173
niet gehandhaafd en, dunkt mij, zeer terecht.
Hypotheek immers is één van de zakelijke
rechten, die op onroerend goed betrekking
hebben. De speciale aanduiding van dit recht
in de huidige dienstnaam stamt uit de tijd,
toen in navolging van de Franse organisatie
nog een speciale „Bewaring van de Hy
potheken", los van de „Bewaring van het
Kadaster", aanwezig was, welke benaming
bij de fusie der beide diensten, een eeuw ge
leden, in tact bleef.
Met de gedachte organisatie van het gehele
conglomeraat der landregistratie in één en
dezelfde zelfstandige Rijksdienst van het Ka
daster plaatst naar mijn mening Nederland
zich internationaal gezien in het voorste ge
lid. Er is zulk een ineengrijpend samenspel
tussen de Openbare Registers bedoeld in art.
671 B.W. en de kadastrale kaarten en regis
ters, dat het uit organisatorisch oogpunt al
voor de hand ligt dat één dienst voor dit alles
zorg draagt.
Nu zou men kunnen stellen, dat deze dienst
zou kunnen worden genoemd „Rijksdienst
van de Openbare Registers en het Kadaster",
doch men moet niet vergeten, dat er in Ne
derland méér „openbare registers" zijn dan
die waarin de akten betreffende zakelijke
rechten op onroerend goed worden inge
schreven. Daarbij komt dan nog dat de ge
kozen naam gewoonweg vastligt in het
spraakgebruik. Ik behoef er maar op te
wijzen (om één voorbeeld te noemen), dat de
tegenwoordige Minister van Financiën, toen
hij als oppositieleider kortgeleden met voor
beelden kwam van enorme winsten, gemaakt
bij de doorverkoop van onroerende goede
ren, desgevraagd „het Kadaster" als zijn in
formatiebron opgaf, „het Kadaster" dat im
mers voor een ieder een door-en-door bekend
begrip is en geen nadere uitleg behoeft.
Onder de voorgestelde verbeteringen in de
organisatie van de Nederlandse landregistra
tie behoort ook de instelling van een Kadas-
terraad. Deze Raad wordt door de Staats
commissie gewenst geacht, teneinde te bevor
deren dat de Rijksdienst van het Kadaster
zoveel mogelijk zal beantwoorden aan rede
lijke eisen, die in de maatschappij aan het
Kadaster mochten worden gesteld (denk b.v.
aan pachtregistratie, aan een centraal be
heerd leidingenkadaster, in het algemeen aan
wat de Oosterburen aanduiden met „Mehr-
zweckskataster", waarvan de vele doeleinden
aansluiten aan de ogenblikkelijke behoeften
van de maatschappij). Deze Kadasterraad
zou de Minister, belast met de zorg voor de
Rijksdienst van het Kadaster (die niet per se
de Minister van Financiën behoeft te zijn),
moeten adviseren met betrekking tot zaken
liggende op en om het gebied waarmee de
Rijksdienst te maken heeft. De samenstelling
van de Kadasterraad, zoals die door de
Staatscommissie is gedacht, lijkt mij helaas
niet te beantwoorden aan het doel, d.i. het
opsporen van- en het beantwoorden aan
redelijke verlangens die in de maatschappij
zelve leven t.a.v. het Kadaster. Een advies
orgaan van zeven rijksambtenaren van zes
ministeries, twee ambtenaren van lagere or
ganen, een notaris, een kadastraal-juridisch
deskundige en een kadastraal-geodetisch
deskundige is dunkt mij te ambtelijk samen
gesteld om uitdrukking te kunnen geven aan
verlangens die in de maatschappij leven.
Voor dit laatste lijkt mij een groter aandeel
van de niet-ambtelijke wereld (b.v. organisa
ties van boeren en tuinders, van pachters,
van huiseigenaren e.d., van makelaars in on
roerende goederen) niet ongewenst.
Openbare Registers
In de voorbije periode bestond er in feite
geen verband tussen Openbare Registers en
Kadaster, wanneer er in een overgeschreven
akte sprake was van een gedeelte van een
kadastraal perceel. Wel zorgde de praktijk
ervoor, door opmeting en vastlegging door de
kadastraal-landmeetkundige dienst van de
grenzen van het in de akte bedoelde per
ceelsgedeelte na aanwijzing door beide par
tijen van deze grenzen, dat er enig verband
met de Openbare Registers werd tot stand
gebracht, maar van een waterdicht stelsel
kon niet worden gesproken.
De Kadasterwet heeft getracht, hierin een
voorziening te treffen. De voor inschrijving
in de Openbare Registers in aanmerking
komende bescheiden moeten n.l. de kadastrale
aanduiding van de onroerende zaken bevat
ten.
Onder kadastrale aanduiding verstaat de
Wet:
a) van appartementen: de aanduiding met de
kadastrale gemeente, de sectie, de complex
aanduiding en de appartementsindex;
b) van andere onroerende zaken: de aandui
ding als geheel kadastraal perceel, onder ver
melding van de kadastrale gemeente, de sec
tie en het nummer.
Anders dan bij de Notariswet is bepaald,
staat op het niet-vermelden van de kadastrale
aanduiding geen boete. De Kadasterwet is
evenwel veel radicaler, gelukkig: de Rijks-