119
mens is bericht ontvangen dat de rapporten
in studie zijn genomen.
Het N.G.L. bestuur is van mening, dat door
deze wijze van handelen een goede coördina
tie van alle vakexamens en de studie daarvoor
kan worden verkregen.
Het is niet mogelijk de rapporten volledig af
te drukken, zodat hieronder een korte samen
vatting van de inhoud volgt.
De wenselijkheid van de instelling van een
vakdiploma voor meetassistent
Nagenoeg alle meetassistenten bij de land
meetkundige diensten van Rijk, Provincies,
Gemeenten, semi-overheids- en particuliere
bedrijven hebben zich hun kennis in de prak
tijk eigen gemaakt. Deze is meestal eenzijdig
daar een theoretische ondergrond ontbreekt.
Economisch werken van een meetploeg is
slechts mogelijk als de meetassistenten ge
schoold zijn.
Als basis voor de aan een meetassistent te
stellen eisen is in hoofdzaak uitgegaan van
de functiebeschrijving van de Meetarbeider
bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswa
terstaat. Kort samengevat zijn de taken:
a. Verrichten van de volgende landmeetkun
dige veldwerkzaamheden in opdracht en
onder voortdurend toezicht van de land
meetkundig ambtenaar en met assistentie
van de meethulp:
1. Het inrichten en meten van meetkun
dige grondslagen.
Oriënteert zich omtrent de meetbaar
heid (zowel hoek- als lengtemeting),
zichtbaarheid, gesteldheid en be
groeiing van het terrein, kabels, wa
terleidingbuizen, verkeer e.d. en mar
keert de beste plaats. Plaatst stenen.
Stelt theodoliet op. Noteert bij hoek
meting. Trekt eerste richting van vol
gende af en waarschuwt als bij her
haling te grote verschillen optreden.
Zorgt bij lengtemeting voor juiste lig
ging van de meetband en leest de
maten af.
2. Detailmetingen
Zoekt met behulp van oude gegevens
oude punten op. Zet meetlijnen op.
Geeft aanwijzingen aan de meethulp
ten aanzien van op te meten punten
van sloten, gebouwen, enz. Bepaalt
voetpunten van loodlijnen met prisma.
Ziet toe dat meethulp verlengden en
loodlijnen op de juiste wijze meet.
3. Uitzettingen
Zicht bij het uitzetten van een as
lijnen in en brengt correcties aan door
indeling van de sluitposten. Bepaalt
nauwkeurig de plaats van grenspalen
aan de hand van een kaart met maten.
Plaatst de palen.
4. Profielwaterpassen
Geeft aanwijzingen aan meethulp om
trent plaatsen van de baak, maakt
profielschetsen en leest de baak af met
behulp van het waterpasinstrument.
5. Primaire en secundaire waterpassing
Plaatst op aanwijzing van de ploeg-
chef waterpaspiketten of -potten, be
vestigt bouten, treedt op als tweede
waarnemer. Stelt instrument op.
b. Zorgt er voor dat de benodigde meet-
gereedschappen meegenomen worden en
onderhoudt deze.
De meetassistent dient door ervaring het ver
loop der werkzaamheden te kennen. Hij kent
de eisen die aan een meetkundige grondslag
worden gesteld in verband met meetbaarheid,
zichtbaarheid e.d. Hij kan veldwerken en
kaarten lezen, theodoliet en waterpasinstru
ment behandelen en opstellen. Weet welke
loodlijnen en verlengden moeten worden ge
nomen.
Tot zover de voornaamste eisen die volgens
de functiebeschrijving worden gesteld.
De commissie komt op grond hiervan tot de
conclusie dat een op de praktijk gericht vak
diploma voor meetassistent gewenst is om
de volgende redenen:
1om waarborgen te hebben voor een vol
doende praktische kennis.
2. om een minstens gelijkwaardig diploma
uit te kunnen reiken aan hen die zich op
welke wijze dan ook de theoretische en
praktische kennis hebben eigen gemaakt,
als anderen door het volgen van een
schriftelijke cursus bij bijvoorbeeld de
P.B.N.A. (Deze motivering is analoog aan
die, welke destijds gold voor de instelling
van de N.L.F. examens.
Het accent van het examen moet liggen op het
praktisch gedeelte.
Het theoretisch gedeelte zal de volgende vak
ken moeten omvatten: Nederlandse taal. Re
kenen, Algebra, Meetkunde, Tekenen, Na
tuurkunde.
Nederlandse taal:
Het zonder grove taalfouten schrijven van de