69 righe) Colom", dat volgens hem een con- terfeitsel is van zijn „Zeekaertboeck". Deze bewering kan men controleren met de uit gave 1646 (in het Scheepvaartmuseum) in de hand. Blaeu besteedde toch ook veel zorg aan ver beteringen van zijn werk. De bewijzen ervan leest men in de brieven aan Schickard. En zijn graveerwerk was bijna steeds fraaier dan dat van het origineel. Volgens Lelewel: ils approvisionnaient le monde de copies des meilleurs products géographiques et ils étaient applaudis". Zijn wapens als hoekvulling en zijn zinnebeeldige voorstellingen zijn even zovele kaartversieringen. Voor de vele atlas-uitgaven, waarmee Blaeu bemoeienis had of waarin zijn kaarten zijn opgenomen, verwijzen wij kortheidshalve naar Dv. I r. C. Koeman, Collection of maps and atlases in the Netherlands, 1961 Een jaar nadat zijn vrouw was overleden, stierf ook Willem Janszn Blaeu (op 21 okt. 1638). Hij werd dus 67 jaar oud. Vossius schrijft hierover aan Hugo de Groot. De erfe nis bestond voor het grootste deel uit een flinke voorraad boeken in verschillende talen, veel metalen drukletters, talloze koperen pla ten, zowel voor het drukken van land- en zeekaarten als voor het vervaardigen van por tretten van beroemde mannen, afbeeldingen van planten of beschrijvingen van de derge lijke. Erfgenamen van zijn vlijt en kunst waren zijn twee zoons, Joan(nes), een rechts geleerde, en Cornelis. Blaeu, die leefde in een tijd, waarin de Nederlandse handel en zeevaart een grote vlucht genomen had, heeft dadelijk begrepen dat vooral zijn aardrijkskundige kennis up to date moest blijven. Hij overtrof zijn tijdge noten in organisatietalent en vooral daar, waar het de keuze van zijn medewerkers be trof. Hij heeft mede de basis gelegd voor de grote en (meestal) zorgvuldig bewerkte kaar ten en atlassen, die uitmunten boven vele bui tenlandse van die eeuw. Zijn fraai graveer werk trekt ook nu nog op openbare veilingen meer dan gewone aandacht. Maar de waarde ring blijft verschillend. Blijkens de Allge- meine Deutsche Biographie „zeichneten (vor allem) sich seine Kartensammlungen aus durch inneren Werth und aussere Ausstat- tung", terwijl een Engelse opmerker daaren tegen vindt dat de kaarten zijn „designed for the maplover rather than produced for the map-user Zijn prachtige atlas, die omstreeks 1648 zijn hoogtepunt bereikt had, vertelt ons veel van de toenmalige stand van de kartografie (en niet alleen van die van ons eigen land!). Blaeu was, men mag dat niet vergeten, be halve een kunstzinnig werker, zeker evengoed als Hondius een koopman, zij het dan een ar tistiek begaafd koopman. Juist daarom begrij pen wij, waarom Blaeu's niet streng kritische compilatie met die prachtige kleuring en de door weinigen geëvenaarde gravure ook nu nog door velen wordt bewonderd. Wij aarze len om hier tevens de mening van Esdaile weer te geven. Het is bekend dat kaartspecia- listen zijn werk niet zo op prijs stellen, om dat de kaarten vaak niet origineel en ongeda teerd zijn, dus een duidelijke aanwijzing om trent de oorspronkelijke maker missen. Het materiaal is ook wat ongelijksoortig. Maar ondanks de hier gesignaleerde, tot die tijd behorende „zwakheden en ondeugden" be hoort zijn werk tot de hoogtepunten uit de geschiedenis van de kartografie. Het waren wereld-uitgaven! Met het huis Plantijn-Moretus wordt men de 17e eeuw binnengevoerd. Overigens zijn de ondernemingen van Blaeu en Elzevier wel de belangrijkste in deze eeuw. Van Elzevier bestaat een uitvoerige monografie, van Blaeu voor zover ons bekend, nog niet. Baudet legde meer de nadruk op de verdiensten van de kartograaf W. J. B. als uitgever. Hij had geen gelegenheid voor een uitputtende be spreking van al zijn kaartwerk. Dr. van Raemsdonck heeft vroeger een poging onder nomen; hij slaagde er niet geheel in, een vol ledige geschiedenis te schrijven. Bovendien stelde hij ook werk van Dr. Joan Blaeu (de zoon) op naam van de vader. Natuurlijk is dat onderscheid moeilijk te maken, omdat het waarschijnlijk meermalen werk van hen samen is. Het oeuvre is sterk uitgebreid: de Blaeu-ten- toonstelling 1952, die ook nog geen volledig beeld gaf, omvatte reeds een 150-tal stukken. De roem van de zoon Dr. Joan, niet te ver warren met de kleinzoon Joan (16501712), heeft niet weinig bijgedragen tot verbreiding van de naam van Willem Janszn. Zijn naam staat al in 1635 op het titelblad van zijn vaders wereldatlas. Hij heeft dit grootse werk ook doen uitdijen Veel van de uitgaven van Joan Blaeu berus-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 17