Toepassing van de Rekenliniaal C 30a I I I X E 179 I. Bekend is dat een vorm als a X b X c X g X h X i X moet worden berekend door om de beurt te delen en te vermenigvuldigen, waarbij men, als er in teller of noemer factoren te kort komen, factoren 1 of 10 op de lege plaatsen mag invoeren. Met nadruk wordt er in de boekjes op ge wezen, dat met delen moet worden begon nen. Dit is de algemene regel. Deze methode nu wordt in alle mij bekende instructieboek jes voor de rekenliniaal ook voorgeschreven voor de eenvoudigste vorm Maar hier leidt de algemene regel in de helft van de gevallen tot een nodeloos omslachtige, dus minder nauwkeurige werkwijze. Het zal vaak voorkomen dat na het instellen van de deling a c de factor b niet direct met de loperstreep kan worden aangewezen. Het is dan nodig de schuif eerst over zijn volle lengte te verplaatsen. Deze vervelende tus- senhandeling is te vermijden. Vandaar dat ik zou willen aanraden voor de eenvoudigste vorm niet de algemene regel te volgen, maar alléén in dit geval met de vermenigvuldiging a X b te begin nen, die dan direct gevolgd kan worden door de altijd direct mogelijke deling door c, waar mee de berekening is voltooid. Moet er echter een gehele serie van deze vormen worden berekend, waarin b verander lijk is maar a en c constant zijn, dan gebeurt dit natuurlijk op de bovenste verdelingen van de liniaal. Beginnende met de deling a c krijgt de schuif meteen de juiste stand. De veranderlijke b behoeft alleen maar met de loperstreep te worden afgelezen. D. DE VRIES, leraar C.T.O. II. In de leerboekjes voor de rekenliniaal wordt ook aandacht besteed aan de oplossing van vierkantsvergelijkingen, maar toch ver dient het wellicht aanbeveling deze mogelijk heid nog eens extra naar voren te brengen. De oplossing verloopt via een iteratieproces. Als eerste voorbeeld kiezen we de vergelij king x2 93 x -f- 1170 0. We herleiden 1170 deze tot de vorm - 93 x Met behulp van de liniaal voeren we aller eerst de deling 11 70 93 uit, waarbij we als zeer globaal quotiënt aflezen 12. Dit is de eerste benadering voor x. Vervolgens delen we 1170 (93 12), resultaat ca. 14, de tweede benadering voor x. Hierna geeft de deling 1170 (93 14) als quotiënt ca. 15, de derde benadering. En als we nu delen 1170: (93 15), vinden we weer 15 als quo tiënt. Een van de wortels van de vergelijking is dus 15. De tweede wortel is 93 15 78, eveneens positief. Het produkt van -f- 15 en -j- 78 is 1170. Deze vierkantsvergelijking heeft dus gehele getallen als wortel. 96.41 80.27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 19