108
schrijft, steeds een hoek van 662° mee en
verplaatst zich evenwijdig met zich zelf.
In fig. 1 is bij de beschrijving 21 juni de bij
zondere stand voorgesteld waarbij de noord
pool naar de zon is gewend en de projectie
van de aardas op het eclipticavlak samen
valt met de richting middelpunt aarde-zon.
Daar het vlak van de equator een hoek van
232° met dat van de ecliptica maakt staat de
zon die dag 23J° boven (aan de noordzijde
van) het equatorvlak. Het noordelijk half
rond ontvangt dan de maximale hoeveelheid
licht. Het is er zomer. De eerste parallelcirkel
vanaf de noordpool die tevens in de figuur is
aangegeven, blijft bij het wentelen van de
aarde om haar as de gehele dag in het licht.
Het is de parallelcirkel op 662° noorder
breedte. Tussen deze en de noordpool schijnt
die dag de zon 24 uur (middernachtzon).
De tweede stand waarin de aarde in fig. 1
is getekend draagt de beschrijving 23 sep
tember. Ze is verkregen door de vector zon
aarde uit de eerste stand 90° naar links te
draaien. Het vlak van de equator gaat in
deze stand door de zon of, met andere woor
den, de zon bevindt zich op 23 september in
het vlak van de equator. De cirkel die licht en
schaduw scheidt gaat die dag door de noord
pool en de zuidpool. Het is dus een meri
diaan. Alle parallelcirkels worden door de
schaduwcirkel middendoor gedeeld. Overal
ter wereld zijn dag en nacht even lang.
De derde en vierde stand (21 december en
21 maart) zijn verkregen door de vector zon
aarde opnieuw over een hoek van 90° 180°)
naar links te draaien. De stand 21 maart
ook op deze dag bevindt de zon zich in het
vlak van de equator komt overeen met die
van 23 september. Op 21 december heeft de
noordpool zich zover mogelijk van de zon af
gewend. Het is voor het noordelijk halfrond
de kortste dag. Tussen de breedten 66i° en
90° wordt de aarde die dag zelfs in het ge
heel niet verlicht. De zon bevindt zich 23-2°
onder (aan de zuidzijde van) het equator
vlak.
In fig. 1 is ook nog de lange as van de ellips
vormige aardbaan aangegeven. Op 2 juli is
de aarde in het aphelium (uitspraak ap
-helium) van haar baan. Ze is dan zo ver mo
gelijk van de zon verwijderd. Een half jaar
later, op 1 januari, bevindt ze zich in het
periheliumZe is dan zo dicht mogelijk bij de
zon.
In fig. 1 heb ik ook nog de namen van de
sterrenbeelden met hun symbolen vermeld
die in het vlak van de ecliptica zijn gelegen.
Het zijn de beroemde, reeds bij de oude
Egyptenaren bekende tekens Ram t/m Vissen
van de dierenriem. Uit de figuur ziet men dat
omstreeks 21 juni de zon op de sterrenhemel
geprojecteerd wordt in het sterrenbeeld
Tweelingen waarvan de heldere sterren Cas
tor en Pollux deel uitmaken. Het sterrenbeeld
is dan uiteraard niet zichtbaar, immers het
gaat gelijk met de zon op en onder. Het is een
wintersterrenbeeld dat omstreeks 21 decem
ber te ca, middernacht in het zuiden is te zien
op ongeveer dezelfde hoogte boven de hori
zon als waarop op 21 juni de zon in het mid
daguur staat.
Wellicht ten overvloede moet worden opge
merkt dat de afstanden van onze planeet tot
de sterren niet alleen zeer verschillend zijn
maar tevens onvergelijkelijk veel groter dan
de beschrijving in de figuur zou kunnen doen
vermoeden.
Daar de gemiddelde afstand aarde-zon ca.
149,6 miljoen km is heeft het licht, dat met
een snelheid van 300.000 km per seconde
reist, 499 seconden nodig om deze afstand af
te leggen. Men zegt daarom dat de afstand
aarde zon 499 lichtseconden bedraagt. De
afstand nu tot de meest dichtbije ster is 4,27
lichtjaar, dat is ca. 270.000 maal zo ver. In
dien men dus in een tekening op schaal de
afstand zon-aarde als 10 cm voorstelt zou
men deze ster op 27 km van de zon moeten
aanbrengen. Castor en Pollux die beide ca.
43 lichtjaren van ons zijn verwijderd zelf?
nog eens tienmaal zo ver.
Het is thans noodzakelijk aan de hand van
enkele figuren enige opmerkingen te maken
die het voorgaande aanvullen of verder ver
duidelijken. In fig. 2 is de aarde getekend met
Np van de hemel
«7 meridiaan
7 van A
C hem®
fig 2