9 Na 1832 brachten evenwel verschillende wet ten en besluiten verband tussen de hypothe caire inschrijvingen en de kadastrale ge gevens. Uiteindelijk de Notariswet van 8 juli 1842 waarin het gebruik van de kadastrale perceelnummers in hypotheekakten dwingend werd voorgeschreven zorgde voor het slui tende geheel, dat sedertdien tot op de huidige dag het mogelijk maakt precies te weten te komen op welke vaste goederen bepaalde hypotheken drukken dan wel de hypothecaire bezwaardheid van bepaalde vaste goederen na te gaan. Eerste vernieuwing Intussen nam dit niet weg dat in 1842 nog zeer vele inschrijvingen van hypotheken be stonden waarin de kadastrale aanduiding niet was gebruikt. Teneinde in deze lacune te voorzien werd in dezelfde maand als die waar in de Notariswet tot stand kwam, een Wet van kracht, die de inschrijving in de nieuwe hypotheekregisters vorderde van alle nog be staande hypothecaire inschrijvingen welke onder de Franse wetgeving tussen 1 januari 1819 en 1 oktober 1838 in de toen bestaande openbare registers waren ingeschreven. Op de in te leveren borderellen moesten de be zwaarde percelen worden aangeduid „door de opgave van de gemeente in welke die goe deren gelegen zijn, mitsgaders van derzelver sectie en nummer, volgens het kadaster Deze partiële vernieuwing van de hypothe caire inschrijvingen bleek in de praktijk niet dat resultaat te hebben geboekt dat men er van verwachtte. Al spoedig hoorde men klaag tonen en aanmerkingen over de werking van het systeem. Toch duurde het nog tot 1860 vóór een wetsvoorstel werd ingediend dat verbetering beoogde. Dit laatste werd even wel door regeringswisseling spoedig inge trokken. Zeven jaar later werd een Staats commissie in het leven geroepen die in 1870 met een concept-wetsontwerp kwam, maar verder vorderen deed men niet. Tweede vernieuwing Verwarring van de hypothecaire boekhou ding, mede ontstaan door ingewikkelde ver nummeringen en een onoverzichtelijke admi nistratie, verwaarloosde en foutieve door halingen van hypothecaire inschrijvingen, maakten verbetering van wetgeving en boek houding en vernieuwing van de gedane in schrijvingen noodzakelijk. De Wet van 5 juni 1878 bracht de totstandkoming van geheel nieuw ingerichte inschrijvingsregisters, en vorderde voor het eerst in de kadastraal- hypothecaire geschiedenis een algehele ver nieuwing van de hypothecaire inschrijvingen binnen twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1879. De nieuwe uitvoeringsvoorschriften brachten het bekende register 69a, dat een on derzoek naar de hypothecaire bezwaardheid van een perceel aanmerkelijk vergemakke lijkte. Sedertdien heeft de administratie een sleep van 85 jaren hypothecaire inschrijvingen moeten meetrekken. Wat dit betekent kun nen we slechts bevroeden; in de 25 Bewarin gen bevinden zich 28000 inschrijvingsregisters met naar zeer ruwe schatting ver over de 5 miljoen opgetekende hypotheken. In de af gelopen acht jaar alleen al zijn in Nederland 880.000 nieuwe hypothecaire inschrijvingen geboekt en 770.000 inschrijvingen doorge haald. Alle originele borderellen van deze vijf miljoen inschrijvingen liggen in de kluizen van de Bewaringen, samen met de miljoenen toe stemmingen tot doorhaling van de inschrijving van hypotheken, welke door de schuldenaar waren afgelost. Want belanghebbenden moe ten in de gelegenheid kunnen worden gesteld, in een bepaald geval na te gaan of het met de pen door de „bladschrijver" ingeschrevene ook klopt met het origineel, en in geval van roye ment moet men in de gelegenheid zijn na te gaan of dit royement door een bevoegde is verzocht. Hypothecaire inschrijving Het is op deze plaats misschien instructief, eens samen na te gaan hoe zulk een hypothe caire inschrijving tot stand kwam. Een hypo theek geldt in het algemeen tot waarborg van de terugbetaling van een schuldsom en de be taling van de bedongen rente. Tot de verkrij ging van deze waarborg bedingt de hypothe caire geldschieter een hypotheek op de on roerende goederen van de debiteur. Wellicht de meest „safe" vorm van waarborg intussen en daarom zo verbreid, want vast goed kan haast niet verloren gaan of meegenomen wor den. Bovendien is hypotheek een zakelijk recht dat voorrang heeft boven vele andere schul den en dat gelding heeft tegenover ieder in wiens handen het bezwaarde onroerend goed zich bevindt, wie of hoe dan ook. De parate executie is nagenoeg altijd mogelijk, zonder voorafgaande beslissing van een rechter.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 7