5 jaar GEODESIA 191 Toen de redactie mij vroeg een kort woord bij deze ,,5 km-paal" te schrijven werd er een exemplaar van Nr. 1 Jaargang 1 van Geo- desia, waarin ik een welkomstwoord schreef, bijgevoegd. Men suggereerde daarmee kenne lijk, dat ik de werkelijkheid van vandaag zou toetsen aan de gedachten, die in dat wel komstwoord waren neergelegd. Het moet dan ieder, die met mij indertijd zo wel het Genootschap als Geodesia met vreug de en voldoening hebben begroet, goed doen te constateren, dat op menig gebied de ver wachtingen niet alleen niet zijn beschaamd, doch door de werkelijkheid van vandaag meer dan gerealiseerd zijn. Het aantal abonnees op Geodesia is meer dan tweemaal zo groot als het aantal, dat men vijf jaar geleden als een goede schatting beschouwde. Dit is m.i. toe te schrijven aan twee oorzaken. Prof. Schermerhocn op het le N.G.L.-congres De eerste is te zien in de kwaliteit van hetgeen geboden wordt. Er is een gelukkige verschei denheid van onderwerpen. Artikelen over de geschiedenis van onderdelen van het vak, be schrijving van prestaties van allerlei land meetkundige diensten onder verschillende om standigheden naast inlichting van de lezers over werking en toepassingsmogelijkheid van de modernste hulpmiddelen in de landmeet kunde vindt men in bonte mengeling door iedere jaargang. Ik heb dit persoonlijk ervaren bij de vrij intensieve bewerking van de 4de druk van het Leerboek der Landmeetkunde, waarbij Geodesia vele malen in literatuurver wijzingen wordt genoemd, in het bijzonder waar het het gebruik van moderne methoden betreft. Zulke verwijzingen maken het een auteur gemakkelijk en zijn anderzijds een blijk van waardering voor het tijdschrift. Het succes van Genootschap en Geodesia is echter niet alleen aan niveau en kwaliteit van het gebodene toe te schrijven. Men vindt er ook de bevestiging in van een gedachte uit het welkomstwoord, n.l. dat de kracht van de maatschappelijke ontwikkelingen, die hun oor sprong vinden zowel in technische als in so ciaal-economische verschuivingen, in sterke mate tot dit succes bijdragen. Deze ontwik kelingen hebben tengevolge dat er een wezen lijke behoefte bestaat aan wat Genootschap en Geodesia samen bieden. Men heeft slechts de voorwaarde te stellen, dat de leiding op verstandige wijze werkt in overeenstemming met de eisen, die deze ontwikkeling stelt, om succes verzekerd te doen zijn. Ik heb de in druk, dat aan deze eis door de thans aan bod zijnde generatie in ruime mate wordt voldaan, ik zou zeggen: ga zo door en de stijgende lijn zal niet onderbroken worden. De andere gedachte uit het welkomstwoord nl. die met betrekking tot de Nederlandse Landmeetkundige Federatie en de ontwikke ling, die daarin plaats zou moeten vinden, is blijkbaar moeilijker te realiseren. Het valt niet te ontkennen, dat in de oude bestaande orga nen een zekere verwarring heerst. Daarom is het misschien goed hierop op deze plaats nu niet verder in te gaan en slechts te zeggen, dat ik nog niet de overtuiging heb, dat de droom uit mijn welkomstwoord nu al bedrog zou zijn. Niet omdat het Genootschap of Geo desia het nodig zouden hebben, maar een voudig omdat men met een dergelijke alles omvattende Nederlandse Landmeetkundige Federatie een orgaan met een machtige stem zou scheppen, blijf ik nog altijd hopen op een goede oplossing. Het op tactvolle wijze mede werken hieraan door Geodesia waar mogelijk en door het Genootschap in het bijzonder is dan een taak voor de komende vijf jaren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 3