150
noordpool van de hemel
90°-<
horizontooi
fig. 12
meridiaancirkel en loodrecht op de stijl is het
vlak van de equator dat een hoek 90°q>
met dc horizon maakt en dat door de zon be
schreven wordt als <5 0 (21 maart en 23
september; zie ook fig. 4). Voor een dag
waarop de zon een declinatie -j- heeft en
een uurhoek t is de richting van de zon in de
figuur aangegeven. De schaduwcirkel van de
stijl op het in werkelijkheid niet aanwezige
bolvormige oppervlak van de zonnewijzer
treft de verdeelde „armband" op de plaats die
als f -j- 40 min is becijferd als de zonnewijzer
ontworpen is voor plaatsen op de meridiaan
5° oosterlengte. Voor Enschede zou deze be
cijfering t -f- 32 moeten zijn en voor Rijswijk
t -j- 43 min. De verdeling op de ring is een
regelmatige. Een middelpuntshoek van 15° re
presenteert een uur op de schaalverdeling.
Voor een diameter van de zonnewijzer van
71
1 meter is dit 24 m 0.131 m. Men kan deze
afstand ter verhoging van de nauwkeurigheid
van de aflezing nog wel onderverdelen in in
tervallen van een kwartier of 10 minuten.
Men begint de verdeling op de plaats waar
meridiaancirkel en schaalverdeling elkaar aan
de noordzijde snijden. Voor de juist genoem
de voorbeelden draagt dit punt opvolgend de
becijferingen 12u40, 12u32 en 12u43.
Daar, zoals is opgemerkt, de zon op 21 maart
en 23 september in het vlak van de equator
staat is op die dagen een schaduw van de
stijl op de verdeling niet mogelijk. Om toch
een, zij het weinig markante, aflezing te krij
gen zou men in de zuidzijde van dc becijferde
ring een spleet kunnen aanbrengen. Men kan
ook overwegen het zuidelijk gedeelte ervan
weg te laten.
horizontaal
voetstuk
fig. 13
Gebruikt men slechts de helft dan ziet de zon
newijzer er uit zoals in fig. 13 is aangegeven.
Men moet er dan genoegen mee nemen dat
men er in het zomerhalfjaar niet op kan af
lezen vóór 12u40 6U 6U40 en na 12u40
-j- 6U 18u40. In fig. 13 is tevens het zuide
lijk gedeelte van de meridiaancirkel wegge
laten. Het voordeel hiervan zal dadelijk blij
ken.
Het is duidelijk dat de tijdvereffening in de af
lezing nog niet is verdisconteerd. Men zou de
waarde ervan aan de kromme van fig. 7 kun
nen ontlenen. Men kan echter ook de zonne
wijzer uit fig. 13 voorzien van de tijdvereffe-
ningskromme van fig. 14. Men moet deze zien