181
secretaris van de C.C.C. en directeur van de
C. D. en de S.B.L. in zijn voorwoord tot het
jaarverslag wordt gezegd: ,,Het is naar mijn
mening voor ons allen een voorrecht dagelijks
mee te kunnen werken aan de ontwikkeling
van deze tijd. Ik ben dankbaar dat op ons
terrein velen hebben bijgedragen tot wat in
het jaarverslag 1964 gestalte heeft gekregen"
geeft allen die er bij betrokken zijn door het
lezen van dit verslag het besef van het nut
van haar werk, waardoor ze dit zien als meer
dan alleen een midel om in hun levensonder
houd te voorzien.
Het verslag wijst er op, dat de ruilverkave
ling een belangrijke plaats in het. landbouw
beleid inneemt, maar ook steeds meer belang
stelling van niet-agrarische zijde ondervindt.
Dit valt niet te verwonderen, daar nagenoeg
de helft van ons cultuurland met ruilverkave
ling te maken heeft, hetzij dat er een ruilver
kaveling gereed, in uitvoering of in voorbe
reiding is. De verruiming van de kredieten is
op de gehele gang van zaken van invloed. De
onderwerpen die de aandacht van de CCC
vroegen betroffen vooral vraagstukken met
betrekking tot de ruimtelijke ordening, waar
bij vooral de ruilverkavelingen „Geestmer-
ambacht" en „Alblasserwaard" genoemd moe
ten worden. Bij de ruilverkavelingen had
vooral de kwestie van de financiering van het
kavelinrichtingswerk de aandacht, terwijl
door de toename van de belangstelling voor
de vrijwillige ruilverkaveling, de kwestie van
de credieten en het gehele beleid te dien aan
zien aandacht vroegen. In het verslagjaar
werden voor 8 ruilverkavelingen uit kracht
der wet de plannen goedgekeurd, terwijl 20
ruilverkavelingsovereenkomsten met gunstig
advies aan de Minister van Landbouw en Vis
serij ter goedkeuring werden gezonden.
Van de cultuurtechnische activiteiten vermel
den we, dat de investeringen stegen van ca.
150 min. in 1963 tot 206 min. in 1964. De
bedragen die hiervan voor ruilverkaveling
werden geïnvesteerd bedroegen resp. 88
min. en 120 min.
In 1964 kwamen 6 ruilverkavelingen gereed
doordat het plan van toedeling kwam vast te
staan. De totale oppervlakte hiervan was
19.900 ha, waardoor de totaal gereedgekomen
oppervlakte per 31 dec. 1964 bedroeg 219.250
ha. 11 ruilverkavelingen met een oppervlakte
van 47.080 ha werden met een positieve uit
slag gestemd en in uitvoering genomen, waar
door per 31 dec. 1964 totaal in uitvoering was
386.410 ha. 12 ruilverkavelingen werden in
voorbereiding genomen met een oppervlakte
van 63.100 ha, zodat op het eind van het ver
slagjaar totaal 386.300 ha in voorbereiding
was. Daarnaast was nog voor 889.200 ha ruil
verkaveling aangevraagd.
In 1964 werd bijna 5500 ha aan ruilverkave
lingsovereenkomsten in uitvoering genomen,
waardoor ultimo 1964 12.350 ha in uitvoering
was. Voor 2160 ha werd de akte gepasseerd,
waardoor de gereedgekomen oppervlakte tot
12.480 ha is gestegen. Verder was volgens
het jaarverslag nog voor 22.050 ha een ruil
verkavelingsovereenkomst in voorbereiding.
Aan waterlopen werd in totaal in het verslag
jaar 747 km aanbesteed, waarvan 319 km in
ruilverkavelingsverband. Voor wegen waren
deze cijfers respectievelijk 950 km en 460 km.
De S.B.L. verrichtte weer veel aankopen. Deze
lagen hoofdzakelijk in ruilverkavelingsgebie-
den. Veel aanvragen werden ontvangen voor
beëindiging in het kader van het Ontwikke-
lings- en Saneringsfonds voor de Landbouw.
De afwikkeling hiervan verkeert grotendeels
nog in de aanloopperiode.
De recreatieve voorzieningen nemen ook bij
de cultuurtechnische werken een steeds
grotere plaats in.
Ten aanzien van het kadastrale tuilver-
kavelingswerk memoreert het verslag de
pensionering van Ir. f. F. Ilsen als Hoofd
van de Kadastrale Ruilverkavelingsdienst
en het optreden van Ir. W. J. f. van
Lent als zodanig. Verder wijst het ver
slag er op, dat de landmeter-deskundige
niet meer, zoals in 1925, de enige bij-
standverlenende deskundige van de Plaatse
lijke Commissie is, maar dat hij met de ove
rige deskundigen deel uitmaakt van een team.
dat de Plaatselijke Commissie bijstaat in de
uitvoering van haar in vergelijking met
vroeger meer gevarieerde en meer gecom
pliceerde taak. Dit stelt meer eisen op het
gebied van samenwerking, vooral met de
C.D. Aan deze samenwerking wordt steeds
meer aandacht besteed door middel van regel
matige besprekingen zowel op directie- als op
provinciaal niveau. Voor 8 ruil- en herverka
velingen met een oppervlakte van 20.150 ha
werd de akte van toedeling gepasseerd, ter
wijl voor 10 gebieden met een oppervlakte
van 18.700 ha de renteberekening plaats
vond. Voor 33.400 ha werden de lijst van
rechthebbenden en de uitkomsten van de
schattingen en voor 10.000 ha het plan van
toedeling ter inzage gelegd. 16 blokken werden
door de K.L.M. gevlogen (oppervlakte
56.000 ha), terwijl voor 12 ruilverkavelingen
met een oppervlakte van 39.800 ha door de