23 Voor het aangeven van het gebruik van we gen kan men de volgende classificatie toe passen: a. hoofdverkeersweg: heeft gescheiden rij banen en vrijliggende rijwielpaden; b. verkeersweg: deze heeft alleen vrijliggen de rijwielpaden; c. verzamelstraat: deze kent gemengd rij- verkeer; d. woonstraat: dient alleen om de hieraan liggende woningen te kunnen bereiken; e. verbindingsweg tussen de hierboven ge noemde wegen; f. verbindingsweg tussen het centrum en een stadsdeel; g. overige buitenwegen. De breedte van de rijstroken kan men in de kaart vermelden. Het vermelden van de kwa liteit van de rijbaan is onnodig, omdat deze voldoende wordt aangegeven met de aard van de verharding. 6.4.3 De gebouwenkaart Op de gebouwenkaart kan men op een basis van de foelies 1 en 4 verschillende gegevens omtrent bestaande en toekomstige bebouwing vermelden. Men kan hierop zeer uiteenlopen de gegevens vermelden, bijv.: het bouwjaar van alle gebouwen; het aantal verdiepingen van de gebouwen; het gebruik dat van elke verdieping wordt gemaakt in Amsterdam is zo een uitvoe rige bouwblokdocumentatie gemaakt; de geschiktheid voor bepaalde gebruiks doeleinden van gehele of delen van gebou wen; een opsomming van de vertrekken in ge bouwen. Soms kan het zelfs nodig zijn voor het ver melden van al deze gegevens meerdere kaart- bladen ter beschikking te hebben. 7. Slotbeschouwing. In dit artikel werd een poging gedaan de werkzaamheden in een aantal gemeentelijke landmeetkundige diensten te toetsen op de taak die hun is gesteld. Hierbij is aan het licht gekomen, dat de organisatoren van di verse diensten niet precies weten op welke wijze zij hun doelstellingen zo economisch mogelijk kunnen bereiken. Door een schets te geven van een ons inziens gewenste samen stelling der te gebruiken kaarten hebben wij getracht een richting voor de oplossing van de moeilijkheden aan te geven. Ten aanzien van de aanschaffing van mate riaal moge worden opgemerkt dat de onder afdeling der geodesie aan de Technische Hogeschool te Delft over een uitgebreide collectie instrumenten beschikt, die door be langstellenden kunnen worden bekeken en ter plaatse beproefd. Ook is de onderafdeling in het bezit van een aantal binnen- en buiten landse gemeentelijke kaarten, die als illustra tiemateriaal kunnen dienen. Gedurende de laatste jaren is van verschil lende zijden herhaaldelijk de opmerking ge maakt dat de Technische Hogeschool weinig bemoeienis heeft met de middelbare en hogere technici. Daarom zij hier uitdrukkelijk gesteld dat de belangstellenden uit deze groepen even welkom zijn als de academici. Uitwisseling van gedachten over te volgen methodieken is voor beide gesprekspartners nuttig. Het is van groot belang voor een wetenschappelijke instelling te weten welke problemen zich in de praktijk voordoen, zodat zij aan de oplos sing hiervan, zo mogelijk, een bijdrage kan leveren. In de voorgaande paragrafen heeft de nadruk sterk gelegen op de uitvoerings-cartografische aspecten van de gemeentelijke landmeetkun dige dienst. Organisatorische, sociale en fi nanciële aspecten kwamen -hoe belangrijk ook praktisch niet aan bod. Wij hopen echter dat deze, misschien te eenzijdige be nadering, zal leiden tot verbeteringen, waar deze nodig zijn, tot het leveren van kritiek op onze beschouwingen, en tot een gesprek over aan de orde zijnde problemen. LITERATUURLIJST Algemeen H. Drager, Die Aufgaben im amtlichen Berliner Ver- messungswesen. Zeitschrift für Vermessungswesen 1957, blz. 281 284. J. Engel, Kartographische und geodatische Aufgaben am nordwest-deutschen Wasserstrassennetz. Zeitschrift für Vermessungswesen 1960, blz. 305 312. W. Engelbert, Die Bearbeitung grossmasstabiger Kar- ten. Zeitschrift für Vermessungswesen 1961, blz. 223 231. W. Engelbert, Neuere Hilfsmittel für die fderstellung grossmasstabiger Plane und Karten. Compte Rendu officiel du neuvième congrès des géomètres 1958, blz. 334341 B. Goussinsky, Standardization of maps in Carto graphy. Empire Survey Review 1958, blz. 298301. A. Lagueuille, Les plans topométriques urbains. Compte Rendu officiel du neuvième congrès des géomètres 1958, blz. 541—544. H. Schriever, Die Aufbau eines stadtischen Grund- kartenwerks. Zeitschrift für Vermessungswesen 1961, blz. 73—86.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 23