administratie zal moeten worden gefundeerd.
Behalve met deze bepalingen zal men bij een
herziening van de administratie rekening
moeten houden met de conserverende taak
van het kadaster en wel in dier voege dat de
desbetreffende gegevens, zoveel mogelijk ge
separeerd van andere gegevens, in afzonder
lijke bescheiden worden opgenomen. Men be
hoeft dan niet, zoals thans het geval is, alle
tot de kadastrale boekhouding behorende re
gisters, staten en lijsten te bewaren. Voorts
zal de administratie, behalve op een rationele
verwerking van de gegevens voor de eigen
dienst, gericht moeten zijn op de door het
publiek gevraagde informaties.
Schriftelijke informaties moeten verstrekt
kunnen worden in de vorm van op een snelle
en eenvoudige wijze te vervaardigen repro-
dukties van de originele administratieve be
scheiden.
Hiervoor werd er reeds op gewezen dat de
werkgroep moest uitgaan van de tegenwoor
dige situatie. In het bekend worden van de
voorstellen van de Staatscommissie heb ik
aanleiding gevonden nog enige aandacht te
besteden aan de systematiek van de huidige
administratie in verband met de gereleveerde
bepalingen van de Kadasterwet. Ik meen
hieraan het volgende te moeten laten voor
afgaan.
In verband met de aard van de daaruit voort
vloeiende bevoegdheden verdeelt de doctrine
de zakelijke rechten op onroerend goed in
drie groepen (verg. Asser-Beekhuis 2e deel
Zakenrecht blz. 19).
Groep 1de zakelijke rechten die in beginsel
een recht op volledig genot van de
zaak geven, zo eigendom, opstal,
erfpacht, vruchtgebruik, gebruik of
bewoning of beklemming (zake
lijke genotsrechten).
Groep 2: de zakelijke rechten, die slechts een
zeer beperkt recht op genot van de
zaak geven, krachtens hetwelk de
rechthebbende van de eigenaar
kan verlangen, dat hij bepaalde
handelingen of toestanden met be
trekking tot de hem toebehorende
zaak duldt of bepaalde handelin
gen toelaat. Dit zijn erfdienstbaar
heden.
Groep 3: de zakelijke rechten die de gerech
tigde de bevoegdheid geven bij
voorrang een zekere schuld op de
opbrengst van een onroerend goed
te verhalen. Het zijn de z.g. zake
lijke zekerheidsrechten als hypo
theek en grondrente.
Aan deze indeling sluit aan de administratie
in drie verschillende registers van de ge
gevens die leiden tot het bepalen van de
rechtstoestand van onroerende zaken uit de
in de openbare registers gepubliceerde stuk
ken; te weten de kadastrale legger (voor de
rechten van groep 1), het losbladig register
(voor de rechten van groep 2) en het register
hyp. nr. 69a (voor de zakelijke zekerheids
rechten van groep 3).
De zo juist genoemde administratie van ge
gevens is gefundeerd op een bijgehouden
kadastrale indeling van de, als gevolg van
een overgeschreven titel, nieuw gevormde
afzonderlijke voorwerpen van zakelijk recht
(zijnde een recht dat behoort tot die van
groep 1
Deze kadastrale indeling maakt het mogelijk:
A. bij elk onroerend rechtsobject naar de
daarop betrekking hebbende, in de open
bare registers over- of ingeschreven stuk
ken (en andere documenten) te verwij
zen;
B. alle, bij vroeger gekadastreerde rechtsob-
jecten geboekte, publikaties te bepalen,
die op de nieuw gevormde voorwerpen
van zakelijk recht betrekking hebben.
De hiervoor onder A bedoelde verwijzingen
geschieden in de genoemde registers door de
vermelding bij het perceel van het deel en
nummer van het register van over- of in
schrijving. Het bepalen van de onder B ge
noemde publicaties geschiedt met behulp van
de metingsstukken.
Deze bescheiden leiden tot het adagium: ,,de
kadastrering van het rechtsobject van heden,
ontsluit de toegang tot de publikaties van het
verleden."
Het voorgaande vindt men terug in artikel 10
letter a van de Kadasterwet dat zegt dat de
gezamenlijke kadastrale registers moeten be
vatten:
„de verwijzing ten aanzien van elk kadastraal
perceel en appartement naar de daarop be
trekking hebbende in de openbare registers
ingeschreven bescheiden"en in artikel 2 let
ter b waarin een gedeelte van de taak van de
Rijksdienst van het kadaster als volgt wordt
omschreven: „het vervaardigen en bijhouden
van kadastrale kaarten, daaraan ten grond
slag liggende bescheiden en kadastrale regis-
220