1 P 1 2m - N - k - - - S H E - 112 eenparige snelheid als de draaiing van de aarde om haar as regelmatig geschiedt. Hoe wel dit laatste niet geheel 20 is zijn de op tredende onregelmatigheden zó gering dat ze voor het doel dat wij beogen volkomen zijn te verwaarlozen. Wij zullen daarom de mid delbare zon als een ideale tijdmeter beschou wen. Als ze op de meridiaan 5° oosterlengte door het zuiden gaat is het in Nederland 12u40m. De ware zon staat dan blijkens de figuur nog iets ten oosten van het zuiden. Zij culmineert hier en overal ter wereld het hoekje e, uitgedrukt in tijdmaat, later; e noemt men de tijdvereffening. e middelbare zonnetijd minus ware zonne tijd is in het getekende voorbeeld positief. Men moet aan de ware zonnetijd een positieve correctie aanbrengen om tot de horlogetijd te komen. In andere gevallen is deze correctie negatief. Ze wordt voor alle dagen van het jaar in de astronomische jaarboeken vermeld grote positieve tijdvereffening van bijna een kwartier. Op 26 april is e 2 minuten. Aansluitend aan het reeds eerder behandelde voorbeeld berekent men dus dat op die dag in Rijswijk een uurhoek van de (ware) zon van 16ll47m wordt bereikt om 16u47m -f- 43 min 2 min 17ll28n' MET. Ze komt die dag in Rijswijk op om 4u42m -f- 43 min 2 min 5u23m en gaat onder om 19u18m -j- 43 min 2 min 191.59m MET. De omgekeerde weg. de berekening van de uurhoek t van de ware zon uit MET ver loopt als volgt: MET Corr. t.o.v. 5° O.L. Lengteverschil Rijswijk 45 17 e) op 26 april 17u28m 40m 3111 Tijdvereffening e V 7 X H 1U rr in k s N rr in ■X 1 20 min fig- 7 of kan daaruit op zeer eenvoudige wijze wor den berekend. Fig. 7 geeft van deze tijd vereffening een beeld voor het tijdstip 12u40m MET [8]. Zij is viermaal per jaar nul, nl. omstreeks 16 april, 14 juni, 1 september en 25 december. Zij bereikt een maximum van ca. -j-14-2' minuut omstreeks 12 februari en een minimum van ca. 16J minuut omstreeks 3 november. In dit laatste moet de verklaring worden gezocht voor het feit dat in november de zon reeds zo vroeg ondergaat. Immers het afnemen van de declinatie (kortere dagboog) wordt nog eens extra in ongunstige zin be ïnvloed door de grote negatieve waarde van e. Als het op 3 november op 5° oosterlengte (bijv. Gorinchem) volgens het horloge 12u40m is, is de ware zon reeds meer dan 16 minuten westelijk van het zuiden. Een tegengesteld effect treedt begin februari op. Het gunstige effect van de toenemende declinatie wordt 's avonds nog eens geaccentueerd door de uurhoek t 16ll47m 251°45' Zoals reeds eerder werd meegedeeld bere kent men bij deze uurhoek met 1een hoek van de zon met het zuiden van 84°. Het voor beeld is een praktijkvoorbeeld. Ik had het nodig om de richting met het zuiden te be palen van de garagemuur die in fig. 8 is aangegeven. Tegen deze garagemuur heb ik nl. in 1954 een zonnewijzer aangebracht. Op tuin zuid huis schaduw fig. 8 26 april om 17u28m valt de schaduw van een jalon juist in de richting van het tegelpad naar mijn huis. Het is uiteraard nodig op deze bepaling A 84° controle uit te oefenen, Men kan dit doen door een nieuwe waar-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 8