De Gemeentelijke Landmeetkundige Dienst
5
Enige opmerkingen over de organisatie, de werkmethode en de
aard der werkzaamheden van een aantal landmeetkundige diensten
in Nederland
door Prof. ir. G. F. WITThoogleraar in de planologische geodesie
te Delft en
Ir. JNICOLAI. geod. ir., thans werkzaam bij de sectie Stedebouw-
kunde van de Afdeling der Bouwkunde te Delft.
1Inleiding.
In de periode juli 1963-mei 1964 werd een
onderzoek ingesteld naar de organisatie, de
personeelsbezetting, de werkmethode en de
aard van het werk bij de landmeetkundige
diensten van een aantal gemeenten in ons
land. Daartoe verzonden wij vragenlijsten aan
de hoofden van gemeentewerken van 35 ge
meenten van kleine tot middelgrote omvang.
In totaal ontvingen wij 22 beantwoorde vra
genlijsten terug, waarvan er 19 zeer bruikbare
gegevens over allerlei kenmerkende eigen
schappen van de desbetreffende landmeet
kundige diensten bevatten. De 22 gemeenten,
waarvan de diensten hun medewerking ver
leenden, zijn in bijlage 1 vermeld. Wij willen
gaarne van deze gelegenheid gebruik maken
om diegenen die ons van gegevens hebben
voorzien, hartelijk te bedanken voor de ver
leende medewerking.
Het aantal vragen was zeer groot en het is
ondoenlijk de volledige lijsten met de vragen
en de antwoorden in een tijdschrift te publi
ceren, daar dit teveel ruimte zou vergen.
Bovendien hebben wij de geënquêteerden
toegezegd dat wij de gegevens alleen voor
vertrouwelijk gebruik zouden hanteren.
Men kan van mening verschillen over de
vraag of een analyse van- en kritische be
schouwingen over het beschikbare materiaal
zinvol zijn, omdat het slechts van een betrek
kelijk klein aantal diensten afkomstig is. Wij
hebben echter gemeend dat het nuttig kan zijn
enige, hier en daar kritische, opmerkingen
over de resultaten van deze (het zij uitdruk
kelijk gezegd) globale steekproef te publi
ceren.
Wel dient men in het oog te houden dat de
gegevens werden gevraagd in een periode,
waarin de automatisering in de landmeet
kunde in het allereerste begin van haar ont
wikkeling was. Daardoor zullen de opmerkin
gen over de in 6 genoemde personeelsbezet
ting en instrumentatie minder steekhoudend
zijn. Daartegenover staat dat de meeste
gemeenten nog niet tot automatisering zijn
overgegaan.
Voor hen die zich op enkele punten nog nader
willen oriënteren, is aan het einde een litera
tuurlijst opgenomen.
2. Het ontstaan van de landmeetkundige
dienst bij de gemeente.
Uit de vermelding van het jaar waarin de
eerste kaart van een bepaald karakter bij de
gemeenten werd gemaakt, valt op te maken,
dat na 1955 door gemeenten frequenter kaar
ten op de schalen 1 500 en 1 1000 worden
gemaakt dan in de periode daarvoor. Stellen
wij dat enkele jaren hiervoor de meeste land
meetkundige diensten bij een gemeente zijn
opgericht dan kan men concluderen dat bij de
economische uitgroei na het herstel van schade
t.g.v. de tweede wereldoorlog, in ons land ge
vraagd werd naar kaarten op grote schaal,
die meer en andere gegevens bevatten dan
de beschikbare, i.e. de kadastrale, kaarten.
De beperkte doelstelling van de kadastrale
kaart -oorspronkelijk basis voor het heffen
van de grondbelasting, thans ook het aange
ven van eigendomsgrenzen maakt.dat deze
voor bepaalde taken ongeschikt is. Voegt men
daarbij de geregeld voorkomende tegenspra
ken tussen terreinsituatie en afbeelding daar
van op de kaart, dan is het begrijpelijk dat
diverse gemeenten de terreingegevens die zij