De gebruikswaarde van het De toekomst wordt
kadastrale kaartarchief (III)
153
met het heden gekocht".
(Samuel Johnson)
door G. A. B. Frinking, chef de bureau van de landmeetkundige
dienst van het kadaster te Eindhoven
Na onze voorgaande beschrijving van de ont
staansgeschiedenis van het kadastrale kaart
archief mogen we besluiten met een korte
samenvatting van de thans nog in gebruik
zijnde soorten.
Eerst enige cijfers: de oppervlakte van
Nederland is 3.400.000 ha. Daarvan is
hermeten 380.000 ha, d.i. ruim 11 in het
kader van de nationale triangulatie (R.D.)
en 260.000, of lx/i volgens oude procé-
dé's. Het aantal kadastrale plans wordt
dezerzijds geschat op 25.000 bijbladen of
gemiddeld 1.000 stuks per kantoor. Deze
kunnen we onderscheiden in:
1. Eilandenbijbladen, kopieën van minuut
plans als behandeld in punt 4. In hoe
verre deze bijbladen nog aanwezig zijn
is ons niet bekend. Volgens art. 273 I.K.
zijn ze echter nog in gebruik. Het zijn plans
zonder meetlijnen. Over oorzaak en
graad van (on)nauwkeurigheid hebben
we na het voorgaande geen commentaar.
2. Grijze kopieën van minuutplans beschre
ven onder punt 5. Oorspronkelijk zijn ook
de veranderingen aangebracht via ko
piëring (van de hulpkaart). Pas in latere
jaren werden deze rechtstreeks gekaar-
teerd, zodat alleen de latere meetlijnen
zijn terug te vinden. Men zal gemakke
lijk inzien dat nu na 130 jaren van op
verschillende manieren bijhouden op
deze kopieën door resp. landmeters, er
varen tekenaars, jonge tekenaars, en
thans dikwijls door adspirant-tekenaars
van een bepaalde schaal geen sprake
meer is. Men verwachte niet meer dan
een schetsmatige aanduiding van de ka
dastrale grenzen, waarbij betere resul
taten gunstige uitzonderingen zijn. Ruim
80 van ons land is nog op deze wijze
in kaart gebracht, althans voorzover
ook deze kaarten niet nogmaals zijn ge
kopieerd, zoals we zullen zien.
3. Zogenaamde vernieuwde bijbladen,
waarbij na 1918 alle grenzen in zwarte
inkt werden gezet (zonder minuutnum
mers). Vernieuwing (d.i. zonder her
meting een nieuwe kaart vervaardigen)
vóór 1918 op speciale bureaus door spe
cialisten, later door de hiervoor ge
noemde bijwerkers ook op de geschetste
manier. Van de oorspronkelijke grotere
nauwkeurigheid, met weer als uitgangs
punt een kopie van het originele minuut
plan van 1832, is ook thans weinig meer
terug te vinden. Zij behoren bij de ge
noemde 80
4. Gekaarteerde hermeten bijbladen op pa
pier. Men kwam ook omstreeks 1918
toen de hermeting pas op gang kwam
tot het inzicht om het bijblad te kaar
teren en het minuutplan al of niet me
chanisch te kopiëren. Alle scheidingen
en nummers in zwart. Eerst nog door
landmeters, later door tekenaars ver
vaardigd. De nauwkeurigheid is afhan
kelijk van de datum van ontstaan. Im,-
mers hoe meer en hoe vaker op deze
plans is bijgewerkt door kopiëring van
de hulpkaarten en pas veel later recht
streeks door kaartering, respectievelijk
door landmeters (op formulier kadaster
No. 5, nog in 1960 in gebruik, werd op
gave gevraagd van „bijwerking van
plans door landmeter met opgaaf rede
nen") en tekenaars met en later zon
der ervaring, hoe meer kans op fouten
en onnauwkeurigheden. In het gunstig
ste geval is er sprake van een regel
matige „papierindeling" ontstaan door
de werking van het (dikwijls slechte)
papier.