61 „Jellinge Steen" op het Domplein te Utrecht. De meest waarschijnlijke theorie over de her komst van dit schrift zegt dat het over Noord- Europa is verspreid door Germanen die 100 v. Chr. veldtochten hebben onder nomen in Noord-Etruskisch gebied. Dit Runenschrift is de grondslag van het Slavisch letterstelsel. Verdere ontwikkelingen Door de volksaard en door het gebruik van andere schriftdragers werden de lettervormen in de Middeleeuwen enigszins gewijzigd. We onderscheiden het Merovingische, het Karo lingische, het Gotische en het Angelsaksische schrift. Ons nationaal schrift vond zijn oor sprong in het laatste dat weer is ontsproten uit de Romeinse unciaal en het Ierse schrift, aangezien vele teksten in deze handschriften zich door middel van de evangeliepredikers over ons land verspreidden. Het ontstond dus dt 1000 n. Chr., daarna ontwikkelde het zich via verschillende tussenvormen (Oud- Gotiek, Keizer-Gotiek en Schwabacher) tot het omstreeks 1500 gebruikelijke Fractuur schrift. Inmiddels was de boekdrukkunst uitgevon den waardoor de prijzen der boekwerken aan merkelijk daalden. Dit is van grote betekenis geweest voor het gewone volk omdat het schrift nu veel meer tot hen sprak dan voor heen toen enkel de rijken in de gelegenheid waren dure met de hand geschreven boeken of bijbels aan te schaffen. Naast de typogra fie met als voorganger de xylografie (hout blok-druk) kwam nu de kalligrafie tot bloei, een kunst die beoefend werd door de zgn. ,,penkunstenaars". Vondel dicht op een van de meest beroemde schrijfmeesters uit de Gouden Eeuw, Lieven Coppenol: „Als Coppenol wil triomferen Dan zweeft hij op zijn ganzeveren". Begin 1800 vindt men dan het schrift zoals dat voorkomt op de oude kadastrale kaarten, een schrift dat lof verdient om zijn sierlijk heid, fijnheid en regelmaat. Inmiddels was men er allerwegen van overtuigd dat „krul- lentrekkerij" niet de manier is om goed te leren schrijven zodat van overheidswege een prijsvraag werd uitgeschreven ter verbetering van de methodiek. Drie inzendingen werden beloond als zijnde een goede handleiding ten dienste van het schrijfonderwijs. Van deze handleidingen, te weten van Rijkens, Boone kamp en Gouka stamt ons gereglementeerd schoonschrijven af. Dat het randschrift (zo genoemd omdat de grondvorm bestaat uit een cirkel) veel werd gebruikt is logisch omdat het een duidelijke lettervorm heeft, vooral als het wordt ge schreven in zijn oorspronkelijke vorm, name lijk zonder verbindingen. Naast het rand schrift vinden we tevens het fraaie Italique- schrift dat is ontstaan uit de Romeinse letter vorm. Het tegenwoordige normschrift wil de basis geven voor een goede lettervorm. Het is vast gelegd in het normblad NEN 2296 en is uit gebracht in 1958 door de commissie voor Handschrift Lager Onderwijs. Het voor naamste doel was de chaos welke in het schrijfonderwijs heerste op te ruimen en er één nieuw nationaal schrift voor in de plaats te brengen. Dat deze normalisatie als niet helemaal geslaagd beschouwd wordt moge geïllustreerd worden door het feit dat er nu al weer zeven methodieken uitgegeven zijn. Resumerend kunnen we zeggen dat wij ons als mensen van de Westerse beschaving ge lukkig mogen prijzen met ons klank- of fone tisch schrift, terwijl de Chinezen bleven staan bij het tekenschrift (50.000 tekens; een Chi nese schooljongen dient er echter „maar" 800 te kennen). De Indianen bleven nog lager op de ladder van de schrijfkunst staan namelijk bij het beeldschrift. Voorts is het opvallend dat naargelang de menselijke geest zich ontwikkelde de schrifttekens kleiner wer den, zodat informatie in steeds compactere vorm overgedragen kon worden. De schriftdragers Evenals het schrift zich ontwikkelde zo is er ook een ontwikkeling waar te nemen in het materiaal waarop en waarmee geschreven werd. De primitieven brachten hun beeld schrift aan op boomschors, steen, dierenhui den en walrustanden (Eskimo's) terwijl men ook zijn eigen huid gebruikte om er op te schrijven. Papyros-rollen (ook wel volumen geheten) werden vervaardigd door de Egyp- tenaren uit de gedroogde stroken van de drie kantige stengel van de Papyrus-plant en wer den slechts aan een kant beschreven met een bepaalde inkt. De Assyriërs schreven op klei en wastafeltjes waarin ze met een bronzen stift hun spijkerschrift graveerden, terwijl de „Libri lintei" (lintboeken), samengesteld uit de bast van de lindeboom en linnen, bij de Romeinen in gebruik waren. Later gebruikte men ook wastafeltjes en de stylus (een stift met een plat boveneind om het geschrevene in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 9