n.g.l. congres en tentoonstelling van landmeetkundige instrumenten vrijdag en zaterdag 12 en 13 november 1965 „musis sacrum' arnhem Noteert deze data in uw agenda's 64 doelmatigheid van de kadastrale kaart. Onge twijfeld zal een dergelijke bladindeling een niet onbelangrijke besparing van het aantal bladen kunnen betekenen. Jammer is dat in hoofdstuk VIII van de nieuwe druk, zowel in de tekst als in model 16 weer de normbladen 117 en 616 zijn opge nomen. De examenkandidaat dient te weten dat deze bladen vervangen zijn door norm bladen betreffende aanduidingen op tekenin gen van bestaande situaties op schaal 1 2500 en groter. Ook kan in de tekst onderaan op bladzijde 157 het niet vermelden van de in 1957 uitgekomen topografische kaart schaal 1 100.000 als een gemis gevoeld worden. (Deze kaart werd uitvoerig besproken door Ir. C. Koeman in het tijdschrift Kartografie nr. 1/ 1958.) Het onderwerp papierfabricage is te vinden onder het hoofdstuk het materiaal waarop wij werken. Door plaatsing bijna achter in het boek zou dit onderwerp wel eens te weinig onder de aandacht van de kaarttekenaar kun nen komen. En juist bij het kaarteren op ma chinaal vervaardigd papier, in tegenstelling tot het oude handgeschepte papier, wordt de tekenaar geconfronteerd met het niet-homo- geen werken (d.w.z. het niet in alle richtingen een gelijk percentage krimpen of rekken) van het papier. De oorzaak moet gezocht worden in het storten van de natte papierbrij op het rooster van de papiermachine in de werkrich- ting van de machine. De papiervezels komen hierdoor hoofdzakelijk in de lengterichting van de machine, dus van de papierbaan te liggen. Onder de paragraaf over maatvastheid vertellen de schrijvers hoe de papiervezels op de vochtigheid in de lucht reageren. Het op nemen van een schets en een korte beschrij ving van de papiermachine zou de aantrekke lijkheid van deze paragraaf stellig verhoogd hebben. Tevens zou dan zonder twijfel tot uit drukking komen dat de in de tekst gebruikte begrippen lengte- en breedterichting bedoeld zijn ten opzichte van de papierbaan in de ma chine. De wijze waarop de papierbaan tot vellen versneden wordt, bepaalt de richtingen waarin een vel papier meer of minder werkt. Het voorwoord van het boek Landmeetkundig Tekenen bevat o.a. een loflied op de H.T.W.. gevolgd door een omschrijving van enkele daarin behandelde begrippen als limiteren, delimiteren, betrouwbaarheidsstrook, Rijks driehoeksmeting, nauwkeurigheidsgebieden en fotogrammetrie. De strekking van het boek is echter eerder te vinden onder de inleiding van het eerste hoofdstuk. Wanneer de schrijvers daarin naar voren brengen dat men een com plete handleiding voor het aanleren van land meetkundig tekenen vergeefs in de vaklitera tuur zal zoeken, dient gesteld te worden dat hun pioniersarbeid, vastgelegd in 1946 door een eerste, en in 1964 door een tweede, her ziene druk, een goede start geweest is. Niet alleen medewerkers bij de landmeetkundige diensten van het Kadaster, maar ook de grote groep beoefenaren van het landmeetkundig tekenen buiten de kadastrale sector zullen tijdens hun opleiding zowel als bij de uitoefe ning van hun taak een belangrijke steun vin den in dit, door de uitgeverij Argus" zo prachtig verzorgde standaardwerk. v. d. Br.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 12