Hogere Technische School voor de
Bouwkunde te Utrecht
R
(359,0336 0,7958) —331,5901
63,6620
2000,00 837,16
De kilometrering van Y is dan:
26,139 09 0,837 16 26,976 25.
Voor cirkel R 1000 geldt:
50,125
Q
tg Q
1000
50,125
1000,00 0,42— 1,67
Q 3,1924
Lengte cirkelboog is dus:
331.5901 (300,0000 3,1924)
63,6620
1000,00 446,07.
Kilometrering c:
26,976 25 0,446 07 27,422 32.
Kilometrering d:
27,422 32 0,100 02 27,522 34.
De gegevens voor de als overgangsbogen ge
bruikte kubische parabolen zijn ontleend aan
de „Nota betreffende het traceren van bogen
in Rijkswegen", die in 1943 door de Directeur-
Generaal van de Rijkswaterstaat is vastge
steld.
Ter voorkoming van misverstand merk ik op,
dat sinds een aantal jaren bij de Rijkswater
staat vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt
wordt van de clotoïde. Belangstellenden wijs
ik op het boek: „Die Klotoide als Trassie-
rungselement", van Kasper-Schürba-Lorenz.
K. K.
afdeling Landmeetkunde
Eindexamen 1965 Antwoorden J
W aarnemingsrekening
1. a. HP= 10,999 m,HQ= 12,503 m,
Hr 13,906 m;
b. 3,3 mm;
c. 3,3 mm;
d. 10,3 mm.
2a. a. 6;
b. waaiervoorwaarden 1
veelhoeksvoorwaarden 4
netsvoorwaarden 1
totaal 6
2b. a. 4.
3. b. 3,9 dmgr;
c. 10.
Landmeetkunde I -j- II
7. c. D3, Dh, Er, en E4 resp. 3x, 2x, 3x
en 3x.
Geodetische Astronomie
2. t 16h45m28,sl; oostelijk.
3. A 29"; h 51°07'.
4. 10,"6.
Landmeetkunde III
1. a. Ja, max. 11,5 cm, d4 15,2 cm.
800
b. Ja, ju2
3
2. V 499,88, y' —0,12.
3. a. 9,5 cm,
b. 3,5 cm,
c. 2,2 cm.
59
1850.00
759.80
M i b Mi y
B Opgaven zie Geodesia 1965-9.