62 de was weer te verwijderen en glad te strij ken, of te wel tabula rasa maken). Daar de Perzen geen papyrus meer konden betrekken uit Egypte, ging men over tot het vervaardigen van perkament uit de huiden van kalveren, schapen en ezels. De beste soort werd bereid uit de huid van ongeboren lammeren in het stadje Pergamum waaraan het perkament ook zijn naam dankt. Met het oog op de materiaalbesparing schuurde men wel teksten met puimsteen uit het perkament waarna het opnieuw beschreven kon worden. Het op deze wijze geradeerde perkament heet palimpsest, en met behulp van fotografie onder ultra violet licht is het mogelijk de ge radeerde tekst weer zichtbaar te maken. Ter vervanging van het dure perkament is men gaan zoeken naar een andere schrift drager welke dan ook werd gevonden in het zgn. boomwolpapier'' waaraan men later linnen toevoegde. Thans gebruikt men papier dat voor het grootste gedeelte bestaat uit houtslijp, lompen en plantaardige vezels met een toegevoegde bepaalde .lijming". In China penseelt men door de eeuwen heen op rijst papier. Tot de uitvinding van de stalen pen 1825) schreef men met de ganzepen en voor uiter mate fijn werk met de kraaiepen. Het ver snijden van een veer tot pen was een kunst op zichzelf. In de Gouden Eeuw was dit dan ook een van de eisen welke gesteld werden aan de onderwijzer. Tegenwoordig is er een veelheid van pennen op de markt verkrijg baar waarmee vrijwel alle schriftsoorten zijn te vervaardigen. Laten we besluiten met een uitspraak van de beroemde Engelse schriftvernieuwer Edward Johnston: De belangrijkste eisen van een bruikbaar schrift zijn: Duidelijkheid, schoon heid en karakter' Een uitspraak waaraan voor onze landmeetkundige kringen de eisen van doelmatigheid, zakelijkheid en reprodu ceerbaarheid nog kunnen worden toegevoegd. LANDMEETKUNDIG TEKENEN. Toe passingen bij het Kadaster en inleidingen over aanverwante onderwerpen door B. J. Lensen en J. H. H. Bongaerts, oud-leraar resp. leraar aan het Centraal Teken- en Opleidingsbureau van het Kadaster te 's-Gravenhage. Met 116 figuren en 28 modellen, waaronder 10 alfa betten. Tweede, geheel herziene druk. N.V. Uitgeverij „Argus", 's-Gravenhage. Prijs in linnen gebonden 24,50. Over het toepassen van het landmeetkundig tekenen voor de vervaardiging van terrein kaarten van allerlei aard staat in ons land maar weinig literatuur ter beschikking. Daarom des te meer verdient het waardering dat de schrij vers van bovengenoemd werk getracht hebben in deze leemte te voorzien, door uit hun reeds bestaand werkje „Wenken bij het kadastraal tekenen" een handleiding voor het landmeet kundig tekenen samen te stellen en in boek vorm te doen verschijnen. Dat dit werk thans een tweede druk mag beleven, pleit nog meer voor het goede initiatief van de schrijvers. Het feit dat deze nieuwe druk geheel herzien, en met 36 bladzijden uitgebreid is, maakt het ver vangen van de beduimelde, vaak versleten exemplaren in algemene en particuliere biblio theken des te aantrekkelijker. Zoals ook reeds uit de ondertitel Toepas singen bij het Kadaster is op te maken, heeft de schrijvers bij de behandeling van de stof steeds het vervaardigen van de kadastrale kaart voor ogen gestaan. De kadastrale kaart neemt in de categorie terreinkaarten op grote schaal een speciale plaats in. Veel van hetgeen behandeld is, in het bijzonder datgene wat de techniek van het vervaardigen betreft, is fun damenteel en daarom ook van belang bij het vervaardigen van niet-kadastrale terrein kaarten. De inhoudsopgave vermeldt 117 bladzijden kaarttekenen in de kadastrale praktijk, 11 bladzijden bijwerken en vernieuwen van ka dastrale plans, 3 bladzijden onderhoud van tekengereedschap, en dan 108 bladzijden aan verwante onderwerpen als het kadaster, de Topografische kaart, de ruilverkaveling, de mechanische reproduktie, e.a. Omtrent toepassingen in de tekentechniek zullen altijd wel kleine meningsverschillen blijven bestaan. Veel is immers afhankelijk van de vaardigheid van de betrokken tekenaar en van de richting waarin deze vaardigheid ont wikkeld is. In tegenstelling tot de schrijvers zullen anderen juist nalaten om het gebruik

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 10