255
toetsen invoeren, zodat ook hier weer con
trole noodzakelijk is.
Tegenover de traditionele werkwijze staat nu
echter al een belangrijke stijging van snel
heid en zekerheid van het werkverloop. Der
gelijke planimeters worden thans in steeds
toenemende mate al gebruikt in Nederland,
Duitsland, Zwitserland, Zweden, Finland,
Engeland en Frankrijk.
Natuurlijk is het met de tegenwoordige tech
nische middelen ook mogelijk de eigenlijke
meting automatisch te verrichten, b.v. zodanig
dat in plaats van de meetmarkering fotocel
len automatisch langs de omtrek van de op
pervlakte worden bewogen. Een andere op
lossing van dit vraagstuk werd reeds in een
prototype gerealiseerd; hierbij wordt een
tweetal lichtstralen gericht op de oppervlakte,
gereflecteerd en opgevangen door fotocellen.
De stralen lopen uit elkaar tot zij de begren
zende lijnen raken en tasten dan automatisch
de gehele oppervlakte af, waarbij de lengte
van de door de lichtstralen afgelegde weg een
maat voorstelt voor de grootte van de opper
vlakte.
De kosten van dergelijke geheel automatisch
werkende apparaten zijn thans nog te hoog
om een economisch gebruik mogelijk te
maken.
Het is echter een kwestie van tijd, dat het zin
zal hebben prijs en capaciteiten tegen elkaar
af te wegen.
De geautomatiseerde terreinmeting
De terreinmeting nu vormt een zeer speciaal
probleem van het grote complex „meten" van
onze driedeling van het landmeetkundig pro
cédé.
De eigenlijke terreinmeting neemt een belang
rijk grotere plaats in en is van meer betekenis,
en elke leek brengt het begrip landmeter zon
der aarzelen in verband met de figuur van een
man die in de vrije natuur zijn meetinstrumen
ten hanteert, en voor wie het symbool van
zijn beroep de rood-witte jalon schijnt te zijn.
De terreinmeting is niet alleen het meest uit
gebreide maar ook het meest gecompliceerde
gedeelte van het werk van de landmeter.
Daarom begon men op dit gebied al op een
zeer vroeg tijdstip te streven naar een zo ver
gaand mogelijke automatisering van het meet-
werk. Deze pogingen hebben geleid tot een
steeds verdere vervolmaking van de instru
menten in mechanisch en optisch opzicht, die
dan weer mogelijkheden boden voor nieuwe
arbeidsbesparende methoden.
Basiselementen van de meting zijn afstand en
hoek. Terwijl de hoekmeting uitgevoerd met
de theodoliet, stationair werken toelaat en
niet afhankelijk is van moeilijke terreinom
standigheden, is daarentegen de traditionele
afstandmeting met meetband of meetlat vaak,
vooral in moeilijk begaanbaar gebied, een
moeizaam karwei. De gedachte lag daarom
voor de hand de afstandmeting door een
daarvoor geschikt gebruik van een geome
trisch stelsel zodanig door hoekmetingen te
vervangen dat de te meten afstand niet meer
behoefde te worden afgelegd. De grondge
dachte van verschillende methoden voor op
tische afstandmeting die zich in de loop der
tijden ontwikkelde, is de meting van een hoek
van het eindpunt van de te bepalen afstand
met de eindmarkeringen van een op een ander
eindpunt van de afstand opgestelde baak. Uit
deze zgn. parallactische hoek, en uit
de afstand van de meetmarkeringen van de
baak kan men dan volgens eenvoudige geo
metrische formules de afstand berekenen.
Zelfs werden er instrumenten ontwikkeld en
methoden ontworpen die deze berekeningen
overbodig maakten en waarmee men de af
stand rechtstreeks van het instrument kon
aflezen.
De benaming van deze methode, tachymetre-
ren, betekent, uit het Grieks vertaald, sncl-
meten, maar sinds de elektronische rekenma
chines bij ons nieuwe maatstaven voor het
begrip snelheid hebben doen aanleggen, is
zelfs het tachymetreren te langzaam gewor
den, niet zozeer door de meetmethode zelf, als
wel hoofdzakelijk door de daaropvolgende
werkzaamheden en de nu weer optredende
noodzakelijkheid de juistheid van de meet
resultaten te moeten controleren.
De meetresultaten worden door de waar
nemer aan het instrument door het aflezen
van randverdelingen, schaalverhoudingen, en
door het schatten van streepintervallen be
paald. Hierbij ontstaat, ondanks de grootste
nauwgezetheid, de mogelijkheid dat kleine en
grote fouten worden gemaakt. De afgelezen
uitkomst wordt door een schrijver genoteerd
in het zgn. veldboek, waarbij weer schrijf
fouten kunnen worden gemaakt. Uit ervaring
weet men dat het cijfermateriaal 25 fou
tieve waarden bevat, terwijl het cijfermate
riaal nu pas in ponsband of ponskaart kan
worden overgebracht.