233
sten, en dus de landmeetkunde hier te lande
in het algemeen, hiermede gebaat is.
Opdat het maatschappelijk rendement zo
groot mogelijk zij, dient bij elk object van
samenwerking te worden onderzocht, welke
mogelijkheden van uitwisseling van gegevens
voorhanden zijn, welke resultaten verwacht
kunnen worden en welke eisen gesteld moe
ten worden. Bij dit onderzoek dient voorop
gesteld, dat aangaande de conserverende
taak de doelstelling van de met elkaar samen
werkende diensten niet dezelfde is. De land
meetkundige dienst van het Kadaster stelt
vanwege haar conserverende taak over pe
rioden van tientallen jaren belangrijk hogere
eisen dan andere landmeetkundige diensten.
Laatstgenoemde landmeetkundige diensten
wensen in de regel uitsluitend gegevens ten
behoeve van de uitvoering van een of ander
technisch werk, waarvoor in het algemeen
het vastleggen van terreingegevens slechts
gedurende enkele jaren nodig is.
Bij samenwerking heeft een uitwisseling van
gegevens plaats, uitgevoerd in de vorm van
een taakverdeling, die op zodanige wijze
dient te geschieden, dat ieders bijdrage op
economische en doelmatige wijze kan worden
geleverd. In de regel verstrekt de landmeet
kundige dienst van het Kadaster gegevens
omtrent grenzen en het net van vaste punten,
terwijl deze dienst in ruil hiervoor van de
andere dienst landmeetkundige gegevens ont
vangt in de vorm van coördinaten van nieuw
bepaalde verzekerde punten, van veldwerken
en van grondplans of van nieuwe plans die
door de landmeetkundige dienst van het Ka
daster worden opgewerkt tot kadastrale
plans. De grenzen van percelen worden door
een ambtenaar van het Kadaster afhankelijk
van de gegeven situatie öf tevoren op het
terrein gedelimiteerd öf naderhand aange
bracht op de door de samenwerkende dienst
vervaardigde kaart.
Het beschikbaar stellen van het bij het Ka
daster bekend zijnde net van vaste punten,
ontstaan uit een verdichting van het Rijks-
driehoeksnet, is eveneens van groot belang.
Nog te vaak constateert men in de praktijk
op dit punt een langs elkaar heen werken en
wordt door gebrek aan coördinatie dubbel
werk verricht. Voor een goede uitwisseling
van deze gegevens is nodig, dat de dienst
van het Kadaster beschikt over een overzich
telijke administratie van het net van vaste
punten, die een snelle raadpleging mogelijk
maakt. Dit net van vaste punten moet vol
doen aan de daarvoor in de H.T.W. gestelde
normen, en zal hopenlijk in de naaste toe
komst aangepast worden aan een nog te
ontwerpen net van hoofdpunten.
Met landmeetkundige diensten waarmede
regelmatig samenwerking plaatsvindt, kan in
onderling overleg een gecoördineerde plan
ning van het jaarlijks werkprogramma nuttig
zijn. Van belang is bijvoorbeeld een vooraf
gaande coördinatie, bij het projecteren van
een meetkundige grondslag, bij het doen op
nemen van een bredere strook van opmeting
gepaard gaande met delimitatie van per-
ceelsgrenzen, bij het doen uitvoeren van de
kaartering van het object van samenwerking
op blanco kadastraal kaartmateriaal met de
bedoeling deze kaartering te zijner tijd uit te
breiden met aanvullende metingen, waardoor
een vernieuwing van het kadastrale plan mo
gelijk wordt.
Door haar bijzondere taak aangaande de con
servering van terreingegevens, zal de land
meetkundige dienst van het Kadaster eisen,
afgestemd op de daartoe in de H.T.W. ge
stelde regels, moeten stellen ten aanzien van
de technische kwaliteit van de resultaten ver
strekt door de samenwerkende diensten. De
districtsingenieur zal de consequentie onder
ogen moeten zien, dat hij de verantwoorde
lijkheid voor deze resultaten moet aanvaar
den. Een voortdurend contact, een nauw
samenwerken in teamverband is nodig, wil
de samenwerking aan het beoogde doel be
antwoorden.
Na voltooiing van het object van samenwer
king zal de landmeetkundige dienst van het
Kadaster zich moeten belasten met het regi
streren en invoegen in het kadastrale archief
van het door de samenwerkende diensten in
gebrachte werk. Belangrijk is, dat de door
andere landmeetkundige diensten vervaar
digde kaarten in het kadastrale archief wor
den opgenomen en wanneer deze zich daartoe
lenen bij voorkeur na ontvangst meteen wor
den opgewerkt 'tot nieuwe kadastrale plans.
Er mag geen onzichtbaar archief ontstaan
van goede kaarten op grote schaal. Ook de
vaste punten alsmede alle andere bescheiden
dienen te worden geregistreerd. Aan de hand
van deze administratie is het mogelijk de
resultaten van de andere diensten dienstbaar
te maken aan de bijhouding en de vernieu
wing van het Kadaster en wordt bovendien
de mogelijkheid geschapen, dat ook derden
van deze gegevens profiteren.
De administratie van het net van vaste pun
ten en van de kaarten en grondplans is een
vrij eenvoudige zaak. Een minder eenvoudige