78
DE TOPOGRAFISCHE DIENST
150 JAAR
De viering
De officiële viering van het 150-jarig bestaan
van de Topografische Dienst op 18 februari
1965, werd ingeluid met een bijeenkomst van
het voltallig personeel en een groot aantal ge
pensioneerden, waaronder twee oud-direc
teuren, de heren C. A. von Frijtag Drabbe
en H. Bramlage.
De huidige directeur, de heer W. F. den
Hengst, hield een toespraak, waarin hij de ont
wikkeling schetste van de Militaire Verken
ningen en het Topografisch Bureau, waaruit
de Topografische Dienst ontstond. Daar deze
geschiedenis niet overbekend is, werd dit zeer
gewaardeerd. Artikelen in de pers hebben hier
bijzondere aandacht aan besteed.
Hierna gaf Ir. L. van Zuylen, chef van de
Landmeetkundige Afdeling, met behulp van
lichtbeelden een toelichting op enkele belang
rijke figuren uit de beginperiode, waaronder
Krayenhoff, Generaal De Constant Rebecque,
de eerste bevelhebber van de Militaire Ver
kenningen en de heer Eckstein, onder wiens
leiding de meerkleurendruk werd ingevoerd en
waardoor de „stafkaart" zo'n uitstekende
reputatie verwierf. Ook de diverse huisvestin
gen werden onder de loep genomen.
Hilariteit verwekte vooral een geprojecteerd
dia van een modern topograaf (met name ge
noemd!) te paard, die in het voorjaar vóór
het gebouw op de Westvest te Delft afscheid
neemt met de woorden: „Tot oktober". De
heer Van Zuylen hield tot besluit een samen
spraak met een historische marionet, die zijn
150 jaar oude visie gaf op de huidige gang van
zaken bij de Topografische Dienst. Dat dit ge
paard ging met geestigheden spreekt wel haast
vanzelf.
Tenslotte onhulde de marionet, de heer „Gra
vure Steen", een gedenkwand, die door het
personeel werd aangeboden en die werd ont
worpen en vervaardigd door twee personeels
leden, de heren A. Roozenboom en W. G.
Peek. De houten wand, die als devies draagt:
„Nulla dies sine linea" (geen dag zonder lijn)
heeft rechts boven een klok, die het begrip
„tijd" weergeeft, terwijl verder over het pa
neel aluminium strips bevestigd zijn en aldus
de lijnen tonen, die in de kaarten zo'n belang
rijke rol spelen. Driehoeken, gevormd door de
strips, zijn ingelegd met een kleurrijk mozaïek.
Aan de directeur van de jubilerende Dienst
werd een bijzonder fraaie oorkonde aange
boden, vervaardigd door de heer D. W. Bleyi.
De heer Den Hengst zei in zijn dankwoord
bijzonder getroffen te zijn door het feit, dat
het 150-jarig bestaan een dergelijk feestelijk
karakter heeft gekregen en dat de voorberei
dingen daartoe door enkele personeelsleden in
alle stilte waren verricht. Bezuinigingsmaat
regelen in het kader van de „operatie chirurg"
waren n.l. oorzaak, dat de benodigde gelden
voor een grootse viering achterwege bleven.
Aanvankelijk wilde de directie een gedenkboek
uitgeven, waarin de geschiedenis en alles wat
met de vervaardiging van de topografische
kaarten te maken heeft, opgetekend zou zijn.
De hiervoor bestemde artikelen zullen nu zeer
vermoedelijk in de vakpers gepubliceerd wor
den, terwijl er tevens plannen bestaan voor
een televisie-uitzending, die als documentaire
een beeld zal geven van de geschiedenis van
de Topografische Dienst, zo deelde de heer
Den Hengst mede.
De bijeenkomst werd besloten met de uitrei
king van enkele cadeaus aan de personeels
leden, n.l. een reiswekker om „op tijd" het
devies „nulla dies sine linea" na te streven
en een luchtfoto, waarop het eigen huis van
het personeelslid centraal gelegen is. Er zijn
op deze wijze plm. 240 verschillende uitver
grotingen gemaakt en deze cadeau-vorm werd
allerwege zeer gewaardeerd.
's Middags werd een receptie gehouden, waar
op veel leidende figuren uit de militaire en
wetenschappelijke wereld, alsmede uit over
heidskringen aanwezig waren. O.a. waren de
Chef van de Generale Staf, de generaal Le
Fèvre de Montigni, de plaatsvervangend
secretaris-generaal van de Koninklijke Land
macht G. H. T. M. Peynenburg, Prof. Dr. Ir.
W. Schermerhorn, oud-directeur van het
I.T.C. en de huidige directeur Prof. Ir. A. J.
van der Weele gekomen om hun gelukwensen
aan te bieden. Eveneens waren de burge
meester van Delft, de heer D. de Loor en
enkele professoren van de afdeling geodesie
van de T.H. aanwezig.
Ter gelegenheid van de feestelijke viering was
in het gebouw een tentoonstelling ingericht
van oude kaarten, foto's van alle directeuren,
oorkonden, medailles en instrumenten, die al
dus een aanschouwelijk beeld gaven van de
historie en ontwikkeling van de Topografische
Dienst. De tentoonstelling, die geheel werd
ingericht met eigen archiefstukken, werd door
zeer velen bezocht, o.a. ook door veel familie-