241
de aanwezigheid van veel gebouwen zal dit
mogelijk zijn. Ook de controle op de in kaart
gebrachte nieuwe grenzen kan in het aan
meten van gebouwen gevonden worden.
Deze aanmetingen vergen niet veel extra-tijd.
Indien de kaarteerbladen ingevoerd worden,
betekent dit, dat er tweemaal gekaarteerd
moet worden. Op het kaarteerblad zullen ook
huizen, enz. gekaarteerd moeten worden, om
dat er grenzen aan vast zitten. Men komt op
hetzelfde terecht als bij de zelfstandige kaar-
teringen, welke veel extra werk geven. Ook de
bijhoudingsmetingen moeten tweemaal ge
kaarteerd worden.
De onderwerkgroep meent, dat de behoefte
aan een kaarteerblad in de praktijk voor in
tern gebruik niet groot is. Voorgesteld wordt
deze kaart niet in te voeren, maar het door
hermeting of ruilverkaveling ontstane bijblad
als kaarteerblad te beschouwen met schalen
1 2000, 1 1000 en 1 500. De laatste schaal
dient slechts in uitzonderingsgevallen te wor
den toegepast, slechts voor binnensteden en
dicht bebouwde dorpskommen.
3.3. Planologische kaarten
Goussinksky heeft een schema voor kaart-
schalen opgesteld, dat internationaal zou
moeten worden gebruikt. Elke schaal in dat
schema kan eenvoudig uit de voorgaande
schaal worden afgeleid. Prof. Witt haalt in
het Tijdschrift voor K. en L. 1959, bl. 266
hieruit een schema, dat voor Nederland zou
kunnen gelden. Dit schema is als volgt:
komt. Enige oude kadastrale bladen op schaal
1 5000 blijven hier buiten beschouwing,
daar deze niet in R.D.-verband zijn opge
nomen.
Voor planologen zal het veelal van belang
zijn, dat op de door hen te gebruiken over
zichtskaarten een kadastrale ondergrond
voorkomt, aangevuld met topografische de
tails. Van de hermeten bijbladen kan langs
mechanische weg een overzichtskaart op
schaal 1 5000 vervaardigd worden en deze
kan worden aangevuld met topografische
details.
In hoeverre deze topografische details uit
luchtfoto's gehaald kunnen worden, of deze
met dezelfde nauwkeurigheid als de kada
strale grenzen opgenomen moeten worden is
een vraag, welke hieronder besproken wordt.
Dan zal tevens worden nagegaan, of de bij
bladen reeds met topografie aangevuld moe
ten worden.
3.4. Raamkaarten
Het is wenselijk de planologische kaarten
1 5000 aan te passen aan de topografische
kaart 1 10.000 en dat deze derhalve als
raamkaart worden uitgevoerd. In hoeverre
moeten de kadastrale bijbladen hieraan wor
den aangepast? Moeten de huidige bijbladen
(eilandplans) op raamkaarten worden over
gebracht? Over dit punt bestond verschil van
mening tussen onderwerkgroep 2 en onder
werkgroep 3.
In het Tijdschrift voor K. en L. 1960 nr. 1
topografische- en
geologische kaarten
overzichtskaarten voor
planologische doeleinden
kadastrale- en
technische kaarten
1 200.000
1 100.000
1 50.000
1 25.000
1 10.000
1 5.000
1 2.000
1 1.000
1 500
1 250
Van de in dit schema vermelde kaarten ont
breekt in de (kadastrale) werkelijkheid al
leen de kaart 1 5000, behoudens de bijbla
den van de IJsselmeerpolders. De planologen
moeten zich thans behelpen met topografische
overzichtskaarten op schaal 1 10.000 of met
naar schaal 1 5000 verkleinde kadastrale
kaarten, waarop (nog) geen topografie voor
heeft D. de Groot een artikel gewijd aan de
raamkaart bij het kadaster. Hij vermeldt als
voordelen: eenvoudige administratie, betere
publiciteit, logische aansluiting: de toepas
sing van moderne methoden van samenstel
ling fotogrammetrie) en reproduktie wordt
eenvoudiger: een betere aansluiting wordt
verkregen met stadskaarten. Als nadeel