6
nodig hadden naar eigen inzicht zelf gingen
noteren en uitwerken.
3. Organisatorische aspecten.
3.1 De organisatie in het gemeente-apparaat
Opvallend is dat de plaats en de vorm (bu
reau, afdeling, dienst, enz.) die de landmeet
kundige eenheid in de gemeentelijke organisa
ties inneemt, zeer verschillend is. De vormen
die wij aantroffen zijn o.a.:
onderafdeling bij de civieltechnische af
deling
geen aparte dienst, maar één of meer land
meetkundigen zijn bij een ogenschijnlijk
willekeurig gekozen afdeling geplaatst
onderdeel van de afdeling stadsuitleg
deel van het grondbedrijf, dat soms bij de
administratie van gemeentewerken is on
dergebracht.
Het ontbreken van verdere gegevens hierover
en het technische karakter van dit artikel be
letten ons op dit organisatorische aspect van
de gemeentelijke landmeetkundige dienst
verder in te gaan.
3.2 Het personeel
Wel is het mogelijk de personeelsbezetting
iets nader te bekijken. Kenmerkend is voor
alle door ons aangeschreven gemeenten, dat
het hoofd van de landmeetkundige dienst een
middelbare vakopleiding heeft gehad. Het
overige personeel bevat soms een vogel van
enigszins eigenaardige pluimage.
De verhouding tussen het aantal personen
dat buiten meet, dat binnen kaarteert en be
rekeningen uitvoert, en dat assisteert bij de
metingen, loopt nogal uiteen.
Zo zijn er enkele gemeenten waar elke per
soon die bij de buitenmetingen de leiding
heeft iedere dag kan beschikken over een
ploeg van twee meetarbeiders. Bij dergelijke
meetploegen werkt de „leider" blijkbaar nooit
op kantoor. Enigszins eigenaardig is het dat
bij een enkele gemeente waar het boven
staande voorkomt, niet wordt vermeld wie
op kantoor de metingen uit- en verwerkt.
De personeelsbezetting bij de drie hoofdtaken
hier onderscheiden in het assisteren bij
metingen, het leiden der buitenmetingen, en
het op kantoor uitwerken van de gegevens
kent eveneens in haar verhoudingen enige
schommelingen; enkele geconstateerde ver
houdingen zijn: 2,1,1; 2,2,2; 4,2,2; 4,2,3; en
de bijzondere uitschieter 1,4,6.
Wij menen dat een taakonderzoek in dit ver
band zeer nuttig zou kunnen zijn.
4. De instrumenten.
4.1 De meetinstrumenten
Volgens opgaaf bezitten alle gemeenten een
hoekmeet- en een waterpasinstrument.
Opvallend daarbij is enerzijds de beperkte
omvang van het instrumentarium waarover
de landmeetkundige dienst vaak beschikt,
anderzijds de grote verscheidenheid van ge
lijkwaardige instrumenten waarvan enkele
gemeenten gebruik maken. Het eerste feit
kan twee oorzaken hebben:
de hoeveelheid werk eist niet meer instru
menten
het financiële budget laat niet toe om ten
behoeve van het zo goed mogelijk uitvoe
ren van bepaalde 'taken de daarvoor meest
geschikte instrumenten aan te schaffen.
De aanwezigheid van meerdere gelijkwaar
dige instrumenten is moeilijker te verkla
ren. Ons inziens is dit echter gedeeltelijk te
wijten aan een onvoldoende doorzicht in
de te behandelen landmeetkundige proble
men. In sommige gevallen kan dit tot
verkeerde aankopen en onjuist gebruik
leiden.
Uit de verkregen gegevens bleek dat bij enige
gemeenten de meetapparatuur niet altijd op
de daarvoor geëigende manier gebruikt
wordt; wij constateerden bijvoorbeeld:
Bij twee der grotere gemeenten gebruikt
men een hoekmeetinstrument van zeer
beperkte nauwkeurigheid voor het meten
van snelliuspunten en belangrijke veelhoe
ken. Op welke manier men zo aanvaard
bare meetresultaten kan verkrijgen, is ons
niet helemaal duidelijk. Hierbij dient te
worden vermeld dat beide gemeenten niét
over een beter hoekmeetinstrument be
schikken; desondanks is dit gebruik ontoe
laatbaar.
Eén der gemeenten heeft wel een theodo
liet, maar gebruikt hem niet.
Opvallend is dat bij negen gemeenten die
over twee of meer waterpasinstrumenten
beschikken, deze zowel voor nauwkeu
righeids- als voor vlaktewaterpassingen
worden gebruikt. Waarom zij niet voor
deze twee soorten werk voor elke soort
een daarbij passend instrument hebben
aangeschaft is niet duidelijk. Er zijn verder
zes gemeenten die over één waterpasinstru
ment beschikken, terwijl drie gemeenten bij
het aanschaffen van deze apparaten zeer
waarschijnlijk bewust rekening hebben
gehouden met een functieverdeling,
Tenslotte gebruiken twee gemeenten een
optische afstandmeter. Hierbij is op te