249 wijze van verzekering van deze punten, niet alleen omdat zij een zo lang mogelijke levens duur moeten hebben, maar ook omdat de ver zekering zodanig moet zijn dat controle van de punten op een zo eenvoudig mogelijke wijze kan plaats hebben. Zeer nadrukkelijk zeggen daarom de beide werkgroepen dat een goede verzekering bij de hoofdpunten primair gesteld moet worden, zelfs in de ge vallen dat dit tot gevolg zou hebben dat latere aansluitingsmetingen aan de hoofdpun ten niet op de meest eenvoudige wijze zouden kunnen plaats hebben. Wat de wijze van verzekering betreft wordt in de eerste plaats gedacht aan bouten in goed gefundeerde kunstwerken en alleen in de gevallen dat dit niet mogelijk is zullen er ondergrondse verzekeringen mogen worden gebruikt. Uit het voorgaande zal het duidelijk zijn ge worden dat er bij nieuw te vormen meetkun dige grondslagen weinig moeilijkheden be staan, de enige voorwaarde is hier dat zij moeten worden verkend op een /\,cf-waarde van nul en als men zich daaraan houdt is elk punt van de grondslag wat zijn nauwkeurig heid betreft geschikt om als hoofdpunt geko zen te worden. Wat moeilijker ligt de zaak bij de reeds be staande oude meetkundige grondslagen, waarvan men nu achteraf nog een aantal punten wil aanwijzen als hoofdpunt. Dit zal niet zonder meer kunnen gebeuren. Voor deze oudere grondslagen gelden dezelfde nauwkeurigheidseisen als voor de nieuw te bepalen meetkundige grondslagen en door middel van een toetsing zal moeten worden nagegaan of aan deze eisen wordt voldaan. Blijkt dit niet het geval te zijn dan zal de grondslag moeten worden afgekeurd voor wat betreft de levering van hoofdpunten, ten zij een verbetering mogelijk is door middel van bijmetingen en herberekeningen. Als centrale instantie voor de administratie en de instandhouding van de hoofdpunten zullen de bureaus van de landmeetkundige dienst van het kadaster het beste kunnen op treden. De administratie zal dan echter wel op een zodanige wijze moeten worden opge bouwd dat op een eenvoudige wijze alle noodzakelijke gegevens over hoofdpunten aan andere landmeetkundige diensten kunnen worden verstrekt. Ook het aanwijzen van de in een meetkundige grondslag op te nemen hoofdpunten zal door de kadastrale landmeet kundige dienst moeten geschieden. Voor de bepaling van de hoofdpunten geldt dit echter niet; de hoofdpunten worden tegelijk met de meetkundige grondslag bepaald en dit houdt in dat de bepaling van de hoofdpunten zal moeten geschieden door de landmeetkundige dienst die ook voor de bepaling van de ver dere meetkundige grondslag zorg draagt. Ten aanzien van de gewenste dichtheid van het net van hoofdpunten adviseert de HTW een dichtheid van 1 punt per 250 meter in nauwkeurigheidsgebied 1 en van 1 punt per 1000 meter in de gebieden 2 en 3. Bij de be sprekingen hierover in de onderwerkgroep der Staatscommissie werd door het daar aan wezige lid van de vroegere HTW-commissie opgemerkt dat deze afstanden zonder be zwaar groter zullen kunnen worden, omdat de huidige stand der techniek het overbrug gen van grotere afstanden heel goed mogelijk maakt. Ook de kadastrale werkgroep is deze mening toegedaan en stelt het zo dat de op lossing gezocht moet worden als een compro mis tussen een aantal voorwaarden. Enerzijds moet het aantal hoofdpunten niet zo groot worden dat de werkzaamheden voor de instandhouding te omvangrijk worden, maar aan de andere kant moeten de afstan den tussen de hoofdpunten toch klein genoeg zijn om een voldoende correlatie tussen de oude en de nieuwe grondslagen te waarbor gen. Bovendien meent men dat de afstand niet te groot gekozen moet worden, omdat dan in de praktijk wel eens de neiging zou kunnen ontstaan om, als gevolg van de uit gebreidheid van de aansluitingsmetingen, geen gebruik te maken van de hoofdpunten. Toch acht men een afstand van ongeveer 2 km in landelijk terein wel acceptabel, ener zijds omdat in de meeste streken deze afstand door middel van een veelhoekstrek overbrugd kan worden en anderzijds omdat deze afstand ongeveer de helft is van de dichtheid van het herziene R.D.-net. Dit betekent dan natuur lijk wel dat een zeer zorgvuldige bewaking van de hoofdpunten gewenst is, men heeft geen enkele „reserve" en bij het verdwijnen van een hoofdpunt zullen er tijdig voorzienin gen moeten worden getroffen. Tenslotte nog een kort woord over het ge bruik van de hoofdpunten. In het voorgaande is gesteld dat hoofdpunten gewenst zijn voor het verzekeren van meetkundige grondslagen, wat nodig is om bij het uitzetten van verloren geraakte grenspunten tot betrouwbare resul taten te komen, ook in de gebieden waar de oorspronkelijke grondslag niet meer aanwe zig is. Van groot belang kunnen de hoofdpunten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 37