TERUGBLIK OP DE STUDIE-OPDRACHT
223
AAN DE ONDERWERKGROEP 1 VAN DE WERKGROEP LANDMEET.
KUNDIGE EN ADMINISTRATIEVE TECHNIEK EN ORGANISATIE
door Mr. L. F. Berretty, Bewaarder van de Hypotheken, het Kadaster en de
Scheepsbewijzen te Eindhoven
I Probleemstelling
Nadat de Staatscommissie inzake het kadas
ter tot overeenstemming was gekomen over de
door haar te volgen juridische lijn, werden
door haar Werkgroep Landmeetkundige en
Administratieve Techniek en Organisatie ver
schillende werkgroepen ter bestudering van
een daarmee samenhangend aantal adminis
tratieve en landmeetkundige consequenties in
het leven geroepen.
Onderwerkgroep I kreeg de studieopdracht de
mogelijkheid van automatic in de boekhouding
op de hypotheekkantoren en in de verwer
king van meettechnische gegevens na te gaan.
Rekening diende hierbij te worden gehouden
met het inzicht van de Staatscommissie, dat
deze commissie aansluiting bij het in de Ne
derlandse wetgeving heersende negatieve
stelsel met vaststelling van een dienend
karakter van het kadaster beoogde. De die
nende taak van het kadaster behoorde in te
houden, dat de kadastrale voorschriften het
rechtsverkeer niet mochten belemmeren.
Voorts diende bij de bestudering van de pro
bleemstelling met het inzicht van de Staats
commissie rekening te worden gehouden, dat
de hypothecaire administratie (boekhouding
op de openbare registers) als een ondeelbaar
geheel met de kadastrale boekhouding moest
worden gezien. Naast verwerking en ver
strekking van de huidige gegevens moest aan
bestaande maatschappelijke wensen aandacht
worden besteed. Gevraagd werd het resultaat
van het onderzoek naar de mogelijkheid van
automatie in blok- en stroomdiagrammen aan
te tonen.
II Algemene beschouwing
a. In een terugblik op hetgeen in werk
groep I ter zake is besproken en hetgeen
als gezamenlijk resultaat daarvan aan de
Staatscommissie is aangeboden, heeft het
wellicht ook enig nut om nog een per
soonlijke visie op de bovengegeven pro-
bleemstelling naar voren te brengen.
Daartoe mocht ik besluiten gezien de uit
nodiging van de Congrescommissie aan
mij gericht hierover een kort woord te
wijden. Uiteraard bij gemis aan deskun
digheid omtrent de techniek van de auto
matie, zal ik mij daarbij beperken tot die
kant van de probleemstelling, die feitelijk
de drempel vormt tot het verdere onder
zoek naar de mogelijkheid tot bovenbe
doelde automatisering. Ik meen deze te
rugblik het beste te kunnen weergeven
door eerst enige vraagpunten, die mij zijn
bijgebleven, onder woorden te brengen.
De voordelen van de automatie van men
selijke verrichtingen met gebruikmaking
van computers vindt steeds meer erken
ning. Ook automatisering van de kring
loop van stukken, die in de openbare re
gisters moéten worden verwerkt en het
verstrekken van gegevens uit die stukken
middels computers lijkt aanbevelenswaar
dig. Het gebruik van deze ingenieuze
machines zou tot een snelst denkbare ver
werking en verstrekking van gegevens en
tot een grootst mogelijke concentratie van
werkzaamheden kunnen leiden. Personeel
zou tot een gering aantal vakbekwame
krachten kunnen worden beperkt, werk
en archiefruimte zou tot het minimale
kunnen worden teruggebracht. Het aantal
administratieve fouten zou niet noemens
waard zijn.
b. Bij de probleemstelling heeft de Staats
commissie, zoals de werkgoep later bleek,
alleen willen betrekken de kadastrale
boekhouding en die op de openbare re
gisters betrekkelijk de onroerende goede
ren. Wil men echter over automatisering
op de hypotheekkantoren gaan denken,
dan ligt het m.i. voor de hand, zich aller
eerst af te vragen of hét niet mogelijk is
om op zijn minst ook de andere boekhou
dingen op openbare registers die op de
hypotheekkantoren worden aangehouden,