VAN HET C.T.O. VAN HET KADASTER 42 In het novembernummer van het cursisten blad van het C.T.O. „What's in a name" stond o.a. een artikel waaruit we hier enkele gedeelten laten volgen. De praktijk Op het C.T.O. proberen we in theorie te be grijpen wat het Kadaster is en doet. De taak is in onderdelen gesplitst en wordt zo uit eengerafeld aan beschouwingen en oefe ningen onderworpen. Maar wat zien we in ons dagelijkse leven van deze overheidsinstellingHoe ondergaat de inwoner van ons land de beschermende, rege lende, voorlichtende functie van het Kadaster? Deze vraag is de bron van de volgende vraag. Geef in eigen woorden een voorbeeld van één of meer facetten uit de praktijk, uit het dage lijkse leven over het hoe, waar, wanneer, waar om en wat het Kadaster in onze maatschappij is en doet. De keuze kan gemaakt worden uit alle taken en bemoeienissen in de ruimste zin van het woord. Het is een experiment, waartoe ik u allen uit daag, u tart hieraan deel te nemen. Ik was mij er van bewust, dat dit een moeilijke opgave was. Cursisten, nog in opleiding zijn de, een artikel te laten schrijven dat ergens ons vak zou raken. Het was een wissel trekken op het jeugdig enthousiasme en de belangstel ling voor ons werk. Dat de opstellen niet vol ledig konden zijn, omdat nog niet voldoende inzicht en ervaring aanwezig waren, zou ge accepteerd dienen te worden. Van de 80 cursisten hebben 8 de uitdaging aangenomen en een opstel ingezonden. Men kan dit gering vinden, maar men moet zich dan realiseren dat er geen stoffelijke beloning tegenover stond, dat het volledig vrijwillig was en dat er in de dienst zelf met de hon derden collega's ook maar enkelen zijn die bijv. een artikel voor Geodesia schrijven. Een jury, bestaande uit de cursisten mej. S. A. Vonk en R. Koster, de leraren Dubbelt en Van de Vrugt en collega J. Reijnhout van de L.D. Den Haag, beoordeelden onafhankelijk van elkaar de opstellen en klasseerden ze als volgt: 1. met 13 punten H. F. Dorscheidt: Het drostambt Tudderen. 2. met 13J punten E. A. Ubels: Oek en de landkaart. 3. met 19 punten J. de Vries: Ruilverkaveling Vriezenveen. 4. met 20 punten C. W. Tekenbroek: Vanuit de lucht gezien. 5. met 25 punten mej. L. C. Denekamp: Van A.P. naar N.A.P. 6. met 25a punten mej. A. G. M. Roerdink: Luchtkaartering in de praktijk. 7. met 27\ punten H. v. d. Bunt: Kent Neder land zijn Kadaster en Grenzen en de k^art? 8. met 33jj punten E. J. Pleiter: Enkele facet ten uit de praktijk. De jury dank ik voor hun objectieve beoor deling; hun werk was moeilijk, omdat het zulke verschillende onderwerpen betrof. De inzendsters en inzenders maak ik graag een compliment voor hun opstel en ik hoop dat hun belangstelling voor ons vak verder mag groeien en dat we in de toekomst nog eens van hun pennevruchten mogen proeven. De redactie van Geodesia dank ik voor het be schikbaar stellen van deze ruimte en het op nemen van dit opstel. G. G. KOPPIES Noot van de redactie: We zouden het op prijs gesteld hebben als van te voren iets meer overleg was gepleegd en als een vertegenwoordiger van de redactie in de jury zitting had kunnen nemen en zo mede invloed op de uitslag had kunnen uitoefenen. We waarderen echter het initiatief en menen uit dien hoofde onderstaand op stel, dat als het beste werd geklasseerd, te mogen op nemen. Voor juistheid van inhoud en beoordeling neemt de redactie echter geen verantwoording.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 14