224
daarbij te betrekken. Zulks niet alleen
omdat de gelijksoortige strekking van die
openbare registers daarvoor reeds vol
doende argument geeft, doch ook omdat
een meer omvattende automatie tot een
meer verantwoord economisch resultaat
zal leiden. Die openbare registers door
mij bedoeld zijn, zoals wel bekend, die
betreffende schepen en luchtvaartuigen.
Uit de instelling van deze registers blijkt
wel voldoende, dat ter bevordering van
kredietverlening het van meer belang ge
acht wordt, dat de onderpanden zijn ge
registreerd dan dat zij onroerend zijn.
Het ontwerp nieuw Burgerlijk Wetboek
neemt deze levende gedachte kennelijk
over, waar het de wettelijke begrippen
,,registergoed" en „registerpand" invoert
(3.1.1.10,3.9.3.1.). Ook tegen deze achter
grond gezien, meen ik het een maatschap
pelijke eis te moeten noemen, dat er een
overzicht van alle aan een kredietnemer
toebehorende geregistreerde goederen
kan worden verstrekt. Hierin ligt de ge
volgtrekking besloten, dat het bestaan
van één daartoe bestemd openbaar regis
ter de voorkeur verdient boven meerdere
van gelijke strekking.
c. Behalve de vraag naar de meest juiste op
zet bij automatisering van de openbare
registers zal, naar ik meen, nog een ander
belangrijk vraagpunt moeten worden be
antwoord en wel of bij gebruikmaking
van computers, niettemin de oorspronke
lijke ter publikatie aangeboden stukken
bewaard behoren te blijven. Naar alge
meen wordt aanvaard, heeft een repro-
duktie zonder mogelijkheid tot vergelij
king met het oorspronkelijke stuk geen
voldoende bewijswaarde. De mogelijkheid
om zonder meer te kunnen waarmerken,
dat het door de computer opgenomene en
weergegevene eensluidend is met het oor
spronkelijke stuk lijkt mij problematisch
toe. Om een door de computer gereprodu
ceerd stuk te kunnen waarmerken, zou,
naar ik meen, een wettelijk gelijk te stellen
afschrift van het oorspronkelijk ter publi
katie aangeboden stuk ter vergelijking
aanwezig moeten blijven.
d. Zo lijkt mij óók de aandacht waard de
vraag of men bij verwerking van de open
bare registers in computers nog wel van
„openbare registers" kan spreken. Recht
streekse inzage door belanghebbenden is
immers daarbij uitgesloten, zodat men het
begrip „registers" moeilijk zal kunnen
handhaven. Eventuele consequenties in
verband met het publiciteitsstelsel zouden
dienen te worden onderzocht.
III Kadastrale en hypothecaire boekhouding
als een geheel gezien
a. Van de gedachte van de Staatscommissie
uitgaande, dat de hypothecaire en kada
strale boekhouding als één geheel moet
worden gezien en voorts, dat aansluiting
bij het Nederlandse negatieve stelsel moet
vaststaan, bevreemdt het mij zeer, dat het
door de commissie voorgestelde ontwerp
Kadasterwet (hfdst. I en II) nochtans die
twee soorten boekhoudingen wil handha
ven.
b. Aldus wordt niet alleen een halt toege
roepen aan het groeiproces, waarbij de
kadastrale boekhouding een integrerend
onderdeel van de boekhouding op de
openbare registers is geworden. Vaak
wordt niet voldoende beseft, dat juist deze
ontwikkeling aan de kadastrale legger als
overzichtsregister van bestaande rechts
toestanden een toenemende betrouwbaar
heid heeft gegeven. Bovendien moet wor
den bedacht, dat met het laten voortbe
staan van twee onderscheiden boekhou
dingen de grond tot automatisering van
beide boekhoudingen als één geheel uit
makende vervalt.
c. Afgezien van deze inconsequentie laat.
naar ik meen, het handhaven van het
onderscheid tussen beide boekhoudingen
zich slecht passen in de opvatting, dat
aansluiting bij het Nederlandse negatieve
stelsel moet vaststaan. Zulks temeer om
dat artikel 10 sub b en e van het ontwerp
Kadasterwet van de Staatscommissie de
mogelijkheid openlaat om gegevens in de
kadastrale registers te verwerken die
verschillen met de gegevens in de open
bare registers. Volgens vorenbedoelde
opvatting zouden de kadastrale registers
slechts die gegevens betrekkelijk de zake
lijke rechtstoestanden mogen bevatten,
waarvan de wetgever publikatie heeft
voorgeschreven, althans zouden zij slechts
die gegevens betrekkelijk de zakelijke
rechtstoestanden mogen bevatten die in
de gepubliceerde stukken zijn terug te
vinden. Van belanghebbenden mag, naar