BERICHTEN van en uit het N.G.L. Als men de fraaie kaarten en kaartversierin- gen bekijkt rijst opnieuw de vraag, of ook een bespreking via Openbaar Kunstbezit voor de televisie zin kan hebben. Evenzeer als meu bilair en architectuur zijn vele kartografische produkten als uitingen van kunst te beschou wen. Het nu nog ontbreken van kleuren be hoeft o.i. geen hinderpaal te zijn. 271 kans, zulke originele uitgaven in de vrije ver koop te vinden en, mocht hij die kans krijgen, dan is de prijs van 15.000,a 20.000, in de meeste gevallen veel te hoog voor aan schaffing. De facsimile-uitgaven, waaraan veel handwerk zit, brengen de kostbare stuk ken in een goedgelijkende gedaante onder een breed bereik van belanghebbenden en geïn teresseerden. Dr. Koeman merkte op dat in de 16e en 17e eeuw de atlassen steeds meertalig werden uit gegeven in tegenstelling tot de tegenwoordige Nederlandse uitgaven. De Elsevier-uitgaven staan door hun uitvoering weer op internatio naal niveau. Toen na de val van Antwerpen in 1583 het centrum van de kartografische activiteiten naar Amsterdam verschoven werd, behield deze stad nog lang zijn toon aangevende plaats. Hoewel dus Ortelius een Antwerpenaar is en Waghenaer stamt uit Enkhuizen, mag men om bovengenoemde reden Amsterdam toch wel aanmerken als de juiste plaats voor deze bijeenkomst. Bij het bekijken van atlassen moeten wij niet in de eerste plaats denken aan metende samenstellers; zij namen steeds bestaande kaarten en bewerkten die. Zo was het vroeger, zo is het nog. Ook Ortelius deed dat. Maar hij vermeldde daarbij de naam van de auteur. De historische kartografie is daar dankbaar voor: in die tijd lieten velen de vermelding achter wege, waardoor het onderzoek zeer wordt be moeilijkt. Uit correspondentie blijkt, dat Or telius wel zelf meewerkte aan de (wat zware) inkleuring. Oude kaarten zijn zeldzaam; atlassen blijven door hun vorm althans iets beter bewaard dan losse kaarten. Voor zee kaarten was een zorgvuldige bewaring nog noodzakelijker dan voor landkaarten. De eerste zeeatlas van de eenvoudige stuurman Lucas Jansz. Waghenaer uit Enkhuizen over trof in presentatie en omvang de tot die tijd gebruikelijke zeemansgidsjes en bevorderde door zijn atlasvorm de onbeschadigde be waring. Hij beleefde gedurende 20 jaar vele herdrukken. Waghenaers scheppingen wer den in geheel Europa bekend. Het is dus be grijpelijk dat deze twee atlassen in overleg met Dr. Koeman door Elsevier als eerste uit gaven zijn gekozen. De hoge kwaliteit en de scherpte van de oude stukken is met hulp van een gecompliceerde foto-chemische techniek gehandhaafd. De lijnen op de originele gra vure zijn gescheiden van de kleuren gedrukt (deze lijnen zijn scherp zwart gebleven). Het is de eerste maal, dat deze techniek bij atlas uitgaven wordt toegepast. Elke atlas (formaat ca. 40 X 27 cm) heeft als begeleiding een monografie van ruim 60 blad zijden, met bibliografie: auteur is Dr. Ir. C. Koeman, lector in de historische kartografie aan de Rijks Universiteit te Utrecht. Deze ge- illustreerde studies 1)'2) zijn, evenals de kost bare atlassen, fraai uitgevoerd. Zij geven, naast de historische achtergrond, een uitgebreid overzicht van het werk en het leven van de atlas-samenstellers Ortelius en Waghenaer. Wij hebben respect voor de moed van Else vier, om dergelijke historische uitgaven te ver zorgen. De begeleidende studies van Dr. Koe man zullen er zeker toe bijdragen dat de uitgaven later als welgeslaagd mogen worden aangemerkt. De prijs (na Sinterklaas 390,per stuk) is voor deze kunstzinnig uitgevoerde atlassen niet te hoog. Wij hopen dat ook in Nederland velen er aan zullen medewerken, dat zij in de bibliotheken zullen worden aangeschaft. W. K. B The history of Abraham Ortelius and his Theatrum Orbis Terrarum by Dr. C. Koeman. 2) The history of Lucas Janszoon Waghenaer and his Spieghel der Zeevaerdt by Dr. Ir. C. Koeman. Kort verslag van de regionale bijeenkomst Zuid-Holland op 16 oktober 1964 te Delft Waarom bedrijven wij geodesie? Uit nieuwsgierigheid, of, wil men het mooier zeggen; om de wetenschap. Aldus de heer Ir. J. C. de Munck, lid van de wetenschappelijke staf van de afd. Geodesie van de Technische Hogeschool. Met een korte inleiding over het waarom waartoe en het hoe van de geodesie bracht deze spreker ons een dertigtal geïnteres seerden, waarbij o.a. vijf cursisten van het C.T.O. naar het onderwerp van de cau serie Triangulatie met behulp van Kunst~ manen".

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 13