AUTOMATISERING
216
DE PROBLEMATIEK VAN DE AUTOMATISERING VAN DE
KADASTRALE BOEKHOUDING
door W. Joosten, Oud-Ingenieur-Verificateur van het Kadaster
Zoals het rapport van de staatscommissie in
zake het Kadaster vermeldt, is door de uit
enige van haar leden samengestelde techni
sche subcommissie een aantal werkgroepen in
gesteld waarvan er één tot taak kreeg ,,de
automatie in de boekhouding en de verwer
king van meettechnische gegevens" te bestu
deren.
De aanleiding tot het in beschouwing nemen
van dit onderwerp was (volgens de subcom
missie) gelegen in o.m. de sterk toenemende
groei van het rechtsverkeer in onroerend
goed, hetgeen weer een groei betekent van
de boekhoudkundige handelingen met daar
bij een toenemende vraag van het publiek om
inlichtingen.
Men bedenke hierbij dat de dienstverlenende
functie van het kadaster afhangt zowel van
de mate waarin de bijhouding up to date ge
noemd kan worden als van de wijze waarop
de hiervoor nodige administratieve en tech
nische handelingen worden uitgevoerd. Dit
laatste spreekt des te meer aangezien ver
wacht mag worden dat de door de Staats
commissie naar voren te brengen eisen een
intensivering van de kadastrale werkzaam
heden zullen betekenen, niet alleen voor wat
de kwantiteit doch ook voor wat de kwaliteit
betreft.
Gezien het voor bespreking beschikbare tijds
bestek was het geven van een beschouwing
over het onderwerpelijke automatieprobleem
in zijn volle omvang niet mogelijk.
Getracht moest dan ook worden een hoofd
lijn aan te geven, en dan nog alleen voor de
mogelijkheden van automatie. Van belang is
hierbij de kringloop: aanbieding door hét
publiek van een akte of ander document,
verwerking in de boekhouding ten hypo-
theekkantore, eventuele verwerking bij de
landmeetkundige dienst, verwerking hiervan
weer ten hypotheekkantore, verstrekking van
gegevens aan het publiek. Er is een voort
durende stroom van informaties van de maat
schappij naar het kadaster en van het kadas
ter naar de maatschappij.
Het kernpunt van de administratie is dan
ook gelegen in de conservering van gege
vens.
Aanvankelijk bleek er in de werkgroep wel
enige onzekerheid te bestaan over de inter
pretatie van het begrip „automatie". Te ver
wonderen was dit niet gezien de verschil
lende definities die van automatie worden ge
geven. Zo ontmoette ik bijv. de volgende:
.Automatie is een proces ivaarbij de op een
bepaald doel gerichte menselijke handelingen
zijn vervangen door verrichtingen van een
machine die tevens van het begin tot het be
reiken van het gewenste resultaat zonder toe
doen van de mens, de bediening, de besturing
en de controle verzorgt.''
Ook wil ik nog noemen de kortere definitie
van Pro/, dr. ir. C. J. D. M. Verhagen, die op
bladzijde 3 van het Tijdschrift voor Kadaster
en Landmeetkunde van februari 1965 door
Prof. ir. G. F. Witt in een voetnoot wordt
aangehaald, luidende: automatisering is het
systematisch invoeren van zelfwerkende sys
temen, die gedurende zekere tijd zonder men
selijke tussenkomst kunnen functioneren
Voor de werkgroep behoefde het begrip
automatie niet meer te betekenen dan de
rationele structurele opbouw van een ver
werkingsproces. De mechanische realisering
van de automatie behoefde dan ook geen on
derwerp van beschouwing uit te maken; de
werkzaamheden konden beperkt blijven tot
het opstellen van een logische structuur van
de kadastrale informatie-verwerking.
Aangezien van de voorstellen van de Staats
commissie en hun strekkingin het bijzonder
de juridisch-administratieve niets bekend
was, moest uiteraard wel van de bestaande
situatie worden uitgegaan. Opgemerkt werd
echter dat ook de hypothecaire boekhouding
in de beschouwingen betrokken diende te
worden.
Om te komen tot een structuurschema van de
thans bestaande administratie heeft de werk
groep nagegaan:
1. welke de bronnen zijn van de kadastrale