noemt hij de onvermijdelijke versnijding van
percelen.
Onderwerkgroep 2 gaat uit van de gedachte,
dat wordt beschikt over goed cartografisch
materiaal, aangesloten aan het stelsel van de
R.D. en komt tot de volgende conclusies:
1. De raamkaart biedt een mogelijkheid om
te komen tot een onpersoonlijke, alge
mene en uniforme bladindeling van de
kadastrale kaart.
2. Een raamkaartenindeling zal op de ge
bruiker van het kadastrale kaartwerk
(het publiek) een gunstige psychologi
sche werking hebben. De bladen, welke
alle noordgericht zijn, zijn gemakkelijker
aan te sluiten en geven een grotere waar
neembare afbeelding van het terrein bij
eenzelfde kaartformaat.
3. Een kadastrale raamkaart zal het noemen
van foute windrichtingen in akten tot de
zeldzaamheden doen behoren, zodat het
aantal rectificaties van akten zal vermin
deren.
4. Bij gebruik van eenzelfde kaartformaat
als thans zal een kadastraal kaartwerk op
een raamkaartindeling een vermindering
van 30 a 35 van het aantal kaarten
geven.
5. In vele ruilverkavelingsgebieden, waar de
kaartschaal 1 2000 is voorgeschreven,
blijkt het zeer moeilijk tot onmogelijk te
zijn een eilandbladindeling te maken, af
gaande op natuurlijke scheidingen, tenzij
er toe wordt overgegaan slechts een zeer
klein gebied per kaart af te beelden.
6. De huidige kadastrale bladindeling heeft
een gebrek aan uniformiteit, hetgeen sto
rend is voor de kaartgebruiker (het pu
bliek). Er zijn secties, welke uit één blad
bestaan, doch er zijn ook secties, welke
uit vele bladen bestaan. Het nummer van
een perceel kennende, weet men nog niet
op welk blad het perceel is afgebeeld.
7. Kaartering en bijwerking op raamkaarten
kunnen aan de rand der kaarten bezwa
ren opleveren in vergelijking met die op
eilandbladen. Onderwerkgroep 2 acht
deze bezwaren niet zo groot, daar het
aantal randpercelen niet groter zal zijn
dan 20 van het totale aantal percelen
en het aantal percelen, dat zich over 3 of
4 bladen uitstrekt, slechts 1 a 2 van
het totale aantal percelen zal zijn.
Onderwerkgroep 2 komt daarna tot de vol
gende gedachte: De kadastrale raamkaart
dient één strakke kaderlijn te hebben, waar
buiten niets wordt getekend. Een dergelijke
raamkaart vervangt de sectie. De nummering
der percelen vindt per kaartblad plaats, waar
bij elk nummer eenmaal wordt gebruikt, zelfs
als er delen van meer dan een gemeente op
het blad liggen. Het nummer van een perceel
komt slechts op één blad voor. Bij percelen,
die zich over meer dan één blad uitstrekken
geeft een of ander symbool aan, dat het ka
dastrale perceel zich buiten de kaderlijn
voortzet. Een perceel wordt in een akte aan
gegeven als: perceel, genummerdge
legen op blad in de Gemeente
Onderwerkgroep 3 is, uitgaande van de
praktische bruikbaarheid van raamkaarten,
minder enthousiast over een eventuele voor
stelling van bijbladen op raamkaarten. De
gemeentelijke indeling is voor verschillende
doeleinden noodzakelijk, niet in de laatste
plaats met het oog op de kadastrale boekhou
ding. Komen nu verschillende gemeenten
voor op dezelfde raamkaart, dan is de kans,
dat een foutieve kadastrale aanduiding ge
bruikt wordt, des te groter.
Indien alleen gehele percelen op een raam
kaart afgebeeld worden, moeten de percelen,
welke op verschillende raamkaarten voorko
men, gesplitst worden. Er worden „cultuur-
percelen" ingevoerd en deze zullen van een
zeer gevaarlijke soort zijn, daar de ruitlijn
niet zal samenvallen met een topografisch
detail.
Een eiland-bijblad wordt meestal begrensd
door wegen en/of waterlopen. De verande
ringen in de parcellering spelen zich in de
regel binnen deze natuurlijke begrenzing af.
Er behoeft dus meestal slechts op één blad te
worden gewerkt. Bij een raamkaartsysteem
kan eenzelfde verandering zich op meer kaar
ten afspelen.
Bijwerking van raamkaarten, waarop 2 ge
meenten afgebeeld zijn, welke onder verschil
lende bewaringen ressorteren, geeft extra
werk en heen en weer zenden.
Iedere raamkaart heeft een schaal. Moet een
gedeelte van een kaart, waarop landelijk ter
rein op schaal 1 2000 is afgebeeld, worden
overgebracht naar een kaart op schaal
1 1000, dan moet de gehele raamkaart naar
schaal 1 1000 worden overgebracht. Een
begrensd uitbreidingsplan kan oorzaak zijn
van het overbrengen naar een grotere schaal
van een veel uitgestrekter gebied.
In de praktijk is gebleken, dat het publiek
242