VAKCURSUS VOOR TECHNISCH AMBTENAAR VAN HET KADASTER 71 kleine tentoonstelling van de Dr. P. A. Tiele- Stichting, Amsterdam 1961. Anonymous, W. J. Bl.'s Antheil an der Bestimmung der Erdlangen. Stuttgart 1875. Z. K. v. Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Nie- dersachsen, Holland und Engelland, Ulm 1754, vol. III. Prof. Dr. W. G. Heüinga, Kopy en druk in de Neder landen, 1962, pl. 132 e.e. Inventaris der verz. kaarten in het Rijksarchief, 1867 (bewerkt door P. A. Leupe). Nederl. Bibliogr. van Land- en Volkenkunde, bibl. W. J. BI. door P. A. Tiele. Mémoire bibliographique sur les journaux des navi- gatures Néerlandais, rédigé par P. A. Tiele. Am sterdam, Fr. Muller 1867. Tentoonst. cat. oude Holl. cart, te Rotterdam 1929 (TAG 1929, blz. 46). Cat. exp. d'ancienne cart. Néerlandaise 15401800. Ned. Scheepv. Museum 1938. Cat. 1952 1953 van de Blaeu's in Scheepv. Museum Rotterdam. TENTAMEN 1964 Administratief recht I Tijd: li uur 1Van welke waarden worden krachtens de Successiewet 1956 de volgende belastin gen geheven: a. recht van successie; b. recht van overgang; c. recht van schenking? Wat wordt voor de toepassing van deze wet verstaan onder schenking? 2. Wanneer is sprake van een materiële schenking? 3. Welk doel wordt beoogd met de zgn. fictiebepalingen in de Successiewet? 4. Behoudens enkele uitzonderingen wordt al wat binnen 180 dagen aan het over lijden voorafgegaan, is geschonken door een erflater die ten tijde van dat over lijden binnen het Rijk woonde, voor de regeling van het recht van successie, ge acht krachtens erfrecht door het over lijden te zijn verkregen. Waarom? 5. Door wie moet de aangifte worden ge daan: a. voor het recht van successie; b. voor het recht van schenking; c. voor het recht van overgang? Welke bevoegdheid heeft de inspecteur nog ten aanzien van legatarissen? Binnen welke termijn moet de aangifte geschie den? 6. De formaliteit van registratie is krach tens de Registratiewet 1917 toepasselijk op alle „akten". Wat verstaat deze wet onder „akten"? 7. Waaruit bestaat de formaliteit van regi stratie en wat is haar betekenis? 8. Wanneer ontstaat ten aanzien van een onderhandse akte een verplichting tot aanbieding ter registratie? 9. Waar vindt de registratie plaats van akten van notarissen, griffiers en deur waarders? Waar die van de overige akten? 10. Hoeveel registratierecht is verschuldigd op de akten houdende overdracht onder bezwarende titel van onroerende zaken, binnen het Rijk gelegen of gevestigd? 11. Art. 1905 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt, dat een authentieke akte de zo danige is, welke in de wettelijke vorm is verleden door of ten overstaan van open bare ambtenaren die daartoe bevoegd zijn ter plaatse alwaar zulks is geschied. Het B.W. geeft niet aan wie de bevoegde ambtenaren zijn, noch waar ter plaatse deze bevoegd zijn, noch hoever deze be voegdheid gaat; evenmin wordt de wette lijke vorm aangegeven, waarvan art. 1905 B.W. gewaagt. In welke wet is dit wel geregeld en op welke wijze? 12. Welke ambten zijn onverenigbaar met de betrekking van notaris (incompatibilitei- ten)? Mag het beroep van advocaat door een notaris worden uitgeoefend? 13. De in het notarieel protocol berustende minuten blijven daar te allen tijde, totdat zij worden overgebracht naar de alge mene bewaarplaats. Toch behoren par tijen de inhoud hunner akten te kennen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 19