136 kleinste onderdelen, maar dat voor gewone mensen als u en ik een onleesbaar geval ge worden is. 1Maatschappelijke functie Onder de Dienst van het Kadaster" blijkt de Staatscommissie in navolging van het spraakgebruik en kortheidshalve te verstaan de kadastrale en hypothecaire boekhoudin gen, de bewaring van de Openbare Registers en de kadastraal-landmeetkundige diensten. Deze Dienst vervult ontegensprekelijk een niet meer weg te cijferen maatschappelijke functie. Het Rapport noemt, zonder uitput tend te zijn, verscheidene facetten van die maatschappelijke functie. Zo op privaatrech telijk gebied het houden van de Openbare Registers, waarin de akten worden gepubli ceerd met betrekking tot de levering van en vestiging van zakelijke rechten op on roerende goederen. Ten nauwste hangt hier mee samen de bijhouding van de kadastrale registers en kaarten, zonder welke de Open bare Registers niet met vrucht kunnen wor den geraadpleegd. Facetten op publiekrech telijk terrein: provinciale, gemeentelijke en waterschapsverordeningen betreffende de be lastingheffing b.v. baseren deze heffing vol gens het Rapport grotendeels op het Kadas ter. T.a.v. dit laatste stipte ik enige tijd ge leden in een artikel in Geodesia aan, dat ge noemde overheidslichamen als het ware met de handen in het haar zitten, nu schrapping dreigt van de grondbelastinggegevens uit de kadastrale legger. Niet alleen bepaalde belangrijke belastinghef fingen zijn op het Kadaster gebaseerd, maar ook ten behoeve van de uitvoering van bepa lingen van de Onteigeningswet, van de Wo ningwet, de Ruilverkavelingswet, wordt door de Overheid van de gegevens van het Ka daster gebruik gemaakt. In dit verband is de opmerking pikant, welke de Voorzitter van de Staatscommissie, Dr. M. J. Prinsen, in de installatievergadering maakte. Als Commis saris van de Koningin in de provincie Noord holland had hij eens te maken gehad met een saneringsplan van de gemeente Alkmaar in verband met de belangrijke groei welke aan deze stad is toegedacht. De voorbereiding daarvan werd belemmerd, doordat verschil lende kadastrale plans onbruikbaar zijn van wege de grote verschillen tussen kaart en werkelijkheid. Op de kadastrale plans van de binnenstad zijn deze verschillen soms 5 tot 6 meter en elders zelfs van 15 tot 20 meter. Het ontwerpen van rooilijnvoorschriften was daardoor niet mogelijk zonder hermeting van de binnenstad. (Ik merk hierbij op dat toen als noodoplossing de vervaardiging van een straatwandenkaart 1 500 door de gemeente Alkmaar is uitbesteed aan een particulier landmeetbureau; het Kadaster zit nog altijd met de „onbruikbare'' plans uit ca. 1830.) De Voorzitter van de Staatscommissie wees bij die gelegenheid ook nog op de aanwezigheid van niet geringe anomalieën tussen kadastraal plan en werkelijkheid die de Commissie Ter Veen op grond van uitvoerige onderzoekin gen vaststelde. Deze Commissie welke de gemeentelijke indeling van Noordholland be studeerde kwam tot de voor het Kadaster wat beschamende slotsom, dat de geodetische en kadastrale aanduidingen onbruikbaar zijn voor de beschrijving van gemeentegrenzen. 2. De wenselijkheid van een uitbreiding van de taak van het Kadaster Voor wat een eventuele uitbreiding van de taak van het Kadaster betreft komt de Staats commissie tot de conclusie, dat momenteel aan een wijziging van deze taak geen behoefte be staat. Het betreffende hoofdstuk van het rap port heeft zich helaas alleen bezig gehouden met een ietwat negatieve benadering van het vraagstuk en zich slechts beperkt tot een af wijzing van de invoering van een centraal leidingenkadaster en een pachtregistratie. Een leidingenkadaster dan, beogende de cen trale bijhouding door de kadastrale dienst van complete beheerskaarten van wegen, straten en pleinen, op welke kaarten m.b.v. genorma liseerde tekens alle leidingen, kabels, buizen, e.d. zodanig zouden worden aangeduid in ruimtelijke ligging, dat het mogelijk is deze objecten zonder veel moeite op ieder gewenst punt terug te vinden. Een centrale admini stratie van dergelijke ondergrondse objecten (welke laatste een waarde vertegenwoordigen die in de miljarden loopt) wordt door de Staatscommissie weinig verantwoord geacht. Voor een rijksadministratie van leidingen be staat naar de mening van de Commissie on voldoende aanleiding. Wel wordt in het rap port verwezen naar de beheerskaarten der Rijkswegen en wordt de suggestie gedaan dat ook de lagere overheidsorganen zoals de Pro vincie, Gemeente en Waterschap vergelijk bare maatregelen nemen. Ik vraag mij even wel af, of niet juist hier de schoen wringt, doordat mede het langs elkander heen wer ken van deze organen, het niet kennen van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 4