268 Inleiding Het is de moeite waard om Dordrecht vanuit Rotterdam over de Noord per boot te na deren. We varen in zuidelijke richting naar de driesprong Noord-Merwede-Oude Maas. Links van ons ligt dan Papendrecht, rechts Zwijndrecht, recht voor ons zien we het pano rama van oud-Dordrecht op z'n mooist met in het centrum hiervan de meer dan 500 jaar oude groothoofdspoort. Na de grote Elisabethsvloed van 1421 is het groothoofd aangelegd om de stad voor ver dere afspoeling te behoeden. Vermoedelijk omstreeks 1450 heeft men hier op de groothoofdspoort gebouwd, dienende ter verdediging van de ingang van de Voor straatshaven en als poort aan het water voor het binnenlaten van de per schip aangekomen reizigers. De poort heeft in de loop der tijd vele ver andering-en ondergaan. Zo is in de gouden eeuw het gebouw van gotische grotendeels Foto la: Zuidelijk aanzicht van de groothoofdspoort. tot renaissancestijl omgebouwd. Nieuwe gevels werden vóór de oude opgetrokken en vele beelden en beeldversieringen werden aangebracht (zie foto 1, la). De oude muur is nog zichtbaar in één der zalen van het gebouw. In een raamnis kan men door een luik tussen de twee muren kijken. Hier zijn nog fragmen ten te zien van gotische natuursteenversierin gen (zie foto 2, die genomen is bij de pijl op fig. 4; de stippellijnen geven de spouw aan). In 1692 is het zadeldak met toren, dat tot die tijd de poort sierde, vervangen door het hui dige platte dak met daarop de achtkantige met koper afgedekte koepeltoren. Het bestek hiervan is nog aanwezig. Deze toren wijkt sterk af van de renaissance stijl van het gebouw. Dit is niet het enige be zwaar tegen de toren. Zoals straks zal blijken is zij er mede de oorzaak van, dat thans het gebouw dringend aan een grondige restaura tie toe is. Want wat is het geval. Zoals u op de doorsnede van de poort in fig. 5 kunt zien helt de poort zo sterk naar het noorden over, dat de noodzaak tot het nemen van maatregelen hiertegen reeds voor een leek duidelijk is. Hoe is deze deformatie ontstaan en in hoe verre zet deze thans nog door, was de eerste vraag die de Afdeling Restauratie diende te beantwoorden. Deformatiemeting Om te komen tot een inzicht van deze defor matie heeft men ons december 1957 opdracht gegeven een verticale deformatiecontrole toe te passen. Aanvankelijk werd dit door ons gedaan met bouten die periodiek doorgaand werden ge waterpast met de dieperinkbaak en de Zeiss Ni 2. Later, ongeveer ter zelfder tijd als de aanvang van controle-waterpassingen met plaatjes als hoogtemerken elders, hebben wij ook hier de bouten vervangen door perspexplaatjes en wel op de met romeinse nummering aange geven plaatsen in fig. 2. De controle vond zes-maandelijks plaats door middel van een doorgaande waterpassing vol gens de relatieve waterpasmethode (zie arti kel in ..Geodesia" maart 1961 Over een periode van vijf en een half jaar bleken de punten I t/m VI als volgt te zijn verzakt: I 16 mm; II 32 mm; III 25 mm; IV 21 mm; V 31 mm; VI 35 mm. Vergelijking van fig. 2 en fig. 3 toont, dat de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1965 | | pagina 4