58 de zijden van de berg snijden op het bene denste vlak overbrengt, zal de gedaante eens bergs op dit grondvlak door onregelmatige kringen zijn aangeduid, welke door harcee- ringen uit de rigting der grootste helling wor den aangevuld. Het aantal der rijen harcee- ringen zal tevens het getal van horizontale doorsneden en gevolgelijk de hoogte des bergs doen kennen. Intussen was de Commissie het nog steeds niet eens over de schaal van de basisstukken. Was er wel behoefte aan een kaart 1 10000 voor militair gebruik of kon men ook vol staan met de schaal 1 15000? In een verslag hierover lezen we: Wanneer men nu in aan merking neemt dat deze kaart voor alle de partementen bruikbaar moet zijn en niet alleen ten dienste staat van hen, die een da gelijkse beoefening der topographische voor stellingen hebben en daardoor de gewoonheid om de figuren, tinten en tekenen vlug te onderscheiden, maar dat zij dienstbaar moet zijn voor alle hoofden van bestuur, ja, door Z.M. zelve ter inzage zal worden gebezigd, dan vraagt men, is het oorbaar, om de voor stelling zó klein te maken dat de beschouwing en beoordeling het gezicht vermoeit of wel de hoogste inspanning vordert? Van de verwezenlijking van het denkbeeld van Koning Willem I een algemene kaart van Nederland, bruikbaar voor alle diensten, te vervaardigen, is tenslotte niets gekomen. Tengevolge van de omwenteling in België in 1830 was het Nederlandse leger samenge trokken aan de oude grenzen tussen de vroe gere Oostenrijkse Nederlanden en de Repu bliek der Vereenigde Nederlanden. Er be stonden toen van het terrein, waarop het leger zich bevond, geen goede kaarten. Aan de officieren van de Generale Staf werd op gedragen de nodige opmetingen en verken ningen te doen in de omgeving van Tilburg, destijds het hoofdkwartier van de Prins van Oranje (de latere Koning Willem II) om in die behoefte te voorzien. Deze werkzaam heden werden weldra uitgebreid tot de gehele provincie Noord-Brabant. De opmetingen moesten in kaart gebracht worden op de schaal 1 25000. In 1839 was dit werk gereed en Z.M. de Koning was hierover dermate te vreden, dat hij opdracht gaf de werkzaam heden over het gehele Rijk uit te breiden. Deze kaart, die door het Topographisch Bureau werd gegraveerd en gedrukt op de schaal 1 50000, kreeg de naam: Topogra phische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden. De verkenningen duurden tot het jaar 1856. De eerste Stafkaart, zoals de naam kortweg luidde, kwam in 1850 ge reed en in 1864 (dus juist 100 jaar geleden) was de gehele kaart voltooid en in druk ver schenen. Ze bestond, inclusief de bladen voor de titel, aangenomen tekens, het net der drie hoeken en de bladwijzer uit 66 bladen. Men kon in 1864 met trots terugzien op een voltooide arbeid, die voor algemeen oriënte rende doeleinden grote waarde had en die tot grondslag kon dienen voor andere kaar ten, w.o. de Waterstaatskaart op schaal 1 50000, de Topografische Atlas op schaal 1 200000 en de Geologische Atlas van Sta ring op dezelfde schaal. Hoewel de wijze van samenstelling, nl. het zo goed mogelijk in de Bonneprojectie aaneenpassen van op zich zelf staande kadastrale gemeentekaarten, waarvoor géén projectie werd toegepast, verre van ideaal was, kon de Topographische en Militaire Kaart voor die tijd de vergelij king met officiële kaarteringen in andere lan den glansrijk doorstaan. De gevolgde methode bestond hierin, dat men de kadastrale plans reduceerde op schaal 1 25000. De verkleinde tekeningen van de gemeenten werden dan met grote zorg aan elkaar gesloten en op kartons van gelijke grootte gehecht. De ontstane minuutbladen van 0,5 el hoog en 0,4 el breed (el meter), bevatten dus een oppervlakte van 12500 bun ders (=ha) of 125 vierkante mijlen km2). De minuten werden door de officieren van de Generale Staf in het terrein verkend en even tueel aangevuld met alles wat voor een ,,vol- komene" topografische en militaire kaart ver eist is. Na verkenning werden de bladen in het net getekend op schaal 1 25000. (Elke officier verkende in de loop van één jaar 3 minuutbladen 37500 ha en bracht de tekening in 't net over.) Deze nettekeningen werden nogmaals verkleind tot schaal 1 50000, waarbij de uitkomsten van de trian gulaties tot grondslag hebben gediend. De punten waren alle berekend in geografische coördinaten, die op hun beurt weer omge rekend waren in afstanden in ellen (meters) tot de hoofdmeridiaan (meridiaan over de Westertoren in Amsterdam) en tot de per pendiculair (raaklijn aan de parallel op 51°30'N.B.). Nadat de tekeningen op schaal 1 50000 gereed waren, werden deze bij de Lithografische inrichting overgebracht op steen en gegraveerd. Deze methode is in de loop der jaren in zoverre gewijzigd, dat men geen nettekeningen op schaal 1 25000 meer vervaardigde, maar rechtstreeks op schaal

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 6