■■■■til IN MEMORIAM J.^W. HODDENBACH 197 Op 11 juli 1964 is in de ouderdom van 68 jaar te 's-Gravenhage overleden de heer W. Hoddenbach, oud-leraar aan het Cen traal teken- en opleidingsbureau van het Ka daster. Gaarne wil ik enkele woorden wijden ter na gedachtenis aan hem die gedurende 33 jaren een toegewijde medewerker van mij is ge weest. Toen ik in 1926 als jong landmeter aan het bureau te Rotterdam werd geplaatst, in die nog zo ongecompliceerde tijd toen wij onder de ingenieur-verificateur nog slechts landmeters, tekenaars en meetarbeiders ken den, kreeg ik als tekenaar de 'toen 30-jarige Hoddenbach toegewezen. In die tijd deed de landmeter nog veel zelf aan de vervaardiging van de metingsstukken en beperkte zich de assistentie tot het opmaken van niet te inge wikkelde hulpkaarten en staten 75 betref fende de gewone dienst. De tekenaar moest dan ook meer dan één landmeter assisteren. Het was ook in die jaren, dat in het orgaan van de tekenaarsvereniging min of meer hatelijke artikelen tegen de landmeters wer den gepubliceerd, waarin min of meer werd te kennen gegeven, dat de tekenaar wel alle bezigheden van de landmeters kon verrich ten, zowel te velde als ten kantore. Natuur lijk bleven reacties van de landmeters niet uit en verzetten velen van hen zich tegen elke verbetering in opleiding en positie van de tekenaars. Er was dus een slechte verstand houding tussen de twee categorieën (geluk kig lang niet altijd tussen de personen; in Rotterdam heerste ten minste tussen ons allen een prettige sfeer), een averechts wer kende wisselwerking, waarvan men moeilijk zou kunnen zeggen wie begonnen is. In mijn jeugdige overmoed meende ik de Rot terdamse tekenaars bij herhaling te moeten voorhouden, dat, als zij iets wilden bereiken, de juiste weg was zich eerst op eigen initia tief te ontwikkelen; pas dan zou men met meer recht van spreken aanspraak op posi tieverbetering kunnen maken; ik hield daarbij het voorbeeld van de landmeters voor ogen. Mijn pleidooi vond o.a. gehoor bij Hodden bach, die met de nodige ijver en mijn hulp zijn kennis en kundigheden belangrijk wist uit te breiden, zodat hem geleidelijk meer werkzaamheden konden worden toever trouwd dan toen normaal was. Nadat de functie van hoofd van bureau werd inge voerd (voordien werden alle staten 75 minu tieus door de ingenieur-verificateur nage zien!), kwam er dan ook een moment waarop het toenmalige hoofd Hoddenbach belastte met in eerste aanleg alle staten 75 van het bureau grondig na te kijken en hem zijn op en aanmerkingen voor te leggen. Daarmede was ik Hoddenbach als assistent voor het grootste deel kwijt. De opvatting dat men eerst zelf eens initia tief moest tonen, verbreidde zich in de gehele tekenaarsvereniging, wat resulteerde in het aan mij gerichte verzoek van het bestuur een schriftelijke cursus over de kadastrale bere keningen samen te stellen en te leiden. Ik heb dit op mij genomen op voorwaarde, dat Hod denbach mij daarbij zou mogen assisteren. Bij deze cursus (die in 1935 begon) kwamen zijn capaciteiten pas ten volle aan het licht. Men

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 9