksnet volgens de be
naderingsmethode (zie figuur).
Van de zes driehoeken zijn alle hoeken
gemeten.
Gevraagd:
a. Hoe vereffent men de hoeken van de
driehoeken 12, 5 en 6 om het centrale
punt El
b. Hoe vereffent men daarna de hoeken
van de driehoeken 3 en 4?
7. Beantwoord in het kort:
a. Worden de invloeden van alle ont-
regelingsfouten van een theodoliet ge
ëlimineerd door het doorslaan van de
kijker? Zo niet, van welke dan niet?
Theodoliet met één afleespunt.
b. Men meet een hoek éénmaal.
Daarna verplaatst men de rand 200 gr
en meet de hoek nog éénmaal. Van de
uitkomsten neemt men het gemiddelde.
Is de invloed van de excentriciteit van
de rand in het gemiddelde aanwezig?
c. Men meet een hoek éénmaal.
Daarna slaat men de kijker door en
meet de hoek nog eens.
Van de uitkomsten neemt men het ge
middelde.
Is de invloed van de excentriciteit van
de rand in het gemiddelde aanwezig?
Geodetische Astronomie Tijd: 100 min.
1. Bepaal met de Star Almanac de gegevens
nodig om de poolster te kunnen vinden op
1 mei 19..., 19 uur MET; rp 52°05',
X 20m31s.
2. Op 10 april 19... wordt op een plaats met
breedte 52°05' en lengte 20m31s een
azimutbepaling uit zonsuurhoek gedaan,
aflezing van het uurwerk is MET 8 uur
30 min. 10 sec.
Bepaal met de Star Almanac de in onder
staande formule in te vullen grootheden
sin w cos t cos tg d
cotg A r
sin t
3. Op een plaats gelegen op de equator
wordt op 31 maart 19... ten behoeve van
een lengtebepaling een grote ster waarge
nomen op een hoogte van 45° en een kom-
pasazimut van ruwweg 270°. De naar
GMT gecorrigeerde chronometertijd is
15 uur, de lengte van de plaats is ongeveer
19 uur.
Ga na welke ster dit geweest kan zijn.
4. Voor welke grootheden voert men bij de
berekening van de simultane lengte- en
breedtebepaling met het prismatisch astro
labium voorlopige waarden in? Wat is het
minimum aantal sterren?
Laat zien hoe men met onderstaande for
mules een grafische vereffening uit kan
voeren.
A cp= A X cos (p0
x sin a00 -j- y cos a00 fi A'z p Az
Administratief recht Tijd: 75 min.
1. a. Bij welke instanties kan een belang
hebbende in beroep komen tegen de
meting of schatting ingevolge de wet
op de Grondbelasting?
b. Welke richtlijnen zijn voor de eerste
uitspraak gesteld?
c. Hoe was deze materie vroeger ge
regeld?
d. Welke voordelen heeft de huidige
regeling?
2. a. Wat verstaat men in het administratief
recht onder een beschikking?
b. Kan een beschikking ongedaan worden
gemaakt?
c. Zijn er voorschriften voor beschik
kingen?
d. Noem enige voorbeelden van beschik
kingen en geef hierop commentaar.
3. a. Wat verstaat men onder de „veramb-
telijking" van bestuursorganen en welk
verband bestaat hier met de decentra
lisatiegedachte?
b. Welke tegenstelling ziet men vaak tus
sen bestuur en rechtspraak?
Illustreer dit met een voorbeeld uit het
agrarisch recht.
202
B
2 3
D
fl fj.