waddenmeting 1963 door R. F. Veenendaal, landmeetkundig ambtenaar bij de Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat Door het Arrondissement Hoorn, afd. Studie dienst, werd in het begin van 1963 aan de Meetkundige Diénst het verzoek gericht om een aantal hoogtemerken te plaatsen en te be palen in de Friese Wadden (zie kaart op blz. 266). De Studiedienst wil n.l. nieuwe hoogtelijnen-kaarten van deze gebieden ver vaardigen en de waterbeweging bestuderen. Uit de door ons bepaalde hoogtemerken kan men de nulpunten van peilschalen (al dan niet registrerende) snel en eenvoudig bepalen, in hoogte t.o.v. N.A.P. Met zo'n aldus be kende peilschaal kan men dan op ieder moment ter plaatse de hoogte van de waterspiegel t.o.v. N.A.P. bepalen. Door interpolatie tus sen enige van deze peilschalen berekent men de hoogte van de zeespiegel op ieder ander punt en aldus zijn de lodingen eenvoudig te reduceren tot hetzelfde niveauvlak (n.l. N.A.P.). Als men bedenkt dat tot nu toe alle lodingen t.o.v. de zeespiegel omgerekend moesten wor den m.b.v. een geïnterpoleerde zeespiegel stand uit peilschalen, die op zeer grote afstan den van elkaar gelegen waren, n.l. Harlingen, Kornwerderzand, den Oever, Oude Schild, Vlieland en Terschelling, is het duidelijk dat door deze verdichting van peilschalen de lodingen en waterbewegingsmetingen beter uit zullen komen. Door de Studiedienst werd op een kaartje 1 100.000 de gewenste plaats van de peil schaal aangegeven. Hieruit blijkt wel dat er enige variatie wat betreft de plaats mogelijk is en ook moet zijn, daar het terrein (de zee bodem), vaak niet meer in overeenstemming is met de bestaande kaarten. Zo dicht moge lijk bij de gewenste plaats van de op te richten peilschaal werd door ons een ondergronds peilmerk (OM) geplaatst en in hoogte be paald. Ook werden met het oog op mogelijke toekomstige metingen ondergrondse merken geplaatst op punten waar de doorgaande waterpassing toch langs kwam, zoals bij het vogeleiland Griend. Het bleek mogelijk vanaf de Friese kust bij Roptazijl een doorgaande meting naar Vlieland uit te voeren en daarin een tiental ondergrondse merken op te nemen. De punten die niet langs deze doorgaande route lagen, werden als zijslag uit deze door gaande raai of als zijslag vanaf de eilanden bepaald. De doorgaande meting liep vanaf Roptazijl via de ondergrondse merken: nr. 11 - Grien- derwaard Z.O. - nr. 10 - OM Griend nr. 9 -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 3