63 van een 8H-potlood te propageren. In handen van de nog niet ervaren tekenaar zal de glas- scherpe punt van dit potlood hinderlijke kras sen op het kaartpapier achter laten. En ervaren zijnde blijft het steeds moeilijk om met 8H gelijktijdig aan de tegengesteld gerichte voor waarden 3 en 7 op bladzijde 18 te voldoen. Een hardtegraad 4H bijv. geeft minder risico. De tekst over het kodatrace op de bladzijden 30 en 31 moet bij het herzien aan de aandacht ontsnapt zijn. Het doet vreemd aan om in 1964 nog te lezen dat ,,de laatste jaren voor het maken van calques gebruik gemaakt wordt van een buitengewoon transparante sub stantie, het z.g. kodatrace". Waarom is de be trokken tekst niet vervangen door een be schouwing over een van de zoveel betere ma terialen welke na de jongste oorlog het koda trace geleidelijk aan verdrongen hebben? Zijn bijv. de ervaringen van het in de jaren 1958 1959 aan de markt gekomen permatrace wat betreft krimpen en rekken, duurzaamheid en andere eigenschappen niet belangrijk gun stiger dan die van kodatrace? Door op bladzijde 33 bovenaan te vermelden, dat na de intrede van de kunststoffoliën in Ne derland het graveren werd ingevoerd, wordt te kort gedaan aan onze voorouders die door graveren in koper of steen drukvormen voor nog steeds bewondering afdwingende kaarten vervaardigden. Uitvoerig wordt in hoofdstuk II ingegaan op datgene wat voor het kaarteren van belang is te weten. Hier is de ervaren cartograaf aan het woord. De degelijkheid waarmede o.a. het opzetten van nieuwe plans behandeld is, doet wensen dat nog enkele onderdelen van alge mene aard, gericht op het vervaardigen en ge bruiken van terreinkaarten, waren opge nomen. Onderwerpen als het onderzoek van meetlijnenconstructies op meet- en kaarteer- fouten en het lokaliseren van eventuele fou ten, de bouw van en werkwijze met een detail- coördinatograaf, het corrigeren van afstanden en oppervlakken bij het kaarteren op en af passen van niet-maatvaste tekeningdragers, spelen toch ook een rol bij het tot stand komen en gebruiken van kadastrale werkplans, in het algemeen van kaarten welke betrekking heb ben op hermeten gebieden? Er zijn vele omstandigheden tengevolge waar van de figuratie op kadastrale minuutplans en bijbladen geleidelijk aan vertekend is. Het in passen van nieuwe metingen schept dan pro blemen, waarvan het oplossen, zelfs voor de meest ingewijde cartograaf niet eenvoudig is. In paragraaf D van het hoofdstuk kaar teren worden uitvoerig en op overzichtelijke wijze de gebreken van minuutplans en bijbla den behandeld, terwijl talrijke voorbeelden richting geven aan het oplossen van in de praktijk voorkomende moeilijkheden. Zeer terecht neemt hier het indelingspercentage ten gevolge van het krimpen en rekken van de plans een afzonderlijke plaats in. Hoe in de praktijk dit percentage bepaald wordt, komt jammer genoeg niet scherp tot uitdrukking. Ofschoon ook in de kadastrale praktijk naar uniformiteit en vereenvoudiging in het kaart- beschrijven gestreefd wordt, vraagt het bijwer ken van in de kadastrale archieven aanwezige oude plans nog kennis van en vaardigheid in het tekenen van verschillende lettertypen. Hiervoor, maar ook voor beoefenaren van de kalligrafie zijn in dit boekwerk vele schrift soorten door middel van een uitgebreide tekst en een getekend model te vinden. Een bijdrage tot uniformiteit in de kadastrale praktijk leveren de schrijvers ook door de tal rijke en grondig behandelde aanwijzingen om trent het inkten en beschrijven van kadastrale tekeningen. In het bijzonder verdienen het nummeren van kadastrale percelen en het bij pijlen van terreingedeelten alle aandacht. Het zijn vooral deze twee elementen welke naast het aanzicht ook het karakter van een kadas trale situatietekening bepalen. Onder de aanverwante onderwerpen, welke de tweede helft van dit boek vullen, is veel waar van bestudering de examenkandidaat ten goede zal komen. Uitermate boeiend zijn de betekenis van de kaart voor staat en maat schappij, en de gedaante van de kadastrale kaart gezien binnen het raam van de groep terreinkaarten. Het laatste onderwerp, als mede een hoofdstuk over het kadaster en een met medewerking van Ir. J. A. C. E. van Roer- mund geschreven tekst over de nieuwe me thode van kaartvervaardiging bij de Topo grafische Dienst in Nederland zijn aanwinsten in deze nieuwe druk. Het Kadaster vervult 'n cartografische functie in de samenleving. Voor bepaalde terreinkaar ten als uitbreidingsplannen en streekplannen wordt veelal gebruik gemaakt van de kadas trale kaart als ondergrond. Om deze functie te dienen besteden de schrijvers in hoofdstuk XIII aandacht aan de bladindeling van de kadastrale kaart. Zij zien in een indeling van noordgerichte plans, waarop de figuratie prak tisch het gehele plan vult en welke onderling rechthoekig aansluiten, een bijdrage in de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 11