legen gebieden en van de binnen het blok gelegen enclaves welke in de regel bestaan uit dorpskommen met uitbreidingen. Ook de inlevering van de meetgegevens en de daar aan gestelde eisen ten behoeve van de latere bijhouding dient een punt van overleg te zijn. Voor de bepaling van de wijze van uitvoe ring der bijhoudingswerkzaamheden zal re kening worden gehouden met een aantal, na ruilverkaveling geldende factoren. De ver schillen tussen gebruiks- en kadastrale gren zen zullen in de eerste tientallen jaren veel geringer in aantal voorkomen dan in niet verkavelde gebieden, welke toestand wordt bevorderd door een duurzame verzekering van de niet-zichtbare eigendomsgrenzen. Als gevolg van deze afpaling zal het aantal te reconstrueren grenzen beperkter zijn dan in niet-verkavelde gebieden. Door samenvoeging van de percelen tot en kele kavels en de geringere geneigdheid tot landbouwbedrijfssplitsing na ruilverkaveling zal vorming van nieuwe grenzen in mindere mate plaatsvinden dan in niet-verkavelde gebieden, en bovendien zullen tracé-wijzigin gen of verbredingen van wegen en waterlo pen eveneens in mindere mate te verwachten zijn. Het meetpatroon zal eenvoudiger zijn dan dat in niet-verkavelde gebieden, een duurzame afpaling zal de inmeting van nieuwe grenzen tussen de bestaande grenzen vereen voudigen. Mede gelet op het beperkte aantal verschillen tussen gebruiks- en kadastrale grenzen zal inmeting en kaartering van de nieuwe grenzen tussen de bestaande grenzen kunnen geschieden door eenvoudig geschoold personeel zonder dat de nauwkeurigheid van de kaart zal verminderen. Het beperkt aantal te verwachten bijhoudmgsmetingen vraagt een ruim opgezet net van vaste punten, waar toe mogelijk zal kunnen worden volstaan met een net van hoofdpunten. Uit het vorenstaande volgt, dat bij kadastrale toepassing van een ruilverkaveling kan wor den volstaan met inlevering van kaarten zon der het overleggen van meetcijfers, behou dens in gevallen waar de relatieve nauwkeu righeid der grenzen (smalle percelen, grenzen bij gebouwen) meetcijfers vereist. De op grond van bovengenoemde overwe gingen afgestemde kadastrale eisen zullen de meetopzet in een ruilverkaveling bepalen. De landmeter-deskundige dient dan een keuze te maken uit enkele mogelijkheden. Of hij kiest de meetopzet zodanig dat de landmeetkundige resultaten tevens kunnen worden toegepast voor de kadastrale toepassing, of hij richt de meetopzet uitsluitend op de nauwkeurigheids- eisen, welke krachtens de wet aan een ruil verkaveling worden gesteld en verricht na afloop van het gehele werk een volledige hermeting van de grenzen in het ruilverka- velingsblok. Zijn keuze zal worden bepaald door raming van de volgens beide methoden totaal te besteden tijd en het gewenste ver loop van de ruilverkavelingsprocedure. De laatstgenoemde methode zal worden toege past in ruilverkavelingen met uitsluitend of overwegend pachtgrenzen, waarvoor met een relatieve nauwkeurigheid van 25 'tot 50 cm kan worden volstaan en in de blokken waar na een voorlopige vaststelling van de kavel indeling uitvoering van intensief cultuurtech nisch werk volgt. In het algemeen blijkt voor de overige ruilverkavelingen uit tot heden verkregen ervaringen dat de laatstgenoemde methode, d.i. hermeting na uitvoering, op het verloop van de procedure vooralsnog ver tragend werkt. In het overleg tussen de districtsingenieur en de landmeter-deskundige is het van belang dat gezamenlijk wordt gestreefd naar een vorm van samenwerking, waarbij de land meetkundige werkzaamheden in een ruilver kaveling worden gericht enerzijds op de eisen, die aan de uitvoering ervan worden gesteld, anderzijds op de kadastrale eisen voor de bijhouding. Samenwerking met landmeetkundige diensten buiten het Kadaster Zoals hierboven werd vermeld, zijn in de laatste decennia ten behoeve van het ont werpen van civieltechnische en cultuurtech nische werken vele landmeetkundige diensten buiten het Kadaster ontstaan. Wanneer de uitvoering van deze werken wijziging in de rechtstoestand van onroerend goed ten ge volge heeft is steeds de medewerking van de landmeetkundige dienst van het Kadaster no dig, omdat het Kadaster de registratie van de zakelijke rechten op de grondeigendom voert en kennis heeft van de ligging der per- ceelsgrenzen. Het verlenen van medewerking aan andere diensten betekent een onderbreking in de doorgaande werkzaamheden van de land meetkundige dienst van het Kadaster, en is daarom een storend element. Onderbreking van de doorgaande werkzaamheden is ver antwoord, wanneer dubbel meten wordt voor komen en een zodanige uitwisseling van ge gevens plaats vindt dat de betrokken dien- 232

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 20