Wat is er anders
bij de afdeling Landmeten van
GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM?
90
door J. F. Cock Ing., Technisch Hoofdambtenaar B bij deze afdeling
Uw redacteur heeft ons reeds enige malen
doen weten, dat hij zijn lezers graag eens iets
zou vertellen over de landmeetkundige werk
zaamheden bij Gemeentewerken Rotterdam.
Wij zouden hierop kunnen antwoorden: ,,zie
hiervoor de serie geplaatste artikelen onder
WAT IS EN WAT DOET voor zover het
Gemeenten betreft".
Tijdens het lezen van deze artikelen kwamen
wij immers steeds tot de conclusie, dat het op
een enkele uitzondering na vrijwel overal ge
lijk is.
Eenvoudiger lijkt het ons daarom te beschrij
ven wat er anders is in Rotterdam.
Allereerst de organisatie van de afdeling
Landmeten met totaal ongeveer 150 man per
soneel.
Deze afdeling bestaat niet alleen uit een
teken- en een rekenkamer en een buitendienst,
welke gesplitst is in een aantal rayons, een
afdeling voor primaire waterpassing en defor
matiemeting en een Metro-afdeling, maar be
vat tevens de afdeling Kartografie, de Foto
grafische dienst en de Lichtdrukkerij.
Het feit, dat met de brand van 1940 al het
kaart- en veldwerkmateriaal is verdwenen, dat
door de beweegbaarheid van de bodem waar
op Rotterdam gebouwd is een verschuiving
van gebouwen van meer dan 15 cm ten op
zichte van vroegere opmetingen geen uitzon
dering is en dat Rotterdam in de laatste
20 jaar ruim 40 km2 landelijk terrein in woon-,
industrie- en havengebied heeft veranderd
(met nog eens ruim 40 km2 voor Botlek en
Europoort) maakt wel dat onze afdeling
Landmeten in een wat ongewone positie ver
keert. Bovendien wordt veel landmeetkundig
werk en maatvoering aan objecten die bij
andere afdelingen in uitvoering zijn aan ons
opgedragen als gevolg van hun personeels
gebrek en onze specialisatie.
In de tekenkamer worden de moederkaarten
vervaardigd op alufoli (met papier beplakte
aluminiumbladen van plm. 0,5 mm dikte),
groot 80 x 100 cm. Voor Botlek en Europoort
zijn 30 bladen op schaal 1 2000, voor enkele
delen van de binnenstad ongeveer 30 op
schaal 1 500 en verder meer dan 200 bla
den op schaal 1 1000 vervaardigd. Bovendien
is nog een 80-tal calques door middel van
luchtkaartering gemaakt, zonder dat er bladen
van aanwezig zijn.
Met behulp van eigen veldwerken en foto
kopieën van kadasterveldwerken zijn straat-
wanden, waterkanten en veel andere details
gekaarteerd, waarna op de calques van deze
bladen de kadastrale figuratie is ingepast met
behulp van procota en omnigraph.
Deze werkwijze geldt voornamelijk voor bla
den in het bebouwde gedeelte, welke na de
brand zo snel mogelijk moesten worden aan
gelegd. Bladen van latere uitbreidingen wor
den geheel gekaarteerd. Ook van terreinen
waarvan calques uit luchtkaartering bestaan,
worden bladen aangelegd, wanneer dit voor
het kaarteren van bijmetingen noodzakelijk
blijkt. Op de moederbladen worden ook de
trottoirbanden en de bomen in de straten en
plantsoenen gekaarteerd.
Een regelmatige bijhouding van al deze bladen
is met de tegenwoordige personeelsbezetting
niet wel mogelijk. Er is daarom naar gestreefd,
dat de kaarten niet te veel details bevatten. Zij
kunnen dan, waar kaarten nodig zijn voor
technische werken, na bijmeting worden ge-