j\
A
Avi
/'i i
A
167
tg (y 5'19 9r
0,6116 tg (MET 3°04') (14)
Voor MET 12u42m38sec vindt men uiter
aard y 0, voor MET 10 uur (150°) y
29,31 gr, voor MET 15 uur (225°) y
26,79 gr. Deze hoeken kan men met een
poolcoördinatograaf uitzetten (zie fig. 20).
•2*W\
3.42 gr"
1-3.46 gr
<5- -10
- +10
ö-*20
d«*23
Pg 20
De lezer kan zelf nog wel een andere methode
bedenken om uit (13) of (14) de richting
van de schaduwlijnen voor wisselende uren
MET te construeren.
Als de muur waartegen de zonnewijzer is
aangebracht precies op het zuiden ligt dan is
a 90° dus. volgens (9), 0 en, volgens
(10), e 0. Daar C°S <P C°S dan de
cos p
waarde cos (p aanneemt gaat (11) voor dat
geval luiden:
tg y cos (p tg t.
Deze formule vertoont veel overeenkomst met
(4) die voor de richting van de schaduwlijnen
bij de horizontale zonnewijzer geldt. Ze is
ik laat dit graag aan de lezer over ook ge
makkelijk uit (4) af te leiden.
Het geval van de nauwkeurig op het zuiden
gelegen muur zal zich echter vrijwel nooit
voordoen.
Voor de berekening van zonnewijzers tegen
muren waarvoor a 90° kan men (11) ook
gebruiken. Men moet dan voor de berekening
van y in deze formule negatieve waarden van
en e invoeren.
Op overeenkomstige wijze als dat is beschre
ven bij de equatoriale zonnewijzer kan men
aan weerszijden van de lijn AD (fig. 18 en
19) waarvoor y 0, lijnen aanbrengen met
de becijfering e +20 min tot e 20 min.
De berekening ervan gebeurt met (11) of,
voor het voorbeeld van de zonnewijzer in mijn
tuin, met (13) of (14). Voor e 20 min
moet men dan in die formules MET
12u22m38sec nemen, voor e 20 min MET
13u02m38sec. Men vindt respect, y 3,42 gr
en y 3,46 gr. De lijnen zijn in fig. 20
aangegeven.
De bepaling van de lengte van de schaduw
die door de zon van de stijl wordt geworpen
kan uit fig. 21 geschieden (zie ook fig. 18).
hor'z°
Pg- 21
AB stelt hierin weer de stijl voor ter lengte
In A zit ze in het verticale vlak Vj bevestigd.
Door B is het horizontale vlak V-2 aange
bracht dat V-, volgens de lijn RE snijdt.
Als E het voetpunt van de loodlijn is uit A op
de snijlijn neergelaten, dan is de richting EB
de richting naar het zuiden. Als BK loodrecht
op RE wordt getrokken is, omdat BE
cos <p, KB cos <p sin a.
Bij een zekere declinatie (5 en een gegeven
uurhoek t zij A het azimut van de zon en h de
hoogte boven de horizon. AT is de lengte van
de schaduw. Haar richting wordt bepaald
door de hoek y bij A die, afgezien van de con-