Een praktische toepassing van de projectiestelling door G. C. van Gogh, Provinciale Waterstaat Noord-Brabant. Het komt voor dat punten, die in coördinaten bekend zijn, met loodlijn en voetpunt aan een meetlijn moeten worden vastgerekend. Dit ge beurt b.v. als een as van een nieuwe weg in het terrein moet worden uitgezet. Van deze as zijn verschillende punten in coördinaten be kend: de snijpunten der rechtstanden, de tan- gentpunten, de begin- en eindpunten van overgangsbogen en eventuele verdere punten. Deze punten worden met ijzeren buizen of piketten in het terrein aangegeven. Om dit mogelijk te maken wordt de as ge- kaarteerd op een kaart 1 500 of 1 1000. In de nabijheid van deze as kiest men punten uit de meetkundige grondslag waartussen ge schikte meetlijnen gemaakt kunnen worden. Nu worden van de in coördinaten bekende as- punten loodlijnen neergelaten op deze meet lijnen. Een afdruk van deze kaart, waarop alle maten zijn bijgeschreven en die dus te vergelijken is met een groot veldwerk op schaal, wordt aan de meetploeg meegegeven. Oplossing: AP„ Wij berekenen loodlijn en voetpunt op de volgende wijze: Gegeven: meetlijn AB (A en B zijn in coördi naten bekend), een punt P waarvan coördi naten bekend zijn. Gevraagd: lengte APv en lengte loodlijn PPV. y-- AB3 AP- BP2 2 AB (projectiestelling) PP„ y AP2 AP 3 (Pythagoras) (XA - XB)3 (Ya Vb)2 (XA - Xp)3 (Ya- Yp)3 - (XB - XP)3 (YB YPy 2 AB Na uitschrijven, wegschrappen en samenvoegen is deze vorm te herleiden tot XA(XA - Xp) Ya(Ya - Yp) - XB(XA - Xp) - Yb(Ya - YP) AP. APV AB (XA - Xn) (XA -Xp) (Ya- Yb) (Ya - YP) AB of 75 V-, X-a.5 ft

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 11