193 stante waarde heeft, hoe we de punten r P, en P., ook kiezen. Hieruit volgt, dat de kromming voor ieder punt van een cirkel con stant is en aangegeven wordt door de uit drukking r Van de bijzondere kromme, de cirkel, schake len we terug naar de algemene kromme, weergegeven in fig. 1. Men kan in Pj de loodlijn op de raaklijn oprichten, eveneens in P.j, deze beide loodlijnen snijden elkaar in So. Laat men nu Po tot P, naderen, dan ver plaatst zich dit snijpunt S over de loodlijn SoP,; onderweg voor P3 ontstaat het snijpunt S;.. Zo zal in de limietstand als Po met P1 samenvalt een punt M1 ontstaan, gelegen op een afstand Ri van P,Dit betekent dat een cirkel met middelpunt M, en straal P, in het punt P,, zodanig aan de kromme zal raken, dat zowel voor de cirkel als de algemene kromme de kromming in P, gelijk is. Deze straal Rlt heet daarom de kromtestraal der kromme in P1r het punt Mj het kromtemiddelpunt. De kromming in het punt Pj is dus .1 voor een algemeen punt R i P is de kromming - In de algemene ■*V kromme heeft deze kromtestraal overal een andere waarde, het kromtemiddelpunt M een andere positie, dit in tegenstelling met de cirkel. Ook de rechte kan als een bijzondere kromme worden opgevat, nl. als een cirkel met straal os. Haar kromtestraal is dus overal haar kromming overal =0. De vraag rijst nu, hoe de metaaldraad, die de wegas op de kaartschaal representeert, waar nodig mag worden gekromd. Reeds werd ge steld, dat nergens knikken mogen voorkomen, hetgeen geldt zowel voor de rechte als de gekromde gedeelten d.w.z. waar een recht stand aansluit aan een kromme of waar 2 verschillende krommen in elkaar overgaan, behoort een gemeenschappelijke raaklijn te zijn. Alleen lettend op deze eis zouden de asele- menten kunnen worden gevormd uit lijnstuk- ken en cirkelbogen. Dit is evenwel niet vol doende, omdat er dan bij de overgang van rechte naar cirkelvormige weggedeelten moeilijkheden voor de voertuigbestuurders zouden ontstaan. De bij het doorrijden van cirkelbogen optredende middelpuntvliedende kracht zou plotseling na het raakpunt recht stand-cirkelboog gaan werken en even plotse ling na het raakpunt cirkelboog-rechtstand op houden. De bestuurders zouden onaangename schokken ervaren en niet veilig kunnen rijden. Deze middelpuntvliedende kracht is uitte druk ken als het produkt van de kromming der weg, de massa van het voertuig en het kwadraat van de snelheid van het voertuig. Er zal alleen soepel kunnen worden gereden, wanneer deze kracht geleidelijk op volle sterkte komt en even geleidelijk verdwijnt. Dit betekent dus dat de kromming van de wegas geleidelijk van rechtstand tot begin cirkelboog (straal R) moet oplopen van 0 tot en van cirkel- R boog tot rechtstand af moet nemen van R tot 0. Er behoort dus een „overgangsboog" te worden ingeschakeld, die ideaal is wanneer in deze boog de kromming evenredig aan de booglengte verloopt van 0 tot Een tweede voordeel van deze overgangs- boog is, dat de verandering in de wielstand van het voertuig, om na een rechtstand een cirkelboog of omgekeerd te kunnen door rijden, geleidelijk tot stand kan komen. Volledigheidshalve wordt tenslotte vermeld, dat de werking der middelpuntvliedende kracht zoveel mogelijk wordt geneutraliseerd door het aanbrengen van verkantingen in het dwarsprofiel der weg. Beschouwingen hierover vallen buiten het be stek van ons onderwerp. Op grondslag van de behandelde hoofdprin cipes zal nu worden afgeleid hoe de moge lijkheden liggen voor de ontwerper van de as, deze samen te stellen volgens rechtstan den, cirkelbogen en overgangsbogen. Dit probleem zal meetkundig analytisch worden bestudeerd. In het analogon van de metaal draad is het wel duidelijk dat er tal van mo gelijkheden zijn om deze volgens de gegeven voorschriften te buigen. De ontwerper heeft daarnaast nog rekening te houden met tal van factoren zoals: de toe te laten snelheden op de weg, waarmede de mogelijkheden voor de stralen der te hanteren cirkelbogen aan banden worden gelegd evenals de lengte der te bezigen overgangsbogen; ook moet hij dikwijls rekening houden met dwangpunten, waardoor de as moet lopen of met dwang-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 5