9 \y I pj^ 1 cosec cp cos /3 of cos cos e tg (f+e) tg (a-P) 11 166 aangeeft, staat in het algemeen niet loodrecht op OE. Wij zullen de hoek OEB, de hoek die de muur met het zuiden maakt, a noemen. Het is de hoek die de richting naar het zuiden rechtsom (naar het westen) moet draaien om met het vlak van de muur samen te vallen. Bij fig. 8 hebben wij reeds een methode aange geven om deze hoek (wij noemden hem daar A) te bepalen. Behalve het horizontale vlak V2 is door B een vlak VA aangebracht loodrecht op de stijl. Het snijdt V2 volgens de lijn BO die oost west is gericht. Daar O een punt is van Vr en V-2 maar ook een punt van V2 en V3 is het ook een punt van Vl en V3. Het maakt dus deel uit van de snijlijn van deze vlakken. Een tweede snijpunt van Vx en V3 is D. Im mers D, op het verlengde van AE, ligt in maar het ligt ook in V3 omdat BD loodrecht op AB wordt verondersteld. OD is dus de snijlijn van V1 en V3. De richting DB is in V3 de richting naar het zuiden; BD wijst naar het noorden. Men kan de hoek /J die OD en OE in Vt met elkaar maken gemakkelijk bepalen. Immers 0 ED AD—AE 1 OE OE Daar AD AE l sin cp en sin <p cos cp l cos'- cp l cos w OE is tq 8 of cos a sin cp cos u tg /5 cotg cp cos a (9) Daar de zon zich ten gevolge van de aswente ling van de aarde iedere dag van het jaar schijnt te bewegen in een vlak evenwijdig met V3 kan men de richting van de schaduw van de stijl op V1 gemakkelijk construeren. Staat de zon in het zuiden (f 12 uur) dan is die richting AD; is de uurhoek f 6 uur dan valt de schaduw volgens de lijn AO. Bij de stand 6U <C t 12u zoals in fig. 18 aangegeven is de richting van de schaduw AC. In fig. 19 is een gedeelte van fig. 18 nog eens getekend. Men ziet er uit dat hoek ADB cp en hoek ADC (in VjJ 90°/J. In V3 is de uurhoek t van de zon op een bepaald moment aangegeven. Hoek CBD is dus 180°t. Als men AF loodrecht op CD trekt dan is in drie hoek AFD hoek DAF 8 en FD - Sm sin cp In de rechthoekige driehoek FDB van V3 is FD l sin (5 sin 6 nu sin e p— BD sin cp l cotg <p cos cp (10) fig. 19 Daar BF BD cos e l cotg p cos e en FC BF tg 180°te) is dus FC cotg cp cos e tg (f+ej zodat I qFC cotg cp cos s tg (t+e) Deze formule geeft de mogelijkheid om, via de hulphoeken ft en s zoals die met (9) en (10) kunnen worden vastgesteld, voor wisse lende waarden van de uurhoek t. de hoek y in Vi te berekenen die de richting van de zonneschaduw met de lijn AD in dat vlak maakt. Daar voor de zonnewijzer tegen de garage muur in fig. 8 cp 52°03' en u =84° is vol gens (9) jl 4°40' en volgens (10) e 7°36'.Daar in 11de waarde vanC°S y °°S 6 cos p dan 0,6116 bedraagt gaat (11) over in tg (y 4°40') 0,6116 tg (f 7°36') (12) Omdat, zoals reeds eerder werd opgemerkt, het lengteverschil tussen mijn huis en Green wich 17m22sec bedraagt is het lu17m 22sec =42m38sec MET als, afgezien van de tijd vereffening, de zon in Rijswijk door het noor den gaat (f 0) In (12) kan men dus t vervangen door MET 42m38sec of, in hoekmaat, door MET 10°40'. De formule wordt dan: tg (y _4°40') -0,6116 tg (MET 3°04') (13) of, als men y in de decimale verdeling van het kwadrant wil leren kennen:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 6