1 200, 1 500 (2 X) 1 200, 1 500, 1 1000 (4 X) 1:500 (6 X 1 500, 1 1000 (3 X) 1 500, 1 2000 (IX) 1 1000 (IX) 8 selijk daarvoor eveneens enkele richtlijnen te geven. We mogen dan stellen dat voor elke land meetkundige dienst naast goed tekengereed schap een coördinatennet-sjabloon, een reken machine en een planimeter noodzakelijk zijn. De sjabloon kent praktisch geen variatie in soorten, de rekenmachine en de planimeter wel. Bij de rekenmachine hangt de keus af van de soort en grootte van de berekeningen die men hiermede wil uitvoeren. Naast de handrekenmachines waarvan de Brunsviga 20 en 18RKW voor landmeetkun dig werk de meest geschikte zijn bestaan de elektrische machines Friden, Madas, Mar- chant en Monroe 8N. Elk van deze machines heeft zowel zijn speciale mogelijkheden als zijn beperkingen, waardoor men, afhankelijk van het karakter van de uit te voeren bereke ningen, bij aanschaffing van een elektrische machine hieruit een keuze moet doen. Voor het kiezen van een planimeter zijn de aard en grootte van de te berekenen op pervlakten, de kenmerken van het tekenpapier en de vereiste nauwkeurigheid bepalend. Past men in het terrein optische afstandme ting toe, dan verdient het aanbeveling voor de uitwerking over een poolcoördinatograaf te beschikken. Een orthogonaalcoördinato- graaf (van grotere of kleinere afmeting) kan worden gebruikt als men op kantoor de coör dinaten van alle terreinpunten berekent. Een vergrotings- en verkleiningsapparaat kan gemakkelijk zijn. Ons inziens zijn teken machines voor landmeetkundig werk niet nodig. 5. De gemaakte kaarten. Wij zullen hier de volgende aspecten van de kaart belichten: de kaartschalen en hun relaties de zelfstandigheid van de gemeentelijke ten opzichte van de kadastrale kaarten de afgebeelde terreingegevens de geschiktheid als basis voor speciale kaarten het formaat. 5.1 De kaartschaal Bij beschouwing van de bij de gemeenten ge bruikte kaartschalen valt direct opdat vijftien van de beschouwde negentien gemeenten een kaart op schaal 1 500 bezitten, dat één ge meente begint bij de schaal 1 200 en dat bij slechts drie gemeenten de kaart op schaal 1 1000 wordt gekaarteerd. Men krijgt de indruk dat de schalen 1 200 en 1 500 meestal worden toegepast om een hoge kaar- teernauwkeurigheid (vermoedelijk voor de nauwkeurige oppervlaktebepaling) te ver krijgen, en niet om een maximale hoeveelheid informatie op duidelijke manier te verstrek ken. Deze toestand, met haar motivering, is onjuist. Een principieel bezwaar is dat de schalen 1 200 en 1 500 niet voldoen aan een der grondregels voor het maken van een kaart, namelijk dat de kaarteernauwkeurigheid op een kaartblad ongeveer gelijk moet zijn aan de meetnauwkeurigheid in het terrein. Bij metingen in bebouwde gebieden blijkt de standaardafwijking 1015 cm te bedragen. Wil men de te gebruiken kaartschaal hierbij aanpassen, dan kan men uit de empirisch bepaalde formule Ms- cm 0,014 S, waarbij Ms de standaardafwijking in de coördinaten van een gekaarteerd punt. en S te bepalen is uit de kaartschaal 1 S, afleiden dat, voor normale metingen en gelet op de juist vermelde voorwaarde, 5 1000 moet bedragen. Als basiskaart voor bebouwde ge bieden wordt in het algemeen de schaal 1 1000 aanbevolen. Slechts in bijzondere ge vallen is een kaartering op de schalen 1 200 en 1 500 aan te bevelen, daar aan deze kaar- teringen op grote schaal nog enige bezwaren kleven: - zij zijn tijdrovend; temeer daar kleine af wijkingen in de meting direct merkbaar zijn en de tekenaar doen twijfelen aan de nauw keurigheid van zijn werk. zij hebben een groot aantal kaarten tenge volge, waarvoor veel bergruimte nodig is. W^il men de kaartering gebruiken voor nauwkeurige groottebepalingen, dan lijkt de berekening uit meetgetallen ons effi ciënter toe. Een tweede punt betreffende de kaartschaal is de opbouw van het pakket tekeningen, ge rangschikt naar schaal. De volgende combi naties komen voor: Hierbij zijn de gewoonlijk in iedere gemeente beschikbare kadastrale kaarten bij twee gemeenten wordt hiervan uitsluitend gebruik gemaakt buiten beschouwing gelaten. Over dit samenraapsel van combinaties van kaart-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 8