17 als eigenaren bekend staan, worden zij niet opgeroepen en mogen zij niet aan de stemming over het besluit tot ruilverkave ling deelnemen. Op welke wijze heeft de wetgever hierin voorzien? 14. Bij de verdeling van het ,,blok" geldt het beginsel van agrarische en subsidiair financiële gelijkgerechtigheid der eige naren. Wat betekent dit? 15. Bij de nieuwe, krachtens de Ruilver- kavelingswet verkregen, eigendom vindt titelzuivering plaats. Wat bedoelt men hiermede? Kadaster Tijd: l-J uur 1. Wat is de Recueil Méthodique en waar om is deze in Nederland in gebruik? 2. Waaruit blijkt dat het fiscale doel van het kadaster op de achtergrond is ge raakt? 3. Wat is het verschil tussen het volledig en het onvolledig negatief stelsel? Welk van deze twee is er in ons land? 4. Wat verstaat u onder cultuurpercelen? Welke moeilijkheden kunnen uit het be staan ervan voortvloeien? 5. Wat is het verschil tussen het register 69 en het register 69a? 6. Waarin verschilt het register 69a, inge steld in 1879, van het register 69a dat thans wordt gebruikt? 7. Wat was de opdracht aan de Staats commissie inzake het kadaster, die in 1957 werd ingesteld? 8. Welke projectie is bij de oorspronkelijke opmeting gebruikt? Welke wordt thans gebezigd in geval van hermeting? 9. Wat is het verschil tussen titelonderzoek en filiatie? 10. a. Waarvoor dienen de kaarten 93 en de formulieren 93a? b. Wie vormt de kadastrale aanduiding van appartementen? c. Welke voordelen biedt het filmplan? Landmeten en waterpassen Tijd: 2i uur 1. Op welke wijze kunt u de vergroting van de kijker van een theodoliet bepalen? 2. Welk diafragma bepaalt het intreevenster van een richtkijker en welke functie heeft dit diafragma? Waar bevindt zich dit in treevenster? 3. Welke grootheden bepalen de helderheid van een kijker? 4. a. Wat is de hoekwaarde van een niveau? b. Beschrijf globaal de werking van het niveauprisma van Wild en geef de voordelen hiervan aan. 5. Waarop berust de werking van de com pensator of stabilisator in een zgn. auto matisch waterpasinstrument en wat wordt door die werking bereikt? 6. 'Wat is het effect van het zakken van het instrument tijdens een doorgaande water passing en hoe wordt dit effect gecorri geerd, c.q. geëlimineerd? 7. Op welke eis dient het alhidade-niveau van een kijker met verticale rand te wor den geregeld en hoe verloopt deze rege ling aindien op de kijkerbuis een reversie- niveau aanwezig is; b. indien dit niet het geval is. 8. a. 'Welke grootheden moet men meten bij een barometrische hoogtemeting? b. Welke instrumenten zijn hiervoor nodig? c. Welke gegevens dient men, behalve de onder a gevraagde, nog te kennen? 9. Welke formules worden toegepast voor het bepalen van de horizontale afstand, onder gebruikmaking van: a. een dradenafstandmeter met verticale baak; b. een prisma-afstandmeter met horizon tale baak; c. een theodoliet met basisafstandsbaak. Geef door schetsjes aan wat de door u gebezigde grootheden voorstellen. 10. Van de onder 9a en b genoemde instru menten bestaan vormen waarbij de reductie tot de horizontale afstand door bijzondere constructies aan het instru ment tot stand wordt gebracht. a. Beschrijf deze constructies en noem enige instrumenten waarbij deze zijn toegepast. b. Noem de orde van grootte van de nauwkeurigheid in de bepaling van de afstand die met deze instrumenten kan worden bereikt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 15