21
1. Een basisblad met:
a. de in coördinaten of in hoogte be
kende vaste punten.
Voor de aanduiding van de in X- en
Y-coördinaten bekende punten ge-
bruike men een cirkel (met een door
snee van 1,5 mm):
b. de snijpunten van deruitlijnen, teken
c. de grenzen van eigendoms-en gebruiks-
percelen, aldus aan te geven:
d. de gebouwen;
e. de naam van de gemeente;
f. het nummer van het blad;
g. de noordrichting, indien de bladen niet
alle in deze richting zijn aangelegd.
2. Een tekenfoelie met de kadastrale ge
gevens:
a. de perceelnummers (in schuinstaand
schrift)
b. bijpijlingen; deze dient men niet aan
te geven met het teken V
maar minder rommelig met H
c. de aanduiding: kadastrale kaart;
d. het sectienummer;
e. eventueel de vermelding van de kadas
trale gemeente, indien deze niet de
zelfde is als de burgerlijke gemeente.
3. Een tekenfoelie met de topografie:
a. in hoogte bekende vaste punten (even
tueel gecombineerd met de in coördi
naten bekende punten), hoogtepunten
en hoogtecijfers,symbool (eenpunt);
b. de hoogte van viaducten, aquaducten
en tunnels t.o.v. N.A.P. of een ander
referentievlak. De hoogte van elke
weg (hier in zijn ruimste betekenis)
t.o.v. het laagst liggend aangrenzende
oppervlak kan men ook aangeven; het
symbool 3,40 -f- is daar zeer geschikt
voor (-f- 3,40 duidt een hoogte t.o.v.
een vast referentievlak, bijv. N.A.P.,
aan)
Het is zeer praktisch op de kaart de grenzen en
gebouwen op duidelijk verschillende manier aan te
duiden. De hier vermelde methode verdient om ver
schillende redenen de voorkeur boven andere.
c. aan terreintopografie:
lantaarns,
trottoir- en straatkolken rb het
dwarsstreepje geeft aan waar de in-
laatopening zit, terwijl uit de speci
fieke plaats van deze zaken direct dui
delijk is wat met dit symbool wordt
aangegeven
controleputten bb
brandputten un
bomen
tramlijnen it i-
verkeersgeleiders en kleine scheidin
gen tussen rijstroken worden door
dunne lijnen aangegeven
bij gemeenten die een leidingenkaart
hebben, hoeft men de leidingverklik
kers niet op deze kaart te vermelden
een vrijstaand uurwerk
een aanplakzuil
een telefooncel 0
een vrijstaande brievenbus ca
een mast voor de bovenleiding van
tram of bus
een haltebord voor tram of bus
een vrijstaand verkeersbord f
d. de woorden .topografische kaart van
de gemeente
4. Een tekenfoelie met de opschriften:
a. de straatnamen; soms zal het gewenst
zijn de straatnamen op een aparte foe
lie of op het basisblad te tekenen;
b. de naam van openbare en andere be
langrijke gebouwen;
c. de huisnummers;
d. de gegevens die gewoonlijk in de
randstrook worden vermeld.
5. Een tekenfoelie voor de bebouwing.
Van de vier eerstgenoemde foelies wordt in
de figuren 1 t/m 4 een voorbeeld getoond.
Bij de voorbeelden is uitgegaan van een ge
deelte van het blad J 6 van de door de af
deling Landmeten van de Gemeentelijke
Dienst voor de Volkshuisvesting te 's-Gra-
venhage vervaardigde kaart op schaal 1 1000
van deze gemeente. De op deze kaart voor
komende gegevens zijn door ons aangevuld
met enige objecten, waarvan de plaats louter
op fantasie berust.
Door combinatie van de bladen 1 en 2 krijgt
men een kadastrale kaart; voegt men 1, 3, 4
en 5 samen dan krijgt men een topografische
kaart, terwijl men voor speciale doeleinden de